The Juliet Letters is het verhaal van een bijzonder
kwintet waarin de rollen worden gespeeld door rockzanger
Elvis Costello
en de vier strijkers van het klassieke
Brodsky Quartet.
door C. Cornell Evers, OOR 20 februari 1993
Eerst maar een misverstand uit de weg ruimen. The Juliet Letters is niet zoiets als ‘Elvis Costello goes classic’ en het gaat ook niet om een strijkkwartet dat na een jaar of twintig heen en weer pendelen tussen Haydn, Schubert of Beethoven en de twintigste eeuw plotseling meent een robbertje te moeten rock & rollen. The Juliet Letters valt zelfs niet onder die vage noemer van de modern-klassieke muziek. Wat The Juliet Letters dan wel is? Een serie liederen, gecomponeerd en bijeengebracht door vijf bijzondere musici die stuk voor stuk vanuit hun eigen individuele achtergrond en interesses hun bijdragen hebben geleverd.
‘Het is iets wat is ontstaan vanuit een samenwerkingsverband van vijf personen,’ beklemtoont Elvis Costello. ‘Een kwartet dat al twintig jaar bestaat gaat niet in zee met iemand die verder het hele project domineert. Zij zijn zelf een continu sturende factor in het creatieve denkproces. Het was gewoon een kwestie van geluk dat wij zo ontzettend goed met elkaar overweg konden.’
Costello leerde de Brodsky’s kennen nadat hij bij een eerdere gelegenheid al gecharmeerd was geraakt van hun uitvoering van de strijkkwartetten van Shostakovich. Al snel bleek dat er in deze liefde geen sprake was van eenrichtingsverkeer. Nog voor zanger en strijkers elkaar de hand mochten schudden, waren de leden van het kwartet al enthousiaste bezoekers van Costello’s concerten. Elvis: ‘Wij kenden elkaars werk en interesses en uiteindelijk is er een ontmoeting gearrangeerd. We zijn er puur voor de lol aan begonnen. Er was absoluut geen plan om een plaat te maken. Zelfs na een maand waren we nog niet veel verder dan dat we hadden besloten een concert te doen en te kijken wat er zou gebeuren. Iedere keer dat we bij elkaar kwamen werd het stuk echter sterker en sterker. Er kwamen steeds meer suggesties. Er was dat idee van de brieven dat iedereen buitengewoon leek te inspireren. Ik heb geholpen met de eindredactie van sommige teksten maar zijzelf kwamen met prachtige woorden op de proppen. Sommigen in het kwartet hadden nog nooit zelf muziek geschreven en plotseling doken er allerlei ideeën op waar ze erg trots op waren. Ikzelf probeerde manieren van schrijven die ik nog nooit eerder had gehanteerd en over zaken waar ik het nog nooit eerder over had gehad. Natuurlijk had ik maar weinig ervaring met de muzikale vorm waarvan we gebruik maakten, maar door veel naar hen te luisteren leerde ik hoe ik mijn ideeën heel nauwkeurig kon overdragen. Daardoor was ik in staat om compositorisch op een gelijkwaardig niveau te functioneren.’
The Brodsky Quartet. De violisten Michael Thomas en Ian Belton, altviolist Paul Cassidy en celliste Jacqueline Thomas spelen al samen vanaf dat ze een jaar of elf, twaalf waren, een leeftijd waarop ze ook nog steeds naar voetbalwedstrijden gingen en op school met klasgenootjes vochten. Het viertal waagde zich al meteen aan werken van Shostakovich en Bartok, ondanks de heersende opvatting dat een jong kwartet beter met iets eenvoudigers kan beginnen. Eigenwijs als het viertal was (en is) legden de strijkers echter het fundament voor hun bestaan als kwartet met Bartoks No. 5., beroemd om zijn moeilijkheidsgraad. ‘We konden het waarschijnlijk niet echt goed spelen,’ zegt violist Ian Belton lachend, ‘maar we wilden altijd liever de muziek leren kennen door het te spelen dan door ernaar te luisteren. Voor ons is dat veel opwindender om te doen en veel bevredigender.’
Het repertoire van The Brodsky Quartet is breed en varieert van kwartetten van Haydn en Mozart tot werken van diverse hedendaagse componisten. Ze hebben composities van Beethoven, Schubert, Tschaikovsky, Borodin, Elgar en Delius op plaat gezet en natuurlijk de veelgeroemde uitgave van de volledige Shostakovich kwartetten. Toekomstige releases bevatten onder andere Dvoraks Americain Quartet, Schuberts Der Tod Und Das Mädchen en Crumbs Black Angels. Met dit laatste kwartet, een door de Vietnam-oorlog geïnspireerd werk waarin componist George Crumb stelling neemt tegen geweld en onderdrukking, presenteert The Brodsky Quartet zich voor het eerst in haar bestaan elektrisch versterkt. Hiermee haken de vier van Brodsky niet in op een of andere trend, zo betoogt Ian, er wordt gewoon gewerkt volgens de door de componist voorgeschreven speelwijze en die vraagt om elektrische versterking. Ian: ‘Sinds we met Elvis werken, wordt er ineens in de pers geschreven dat we zo trendy zijn, omdat we geen van allen een das dragen. Dat doen we al tien jaar niet meer. Wij hebben altijd geprobeerd zover als maar mogelijk is weg te blijven van het stoffige beeld dat veel strijkkwartetten oproepen. Wat heeft het dragen van een stropdas nu met onze muziek te maken? Elvis draagt stropdassen!’
Elvis Costello: ‘De faxmachine heeft de kunst van het brievenschrijven kapot gemaakt’
De samenwerking met Elvis Costello is niet de eerste stap die The Brodsky Quartet buiten de geijkte klassieke paden zet. Het viertal werkt al jaren samen met de mode-legende Issey Mikaye, voor wie zij onder andere de live-muziek verzorgden bij een Parijse modeshow. Zij zijn ook betrokken bij projecten waarbij muziek wordt gekoppeld aan beeldende kunst of theater en verder waren de strijkers ook al eens te zien in een reclamefilmpje op de televisie.
De samenwerking met Elvis is voor de Brodsky’s dan ook niet meer dan een logische volgende stap in de ontwikkeling van het kwartet. Hoe dat voor Elvis ligt? Costello: ‘Ik ben altijd al omringd geweest door allerlei soorten muziek. Maar als je jong bent raak je helemaal gefascineerd door één bepaalde muziekvorm die al het andere buitensluit. Tot het moment dat je meer eigen ideeën over muziek begint te ontwikkelen. Je wordt nieuwsgierig. Je leest dat die en die figuur die jij zo bewondert van die en die componist houdt. Of van een bepaalde country & westernartiest, die ene soulzanger of bluesman. En dat spreekt je allemaal aan. Je begint de schoonheid van muziek te ervaren. Vier jaar geleden begon ik regelmatig concerten te bezoeken. Ik was nieuwsgierig, ik wilde nieuwe dingen horen en vond die niet meer bij rockconcerten. Uitzonderingen daargelaten wist ik op een gegeven moment bij de meeste bands vanaf het moment dat ze opkwamen wat er zou gaan gebeuren. Ik had meestal gelijk. Ik zocht iets anders en hier was al die andere muziek.’
Daarin wordt Elvis vooral aangetrokken door kamermuziek. ‘Wat me het sterkst aanspreekt zijn strijkkwartetten, solo pianomuziek en zangrecitals, songs eigenlijk, in elke mogelijke vorm. Het strijkkwartet is een ongelooflijk expressief medium. Veel componisten hebben het gebruikt voor hun meest intieme muziek. Tegenwoordig is alle muziek heel persoonlijk, maar in die tijd lag dat toch anders, denk ik. Toch was de eerste kwartetmuziek die ik hoorde, van Shostakovich, ongelooflijk diep en persoonlijk. Bijna een dagboek. Ik denk dat het strijkkwartet als muzikale vorm zich goed leent voor de briefvorm die we in The Juliet Letters hebben gebruikt. Een brief is tenslotte een soort gedeeld vertrouwen.’
Het idee voor The Juliet Letters werd min of meer geleverd doordat Cait – Costello’s vrouw – de zanger attent maakte op een eigenaardig berichtje in de krant over een professor in Verona die het op zich had genomen brieven te beantwoorden die waren gericht aan Juliet Capulet, ooit hoofdrolspeelster in het beroemde liefdesdrama met haar Romeo. Hoe de professor aan deze brieven kwam, maakte het berichtje niet helemaal duidelijk. Er bleken mensen te bestaan die brieven schreven aan een niet bestaande vrouw, die ook nog eens lang geleden was gestorven. Het idee van de correspondentie inspireerde zowel de zanger als de strijkers. Stuk voor stuk verplaatsten ze zich in de rol van de fictieve brievenschrijver. Dit leverde brieven op afkomstig van onder anderen een afgewezen minnaar, een frontsoldaat, een kind, een zelfmoordenaar en zelfs een graffiti-tekst(?).
Brieven schrijven is een speciale kunstvorm, vindt Costello. ‘Ik schrijf jammer genoeg zelf niet meer zoveel brieven. Dat was in het verleden wel anders. Een kwestie van tijd. Een van de opmerkelijke dingen van deze cyclus is het feit dat we gebruik maken van een communicatievorm die in zekere zin aan het verdwijnen is. Er was een tijd dat mensen elkaar niet opbelden. Dan stuurden ze een kaart met een kleine groet en ontvingen een andere terug. Sommige mensen vinden dat die vorm van communicatie een zekere dwangmatigheid had, want de etiquette uit die tijd liet nauwelijks emotionaliteit toe. Maar volgens mij had die formaliteit een speciale bedoeling, die helemaal verloren is gegaan in deze tijd waarin je thuis kunt komen en een hele slinger van faxberichten aantreffen. Bij de junkmail op de deurmat zie je tenminste nog aan de envelop – waar dan Reader’s Digest op staat of zoiets – dat de inhoud voor jou geen enkele waarde heeft. De faxmachine heeft de kunst van het brievenschrijven min of meer kapot gemaakt.’
Ian Belton (Brodsky Quartet): ‘Elvis is de piano in het kwintet, ook al brengt hij een ander geluid voort’
The Juliet Letters zijn gemaakt door een kwintet en niet door een zanger met begeleiding stellen zowel Costello als de strijkers van The Brodsky Quartet. Ian Belton: ‘Elvis is weliswaar rockzanger maar in The Juliet Letters moet je hem eerder zien als een ander instrument dan als een vocalist. Iemand merkte op dat The Juliet Letters eigenlijk door een pianokwintet wordt vertolkt, met een nieuw soort piano. Het ís een piano – in de manier waarop zijn stem met het kwartet correspondeert – ook al brengt hij een ander geluid voort. Dat was ook het eerste wat we hebben uitgeprobeerd. Stel je voor dat de muziek goed zou zijn geweest, de arrangementen, maar dat we tot de conclusie waren gekomen dat wij eigenlijk beter op elektrische instrumenten konden spelen of dat hij beter als een sopraan had kunnen klinken. Het was erg belangrijk voor ons dat het bereik en de klanken bij elkaar bleken te passen.’
Wat hem persoonlijk aantrekt in de figuur Elvis Costello? Ian: ‘Zijn persoonlijkheid natuurlijk. Die toont zich in zijn muziek. Hij is erg persoonlijk geïnteresseerd. Zijn teksten weerspiegelen dat. Je kunt geen teksten schrijven zoals hij doet als je niet weet wat er in de wereld gaande is en daar ook een mening over hebt. Het is logisch dat hij het beeld oproept van de serieuze rockartiest, of hij dat nou leuk vindt of niet. Wat ik echt haat in de popmuziek is het feit dat er volgens bepaalde formules wordt gewerkt. Men denkt een goed idee te hebben, laat dat drie minuten lopen en kijkt wel wat het oplevert. Dat zul je in de muziek van Elvis nergens tegenkomen.’
Ook als zanger is Elvis Costello volgens de Brodsky-violist een uitzondering in het wereldje van de popmuziek. ‘Hij kan tenminste wijs houden. Als hij al van toon verandert, dan is dat opzettelijk. Hij weet wat hij doet en ik denk dat hij zich ook bewust is van de beperkingen die zijn stem heeft, net zoals wij de beperkingen van onze instrumenten kennen. Als je muziek met dat soort vakmanschap benadert, dan komt er veel meer uit.’
Elvis Costello: ‘Fischer-Dieskau die Schubert zingt, op een grappige manier lijkt het veel op Hank Williams’
Twintig jaar reeds draait The Brodsky Quartet mee in het concertcircuit. Zien de strijkers zelf dat het publiek zich gedeeltelijk verjongt zoals vaak wordt beweerd? Ian: ‘Als het publiek jonger wordt, dan is dat omdat jongeren zich realiseren dat ze door het bezoeken van een klassiek concert niet meer net als vroeger in een hokje zullen worden geduwd of naar hun kop geslingerd krijgen dat ze highbrow zijn. Er zit een bepaald element in klassieke muziek waardoor kwartet- en bepaalde kamermuziek heel lang erg elitair waren. Wij hebben ons daar altijd tegen verzet en als deze plaat mensen kan aanmoedigen ook eens naar onze andere muziek te luisteren en daar iets mee te doen, dan is dat geweldig.’
Elvis: ‘Misschien dat de grenzen tussen pop en rock en klassiek deze keer op een meer zuivere manier verdwijnen. Dit is geen cross-over. Wij kruisen niets met elkaar. Wij zeggen alleen maar dat er geen grens is, dat die voor ons niet bestaat. Ik heb de laatste tijd overal ter wereld met heel veel mensen gesproken en het is opvallend hoeveel personen openstaan voor het idee van verandering en een nieuwe combinatie van klanken. Zonder dat neurotische gedoe over de betekenis van deze plaat in de grote theorie over popmuziek. De muziek betekent genoeg op zichzelf, evenals de inhoud van de songs. Er waart een soort ziekte door de journalistiek in Engeland. Niemand in Engeland heeft ook maar iets geschreven over de muziek. Ze willen weten wat deze plaat betekent voor je carrière, wat het voorstelt. In de muziek zelf is niemand geïnteresseerd. De enigen die in de Engelse pers over de muziek hebben gesproken, waren wij.’
Wat denkt Costello: Zou The Juliet Letters in de toekomst misschien door anderen dan deze combinatie van 4+1=5 uitgevoerd kunnen gaan worden? ‘Het is mogelijk. Het was best een uitdaging om te doen, omdat een hoop van de muziek die ik voor dit project heb geschreven verder gaat dan ik normaliter gewend ben. Het was heel moeilijk, ook met betrekking tot mijn eigen zingen, omdat ik in de samenklank met het kwartet ervoor moest waken de melodielijn niet met een overdaad aan expressie te overvleugelen. Ik heb geleerd – door veel luisteren – hoe delicaat die balans is. Als je luistert naar sommigen van de grote zangers, dan valt het op dat zij niet elk woord met emotie laden. Luister naar Fischer-Dieskau die Schubert zingt, er is nooit meer verfijnde zang opgenomen. Op een grappige manier lijkt het veel op Hank Williams. Die dramatiseerde ook nooit als het niet nodig was. Of Billie Holiday. Zij gebruikten net zoveel emotie als zij nodig hadden. Het is anders dan rock & roll, waar alles uit strijd bestaat. Met dat aspect zal ik me bezig houden als ik weer het rockpad opga. Ik ben meer over rock & roll te weten gekomen, juist door dit te doen.