Einstürzende Neubauten: Van Wat Was Naar Wat Is

Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig beukten de metaalroffelaars van Einstürzende Neubauten vanuit de Berlijnse krakerswijk Kreuzberg de westerse populaire muziek naar de totale ‘Kollaps’. Veertig jaar nadat de oerschreeuw van ‘Tanz Debil’ over de schroothopen van de welvaartsmaatschappij kreet, graveert de band op ‘Alles in Allem’ een radicaal belijnde kaart van hun thuisstad gebaseerd op persoonlijke herinneringen en historische gebeurtenissen.

Ich war nicht dabei
Damals bei Rosa
Nicht im Eden-Hotel
Und auch nicht danach
An der Lichtensteinbrücke
Nach Mitternacht
Ich sitze allein
Am Landwehrkanal

Metaal en industriële geluiden, het geluid van schrapend en knarsend ijzer, het handelsmerk van de groep, spelen op ‘Alles in Allem’ (Al met al – Alles overziend) nog altijd een prominente rol, maar zijn niet overal even dominant op de voorgrond. Neubauten brengt al sinds half jaren negentig meer klassieke instrumenten in. Ook voor ‘Alles in Allem’ werden ze ingezet, strijkers, synthesizers, een trombone (Blixa’s 11-jarige dochter), in muziek die nu eens snoeihard toeslaat, op andere momenten een melancholische sfeer van desolaatheid en schaduwen oproept, van herinneringen aan een oude stad en de glorie die zij eens had. Het ontbrak de bandleden nooit aan ideeën om met ongewone middelen en voorwerpen muzikale structuren te bouwen. Een plastic reistas (‘Taschen’) met oude lappen bijvoorbeeld, is er bij Neubauten ook om op te trommelen. Met de opener ‘Ten Grand Goldie’ laat de band meteen horen na veertig jaar nog niets van haar explosieve energie te hebben ingeleverd. Bonzende bassen, klaterende roffelslagen, korte, felle orgelerupties, snoeiharde breaks en tempowisselingen, en daarover en doorheen Blixa’s dadatekst over ‘Übervaterlandverräter und Mutterkornblumenblau’ die als een gekarteld mes door de muziek snijdt. Ze bouwen een indrukwekkende spanningsboog op, die abrupt eindigt met letterlijk een staalharde muur van stilte. Het door een walsritme vreemd detonerende ‘Am Landwehrkanal’ volgt. Dat lijkt een sing-along song, blijkt een grimmige maar met weemoed vertelde verhaling over het verhoor op 15 januari 1919 in het Berlijnse Edenhotel en de daaropvolgende moord in de Tiergarten op de marxistische politica, filosofe en revolutionaire Rosa Luxemburg. Waarna haar lijk door militaristen bij de Liechtensteinbrücke in het Landwehrkanal werd gegooid:

Wir trafen uns manchmal
Auch manchmal bei Nacht
Berlins dunkler Himmel
Gab uns ein Dach
Wir hatten 1000 Ideen
Und alle waren gut
Jetzt ist Sie nicht mit dabei
Am Landwehrkanal

We hadden 1000 ideeën. En allen waren ze goed. ‘Was ist ist. Was nicht ist ist möglich’, declameerde Blixa Bargeld in het verleden al in bijtend marsstaccato.‘Was wir in deinen Träumen suchen?’ vraagt zijn nu croonende, elegant door strijkers begeleidde, ik in ‘Taschen’ aandacht voor hen die in gammele bootjes door het donker van de nacht naar Fort Europa varen en daarbij, op zoek naar geluk en een toekomst, omkomen in de maalstroom.

Was wir in deinen Träumen suchen?
Wir suchen nichts
Wir warten
Wir warten
zwischen uns und dir
wälzt die Wogen ungeheuer
ein gefrässiges Ungetüm

‘Zivilisatorisches Missgeschick’ is dan weer een echte Neubauten krachttoer vol atonaliteit en jagende instrumentaties en met Bargelds bezwerende voordracht (‘Wir leben hier nicht mehr/Schon lange/Schon lange nicht’) gebed in gierende elektrowervelingen en galmende staalplaten. In ‘Seven Screws’, waarin als zo vaak bij Neubauten de emotionele diepgang en dichterlijke klankenrijkdom van de Duitse taal optimaal bloeien, klinkt eveneens de kakofonie van de eerste ‘Strategien gegen Architekturen’ door. Maar er is ook dat vriendelijk plagende melodietje dat door gaten en spleten kiert, zelfkritiek, in ‘Möbliertes Lied’: ‘Die verbrauchten Metaphern hab’ ich im Giftmüll entsorgt/mit neuen, unbenutzten, ausreichend vorgesorgt.’

Het dadaïstische titelnummer, een indrukwekkende, met ouderwets jammerorgel aangedreven ballade waarin Bargeld in een surrealistische stream of consciousness ondermeer speelt met gender (net als in de bijbehorende video), vormt de opmaat naar trieste herinneringen aan de wijk ‘Grazer Damm’, in het zuidwesten van naoorlogs Berlijn, waar hij opgroeide. Daar werden hem en allen, zijn broer, een kind nog, achter het raam, zijn slapende zusje, een moderne stad opgedrongen – ‘Vom Trümmerberg bis zur Stadtautobahn.’ Daar waren rellen, lawaai, branden en zelfmoorden: ‘Ein Selbstmord mit dem Gasherd sprengt ein Loch in die Fassade.’

Meer Berlijn komt voorbij in het accelererende ‘Wedding’, naar de gelijknamige wijk, en in ‘Tempelhof’, zoals het vroegere vliegveld heet dat dateert uit 1924 en na uitbreiding in 1926 tot de grootste luchthavens van Europa hoorde. De luchthaven werd op 30 oktober 2008 gesloten en functioneert sindsdien overdag als stadspark. Bargeld brengt echter een fraaie, bijna serene ode aan die andere werkelijkheid, het Tempelhof waar in de nachtelijke verlatenheid van de plek dolende stadsbewoners en dieren tot zichzelf kunnen komen.

Da wo die Nacht am flachsten
Und voller Türen ist
Der Flugsteig
Eine Treppe
Unter das Vordach
Am Rand des Rollfelds
Auf den Tarmac
Hier komme ich abhanden

Velen zullen ‘Alles in Allem’ een album vinden, dat zwaar en dwingend is in zijn thematiek. Ik moet echter denken aan 1993. Het was het jaar waarin ‘Tabula Rasa’ uitkwam, tevens de laatste keer dat ik Blixa Bargeld sprak (zie: Einstürzende Neubauten – Nicht mehr so gemütlich…). In datzelfde jaar trok ik, tijdens een studiereis door de Arabische en mediterrane klassieke muziek, een week op met de Maltezer componist van moderne muziek (onder andere werken gebaseerd op de volksmuziek en de legenden van Malta) Charles Camilleri. Deze had niets met rock, want niet zo interessant: “Alles staat vast, de vorm, de presentatie, echt alles – er is totaal geen ruimte voor een andere, meer extreme benadering van de muziek. Het is gewoon een hele behoudende, bijna reactionaire muziek.” Een andere uitspraak over muziek van hem die mij sindsdien altijd is bijgebleven, luidt: “Paradoxaal genoeg kunnen wij de weg die uit de doodlopende stegen van de geschiedenis naar de wegen van de toekomst voert, vinden door onze wortels te herontdekken.” Ik denk dat Charles, als hij nog zou leven (hij overleed in 2009), het met mij eens zou zijn dat dit precies is wat Blixa Bargeld c.s. op ‘Alles in Allem’ doen. Zij schouwen met open blik vanuit de wortels van het verleden naar de toekomst, en doen dat kritisch, maar tegelijkertijd, alles overziend, ook met een soort van welwillende vriendelijkheid voor de stad, Berlijn, die hen voortbracht. Van wat was naar wat is. Het resultaat is, ‘Alles in Allem’, een monumentaal gedenkteken, voor de bewoners van de stad, toen en nu.

Einstürzende Neubauten – Alles in Allem (Potomak/Konkurrent)