De Britse ORA Singers onder leiding van dirigente Suzy Digby laten op hun nieuwe album Stella, Renaissance Gems and Their Reflections, eigentijdse koorcomponisten reflecteren op werken van de Spaanse componist Tomás Luis de Victoria (1548-1611).
Veel Spaanse componisten uit de zestiende eeuw traden in een lange traditie van muziekschrijven ter ere van de Maagd Maria. Tomás Luis de Victoria (1548-1611) was een van hen. Hij was een echte renaissanceman en wordt beschouwd als een van de grootste Spaanse componisten van zijn tijd. Tomás Luis de Victoria was priester maar ook geleerde. Hij werkte in Rome, na zijn studie aldaar, als zanger, leraar, organist en kapelmeester aan het Pontificio Seminario Romano Maggiore en het Collegio Germanico van de orde van de Jezuïeten. Hij verhuisde pas in de tweede helft van zijn leven terug naar Spanje.
Tomás Luis de Victoria schreef meerdere devote werken ter ere van Maria. Het album Stella, Renaissance Gems and Their Reflections, bevat enkele juweeltjes uit de collectie van deze componist. Dat op zich levert al een bijzondere verzameling koorwerken op. De Britse ORA Singers en hun dirigente Suzy Digby wilden echter meer: deze bijzondere muziek uit de renaissance doortrekken naar het nu. Zij wisselen de liederen van Tomás Luis de Victoria af met bijdragen van enkele van de beste koorcomponisten van onze tijd. Zij reageerden, ieder op hun eigen unieke manier, met voor dit doel gemaakte, nieuwe liederen op zijn buitengewone Mariateksten.
De cd bevat zes motetten van Tomás Luis de Victoria. Die worden geflankeerd door nieuwe koorwerken van Alexander Campkin (1984), Cecilia McDowall (1951), Mark Simpson (1988), Will Todd (1970), Julian Wachner (1969) en Francisco Coll (1985). De laatste, de Spaanse Francisco Coll, schreef het harmonieuze titelstuk Stella (Latijn voor ‘als een ster, liefde’), waarin hij reflecteert op de lofzang Ave Maria Stella van Tomás Luis de Victoria. De opdrachtgever van Francisco Coll, laten we hem zijn mecenas noemen, was niemand minder dan Stephen Fry. De twee werken, Stella en Ave Maria Stella, vormen samen het hart van het album. Ze zijn het lichtende middelpunt in een muzikaal universum opgericht ter ere van Maria. De Moeder Gods noemt de Rooms-Katholieke Kerk haar, voor anderen is zij een nieuwe Eva, de oermoeder. Om haar stralenkrans cirkelen als planeten meer composities van Victoria, en hun eigentijdse reflecties. Aan de uiterste randen van het stelsel tenslotte, begin en einde, klinkt een plainchant (oude liturgische muziek) met de tekst Ave Maria Stella, Wees Gegroet Maria Ster van Liefde.
Hoewel Stella werken van verschillende componisten uit uiteenlopende windstreken bevat en de ontstaansgeschiedenis van de liederen reikt van de renaissance tot nu, straalt het album een grote muzikale eenheid uit. Oud en nieuw, de liederen van toen en nu, ze sluiten naadloos op elkaar aan. Ze roepen door hun thematiek een bijzondere sfeer van religieuze vervoering op. De muziek is vol devotie, maar er zijn ook frivoliteiten te ontdekken in de vocale rijkdom van de zangers. Zo glijden in Julian Wachners Regina Caeli, waarin hij reflecteert op het gelijknamige werk van Victoria, moderne vocaliteiten zonder enige hapering door naar de plainchant Ave Maria Stella.
De liederen op Stella kenmerken zich door een glashelder klankbeeld. Het album bevat juweeltjes, uit de oude én moderne koorpraktijk. De uitvoering door ORA Singers zorgt daarbij voor puur auditief genot, ergo opperste muzikale vreugde.