Matt Johnson In The The Vuurlinie

Nadat The The Versus The World was gestreden en de Mind Bomb tot ontploffing gebracht, trok zanger en songschrijver

 

Matt Johnson

zich terug. Niet voor lang. De wereld is er bepaald niet vrolijker op geworden en dus werd het tijd voor een nieuwe ronde. Met Dusk plaatst de man achter

 

The The

zich weer als vanouds in de vuurlinie, rijper dan voorheen maar nog altijd met een boodschap: ‘If you cannot change the world, change yourself.’

 

door C. Cornell Evers, OOR 6 maart 1993

‘Het minste wat je kunt doen is het beeld bijstellen dat je hebt van de wereld. Het is zo eenvoudig, alleen moest ik eerst dertig worden voor ik inzag dat ik vastzat en keer op keer in dezelfde fouten verviel. Je denkt na. Is het wel eerlijk om altijd anderen de schuld te geven? Misschien is het wel niet de wereld, het systeem, maar is het een kwestie van zelf verantwoordelijkheid nemen. Als je eerlijk bent, is de enige conclusie dat alleen jijzelf aan je leven een positieve wending kunt geven.’

Verbeter de wereld, begin bij jezelf. Een wijsheid uit de oude doos. Lonely Planet is de titel van de hymnische song waarmee Matt Johnson (32) de nieuwe The The CD Dusk afsluit en waar deze regel uit afkomstig is. Eerst moet de man achter The The echter diezelfde wereld door, om in allerlei hoekjes en plooitjes van moeder aarde suizebollend van de jetlag het vereiste praatje bij het plaatje af te steken.

En dus is Matt Johnson moe, doodmoe, en soms niet helemaal bij de les. Dat levert hem in artikelen beschuldigingen op dat hij ‘arrogant’ zou zijn, ‘wantrouwend’ en (natuurlijk) ‘afkerig van journalisten’. De man zou ook lijder zijn aan het Soul Mining-syndroom, een ziekte die verwijst naar die eerste, geniale depro-plaat die hij als jongeling van begin twintig afleverde. Deze ziekte zou zich onder andere openbaren in een gekmakend verlangen het bewuste meesterwerk tot elke prijs te willen evenaren, zo lezen we bij diverse schrijvende huis-, tuin- en keukenpsychologen. Dezen doen vervolgens Infected, de opvolger van Soul Mining, af als niet helemaal ‘overtuigend’ en bestempelen Mind Bomb als ‘een herhaling’ van ’trucs’ die Johnson eerder gebruikte. Die laatste CD zou zelfs nauwelijks enige ‘respons’ hebben gekregen, zo lezen we bij de zoveelste scribent die ergens nog wel weet waar de klok hangt maar van de muzikale klepel geen benul heeft.

Mind Bomb, waarvoor Johnson destijds een intrigerend samenwerkingsverband aanging met voormalig Smiths-gitarist Johnny Marr, was volgens velen een van de beste CD’s van 1989. Naast spraakmakende songs als Armageddon Days Are Here (Again) en Gravitate To Me bevatte Mind Bomb zelfs de allereerste hitsingle van The The: The Beat(en) Generation.

Matt Johnson, de man die de jaren tachtig overleefde met een handjevol sterke platen, is een moralist. Dat was hij en dat is hij nog altijd. Op Dusk laat hij zich echter ook van een meer kwetsbare kant horen, minder als de man met het opgeheven vingertje die weet hoe de wereld verkeerd in elkaar steekt en die de schuldvraag vooral legt bij kerk en (kapitalistische) staat. De wereld is niet veranderd, tenminste niet wezenlijk. De onderwerpen waarover Johnson zingt, raken nog altijd aan zaken als hypocrisie, hebzucht en egoïsme als het gif dat uit de poriën van de consumptiemaatschappij sijpelt.

Johnson is zelf veranderd. Hij is milder geworden. Dat maakt Dusk evenwel niet minder persoonlijk, zo betoogt hij. ‘Leef en laat leven’ is tegenwoordig zijn motto. De man die zich altijd een fel tegenstander toonde van elke vorm van geïnstitutionaliseerde religie en die destijds zijn eigen song Armageddon Days Are Here (Again) in de ban zag gedaan, omdat de specifiek aan de Islam refererende tekst door de Rushdie-affaire nogal gevoelig lag, uit zich tegenwoordig wat meer genuanceerd. ‘Ik heb altijd al een sterk spiritueel gevoel gehad. Ik ben er ook vast van overtuigd dat naast het lichaam ook de geest voedsel nodig heeft. Ik huldig de opvatting dat religie een obstakel is in de relatie die de mens met zijn god heeft. Als er echter mensen zijn die de kerk nodig hebben, als iets dat hen houvast biedt, als iets waar ze zich goed bij voelen, wie ben ik dan om daar bezwaar tegen te hebben? Ik ben het persoonlijk niet eens met de kerk. Ik denk dat de kerk als zodanig een hoop kapot maakt. Mensen worden bang gemaakt, bijgelovig, hun kracht wordt hen ontnomen. Dat is de kritiek die ik op de kerk heb en daar sta ik ook nog steeds achter. Ik ben echter niet van plan om mensen in dat opzicht de les te lezen. Als het hen toch helpt, als ze er wel bij varen. Voor sommige mensen is de kerk belangrijk, dus laat ze.’

Volgens Johnson loopt de moderne mens op jacht naar bevrediging van ‘de lage lusten’ vaak verloren, raakt hij ‘verdwaald in de mist’. ‘Mensen vergeten dat er ook nog zoiets als hogere gevoelens bestaan. Het is mij meer dan eens overkomen dat ik de weg volledig kwijt was en ik kan je verzekeren dat het verre van prettig voelt als je je geestelijk welzijn verwaarloost.’

Volgens Johnson – in zijn rol van de moralistische father Matt – is ‘goed doen’ de beste manier om de toestand boven onder het schedeldak een beetje gezond te houden. Wie goed doet, goed ontmoet, leerden we vroeger al uit de catechismus. (Misschien was het ook wel een ander boek, in ieder geval iets stichtelijks.) ‘Ik weet ook wel dat het sentimenteel klinkt, maar wat is er verkeerd aan om te proberen iets fatsoenlijks te doen, andere mensen te helpen? Er zijn mogelijkheden genoeg. Je komt ze vanzelf tegen. Je hoeft alleen maar zo nu en dan iets aardigs tegen iemand te zeggen, iemand moed in te spreken, een handje te helpen. Je moet natuurlijk wel willen. Ik denk dat ik zelf bijvoorbeeld heel vaak te egoïstisch ben.’

Hij luistert naar de sirene van een politie-auto die buiten met veel lawaai langs de Amsterdamse grachten scheurt… en glimlacht, voor het eerst in al die jaren. ‘Ik vind dat geluid zo muzikaal. Bij ons gillen ze zo. Dit is bijna plezierig om te horen. Die van ons klinken enorm agressief. Het geluid dat ze voortbrengen kan je echt krankzinnig maken. Het snijdt als een mes door je hoofd.’

Ik weet ook wel dat het sentimenteel klinkt, maar wat is er verkeerd aan om te proberen iets fatsoenlijks te doen, andere mensen te helpen?

Hoewel Johnson na de langdurige opnamen voor Infected en Mind Bomb had gehoopt ditmaal wat sneller klaar te zijn, waren er, toen Dusk eenmaal af was, sinds de dag van de eerste sessie op de kop af 365 dagen verlopen. ‘Het album had echt in twee, drie maanden klaar kunnen zijn, maar ik had problemen met de teksten. Het lukte gewoon niet. Ik heb heel wat tijd verloren met tafelvoetbal spelen.’

Hij kon zich een tijdlang niet zo best uitdrukken, zegt hij. ‘Het ging een poosje nogal slecht met me. Dat bemoeilijkte het schrijven. Met de muziek waren we zo klaar. Ik had nogal wat voorwerk gedaan. De volgende keer wil ik mijn teksten af hebben voordat we de studio ingaan. Waarschijnlijk ga ik in de toekomst nieuwe songs ook eerst live spelen, voordat ik ze opneem. Dan hebben ze de mogelijkheid om te groeien en kan ik zien hoe mensen erop reageren. Dat is een manier van werken die me wel trekt, erg puur, erg natuurlijk, omdat het dwingt tot tekstuele directheid, zonder al te veel gebruik van metaforen.’

Matt Johnson wordt gedreven door een dringende behoefte om zich verder te ontwikkelen, als song-schrijver en als uitvoerend artiest. Om die reden verhuist hij binnen kort van Londen naar New York. Behalve dat Johnson in de Amerikaanse metropool een nieuwe live-band wil opzetten – zonder Johnny Marr en de andere muzikanten met wie hij aan Mind Bomb en Dusk werkte – hoopt hij dat New York hem de broodnodige inspiratie zal opleveren, de inspiratie die hij in de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk zo moet ontberen.

‘New York heeft de magie die Londen al heel lang kwijt is. Inspiratie krijgen in Londen is voor mij net zo moeilijk als sap uit een steen persen. In New York ben ik meer mezelf, althans zo voelt het. Daar heb ik tenminste het gevoel dat ik leef. Volgens mij was het Tom Waits die Manhattan ooit beschreef als De wereld op een speldenkop. New York is sensueel. New York is natuurlijk ook gevaarlijk, er hangt altijd een zekere spanning, maar daardoor word je alleen maar meer alert. Je voelt dat je geest sneller begint te werken.’

‘De magie van de Amerika’s,’ zoals Johnson de atmosfeer aan de andere kant van de Atlantische Oceaan ervaart, trok hem eerder naar Zuid-Amerika. Samen met regisseur Tim Pope reisde Matt in het midden van de jaren tachtig naar Peru en Bolivia, om daar opnamen te maken voor de videocyclus die The The’s Infected van beelden voorzag. De herinnering aan Zuid-Amerika leeft nog altijd bij hem. ‘Ik wil absoluut terug. De atmosfeer daar is zo sterk. De mensen hebben gevoel voor drama. Je voelt nergens anders zo de hartslag van het leven. Alles is er heel intens. Het is iets wat wij in Europa niet kennen. Ik ben drie keer in Afrika geweest en ook daar heb ik iets dergelijks nooit gevonden. Er is iets, dat het heel anders maakt dan de rest van de wereld. Wat dat dan is? Ik weet het niet. Misschien het samenspel van extreme invloeden, elementen uit het katholicisme die vermengd worden met Afrikaanse tradities, met voodoo, met de herinnering aan de Indiaanse culturen. Misschien dat daardoor de atmosfeer daar zo zwanger is van magie van sensualiteit. Het is iets dat in de lucht hangt, in de grond zit. Ik voel me erg tot de Latijnse manier van leven aangetrokken, tot de muziek, de levensstijl. Veel mensen die ik ken houden daar niet van. Die geven de voorkeur aan de noordelijke manier van leven. Ik vind het noorden te koud. Ik wil het warm hebben, me heet voelen, zweterig.’

Dusk. ‘Entre chien et loup,’ struikelt Matt Johnson over de voor hem vreemde taal. ‘Spreek je Frans? Tussen hond en wolf in. Dusk is voor mij de tijd van de dag dat de bakens verzet worden, dat de ene kracht plaats moet maken voor een andere, ieder dag opnieuw weer een bijzonder magisch moment. Ik hou van die titel, omdat hij zo eenvoudig is: donker maar ook zoet.’