Het was de week van de invasie in Oekraïne door de troepen van een Russische narcist. Het nieuwe album Limbs van de Londense componiste, zangeres en actrice Keeley Forsyth geeft perfect de emoties weer die dat oproept.
Dat begint al meteen met het openingsnummer Fires en de eindregels:
Save me from the chair
Where sadness lies
Save me from the chair
Where sadness lies
And I know
And I see
There were fires here before me
Keeley Forsyth, oorspronkelijk afkomstig uit Oldham in het noordwesten van Engeland, gaf eerder al aan dat haar leven niet altijd over rozen ging, dat er ervaringen waren die haar lichamelijk en geestelijk dreigden te verscheuren. Die vertaalde zij in songs die, zoals zij in 2020 omschreef bij de release van haar debuutalbum Debris, “hard als brokstukken metaal” vanuit de hoogte omlaag vallen en zich in de bodem boren; zoals bij een uit de lucht geschoten vliegtuig, denk ik dan vanuit de geschiedenis van het verleden die nu op dit moment opnieuw wordt geboren.
Het nieuwe album Limbs van Keeley Forsyth is niet zozeer harder als wel rauwer, intenser en ja, nog pijnlijker om aan te horen. Er hangt een waas van trieste zwaarmoedigheid over de vocalen en muzikale bedding. Er is diepe droefheid. Zo zingt de zangeres in Wash:
I lost you
Your hand held in mine
And in your touch
I have a thousand tears
Keeley Forsyth is van huis uit actrice. Ze speelt in haar soepele vocalen met een breed palet van klanken en gebruikt daarvoor een heel arsenaal van declamatiemogelijkheden en stembuigingen met wisselende dynamiek en volume, en dat alles in een grillig raamwerk van songs waarin splinters steken als bloedende spijkers.
Het debuutalbum van Keeley Forsyth, Debris, kwam in januari 2020 uit en was opgenomen in nauwe samenwerking met pianist en componist Matthew Bourne. Op de Photograph EP, die vervolgens in november 2020 uitkwam, zette Forsyth de werkrelatie met Matthew Bourne voort en breidde die uit met de in Londen gevestigde multi-instrumentalist en kunstenaar Ross Downes. Op Limbs is de centrale rol, nog meer dan op Debris, helemaal voor Keeley Forsyth, haar stem bijgestaan en gedragen door de pulsen en drones van Ross Downes. Matthew Bourne brengt de ondergrond zoals die eerder op Debris werd gelegd, naar Limbs over. Het resultaat van dit alles is een ruimtelijk vormgegeven auditief bouwwerk, dat weliswaar overwegend donker is maar waarin het licht er toch in slaagt door de meest onverwachte gaten en spleten naar binnen te kieren.
De liedjes van Keeley Forsyth vertellen openhartig over de getijdenstromingen van het leven, die heen en weer bewegen tussen eb en vloed, van licht naar donker en weer terug. Ze gaan over de prijs van vrijheid, de tol die vaak moet worden betaald voor een overwinning, over opgesloten zijn, letterlijk en in het eigen hoofd. Ze spreken over de duistere schaduwen die overal en tot in de hoeken van wat veilig geacht wordt, kunnen loeren. De eerste referentie die bij de vaak gedragen vocalen opkomt is Nico, de legendarische, Duitse chanteuse die met The Velvet Underground werkte en net als Keeley Forsyth behalve zangeres ook actrice was. Een andere is Scott Walker in zijn latere, meer experimentele periode, die van Tilt uit 1995 en verder. Ook Fever Ray, een alias van Karin Dreijer van het Zweedse elektronische muziekduo The Knife, mag worden genoemd.
En dan is er die arm op de coverfoto. Het is geen arm met een uitgestoken hand. Het is een arm met een hand die reikt, tast. Naar wat? Het lijkt voor nu allemaal even donker en onzeker, zoals de wereld om ons.
I Stand Alone zingt-declameert Keeley Forsyth aan het eind van Limbs, op zichzelf teruggeworpen, alleen en met een blik in de verte van de eenzaamheid:
Who will be my friend?
As the day comes to a close
And the shadow chases the last fox
Under the edge across the field
Limbs bevat muziek die pijn oproept, maar wat is het een indrukwekkend album.
Keeley Forsyth – Limbs
The Leaf Label | Konkurrent