Marc Almond
liet zijn zevende
symfonie
deels produceren door
studio-freak Trevor Horn en
deels door Dave Ball, zijn
vroegere partner in
crime, met wie hij voor het
eerst weer samenwerkte
sinds het afscheid van
Soft Cell.
door C. Cornell Evers fotografie Wim van de Hulst, OOR 14 december 1991
Tenement Symphony, de zevende langspeler van Marc Almond, markeert niet alleen de hernieuwde samenwerking van de zanger met zijn vroegere muzikale partner, Dave Ball, maar ontrukt ook een pure golden oldie aan de vergetelheid. Violen jammeren: The days of Pearly Spencer, Ahh Ahh Ahh…
‘Ken je het origineel? Ik ben er gek op, vond het altijd een erg vreemde, ongewone song. Alleen wist ik niet van wie het origineel was. Het heeft me best wel wat moeite gekost om daar achter te komen. Ik hoorde het nummer in een Londense taxi maar er werd niet bij gezegd wie de zanger was. Erg frustrerend. Uiteindelijk heeft iemand bij mijn platenmaatschappij uit kunnen vissen wie het was. David MacWilliams. Ik weet niets van hem, of hij verder nog iets heeft gedaan. Ik ken alleen maar dit en herinnerde me altijd dat de song niet echt een einde had: … you walked too far along the street, where only rats can run. Op een of andere manier liep het verhaal voor mij hier niet mee af. De manier waarop de song op de langspeler is ingepast, vroeg om een aanvulling. Ik wilde dat de plaat naar een soort crescendo toe zou werken, om dan te eindigen met My Hand Over My Heart. Uiteindelijk heb ik een extra couplet geschreven, waarin de persoon over wie het gaat, terugkijkt op zijn leven en zich herinnert wie hij ooit was en waar hij vandaan komt: …the race is almost won. Ik wilde een positieve draai aan de song geven, iets van het licht aan het eind van de tunnel tonen.’
Hij zou niet weten wie Pearly Spencer eigenlijk is, maar: ‘Iedere song die ik zing, heeft wel een beetje van mijzelf. The Days Of Pearly Spencer ook. Een beetje van mij maar, zo moet ik achteraf constateren, ook een beetje van mijn vader, hoewel ik het niet leuk vind om dat te moeten toegeven. Ik heb die man sinds mijn vijftiende uit mijn leven geschrapt. Mijn relatie met hem was namelijk afschuwelijk en op de dag dat mijn ouders van elkaar zijn gescheiden, heb ik gezworen dat ik hem nooit meer zou zien, nooit meer met hem zou praten. Mijn jeugd met hem is heel moeilijk geweest en dat heeft me op een of andere manier toch voor de rest van mijn leven een paar littekens bezorgd, ben ik bang. Niet dat ik bitter ben of haat voel, misschien trouwens ook wel, maar ik wil gewoon nooit meer iets met hem van doen hebben. Ik heb er echt veel over nagedacht en pas nu voel ik dat ik van hem af ben, dat ik voldoende afstand kan nemen. Hij duikt bij gelegenheid nog wel eens op. Hij schrijft dan brieven naar mijn moeder. Om de verkeerde redenen. Hij ziet dat ik succes heb en wil daar zijn deel van. Nooit, nooit heeft hij mij op een of andere manier gesteund of aangemoedigd. Integendeel, toen ik nog jong was, kleineerde hij me alleen maar. Hij liet niets na om mijn zelfvertrouwen onderuit te halen. Hij heeft me behoorlijk geknakt, er zijn teveel dingen gebeurd. Ik ben nu iemand anders geworden en het laatste wat ik wil, is dat die oude spoken weer tot leven komen, de nachtmerries.’
Het komt vaak voor dat iemands herinneringen met het stijgen van de jaren eerder sterker worden dan zwakker. Almond beaamt dat, zegt dat zelf tenminste in sterke mate zo te ervaren. ‘Op een of andere manier wil je een beetje op je schreden terugkeren. Wanneer ik naar Southport ga, waar ik geboren ben, geeft me dat soms een vreemd gevoel. Ik heb altijd dat verlangen gekend om de plaatsen te bezoeken waar ik vroeger gewoon was naar toe te gaan. Ik wil zien hoe het daar nu is, om een oud gevoel terug te krijgen, in zekere zin. Je wilt bepaalde prettige herinneringen weer opnieuw beleven. Zelfs de verdrietige momenten wil je soms weer ervaren, zolang ze maar goed voelen, op een emotionele manier. Misschien dat ik bezig ben mijn jeugd te herontdekken, ik denk er in ieder geval veel over na, maar mijn vader past daar nog altijd niet in. Ik herinner me veel liever mijn grootvader, de vader van mijn moeder. Ik voel dat mijn grootouders altijd van veel meer invloed op mijn leven zijn geweest. Zij hebben een flink aandeel in mijn opvoeding gehad, toen ik jong was, als mijn vader naar het leger ging of gewoon verdween – ik wist nooit waar hij was.
Almond zegt heel sterk te geloven in de pater familias, de wijze oude man als familiehoofd. Hij straalt: ‘Precies zo was het bij ons. Mijn grootvader was een geweldige man. Ik ben er erg kapot van geweest, toen hij stierf. Hij was degene die mij, toen ik op heel jonge leeftijd erg ziek was – ik had astmatische problemen – met zich meenam naar de zee, die met mij langs het strand ging wandelen, zodat ik frisse lucht kreeg. Hij is degene aan wie ik zulke warme herinneringen heb, als ik terugdenk. De wijze oude man die een familie door voor- en tegenspoed leidt: zo iemand was mijn grootvader. Iedereen hield van hem. Hij was voor iedereen een soort van vaderfiguur en het was voor ons allen een schok toen hij op een gegeven moment dement werd. Het was pijnlijk om te zien. Twee jaar geleden was ik met kerstmis thuis en toen lag hij in een verpleegtehuis. Ik herkende hem nauwelijks meer, niets was er over van die trotse, knappe, Noorse man die ik gekend had. Ik herinnerde me hem als erg lang en erg sterk en dan plotseling word je geconfronteerd met een in elkaar geschrompelde oude man in een verpleegtehuis. Het moet voor hem ook verschrikkelijk zijn geweest, omdat hij wist hoe wij hem altijd hadden gezien. Vlak na de feestdagen is hij gestorven.’
Oud worden. Now too old for work they say, zingt hij in Meet Me In My Dreams, de samen met zijn oude maatje Dave Ball geschreven openingssong van Tenement Symphony.
What’s the point in biding time, living out our yesterday, when wild ideas could all come true. In de fantasieën van de zanger kan iemand door de maatschappij te oud worden bevonden om nog langer van nut te kunnen zijn maar dat betekent nog niet dat daarmee iemands leven over is. Alles is nog mogelijk. We could settle into being old, but all the glitters could be gold. Marc: ‘Naar mijn gevoel ben je nooit te oud om opnieuw te beginnen. Al was je leven nog zo succesvol, al ben je op leeftijd, over is het nooit, er zijn altijd nog dingen die je kunt realiseren. Meet Me In My Dreams gaat over een bejaard stel dat weigert zich bij de omstandigheden neer te leggen. Als ze om zich heen kijken, weten ze dat dit niet is wat ze willen. Voor de meeste mensen bestaat de werkelijkheid eruit dat ze hun leven leven en nooit toekomen aan de dingen die ze eigenlijk het liefst zouden willen. Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot het idee om op een gegeven moment alles overboord te zetten, je niet druk te maken over de toekomst maar gewoon alles wegdoen wat je hebt en één heel buitensporig iets doen, één laatste indrukwekkende daad stellen. Dit stel gaat weg en heeft een enorm opwindende tijd in Las Vegas. So meet me in my dream, I won’t fall asleep without you. Meet me in my dream, underneath the Vegas lights. In zekere zin zit er ook een element van zelfmoord in.’
Of het prettig was om Dave Ball weer naast zich te hebben? Almond: ‘Zes jaar of zo hadden Dave en ik niet meer met elkaar gesproken. Wij hadden een soort muur opgebouwd. Iedere keer als we de neiging hadden elkaar te bellen of te schrijven, kwam de geest van Soft Cell uit de fles. We zijn nooit als vijanden uit elkaar gegaan. Het hield gewoon op en misschien dat we ooit nog eens samen iets zouden doen, maar niemand heeft ons ooit in die richting onder druk gezet. Ik denk dat het nu het juiste moment is. Dave heeft veel vertrouwen in zijn werk met Richard Norris als The Grid. Op een gegeven moment belde hij me, zei dat hij weg was van een track van mijn laatste langspeler en dat hij daar graag een remix van zou maken. Ik vond het fantastisch, alsof er een muur werd neergehaald, en hij had het lef om dat te doen. Toen hebben we een paar songs samen geschreven, gewoon om te zien hoe dat zou werken, of er nog iets van de oude elektrische spanning was. Werkte het niet, dan hoefde niemand er iets van te weten. Maar de magie was er weer. Wij werkten weer samen, net als vroeger, vanuit een diep gevoel van respect en bewondering voor elkaar en niemand die over onze schouders meekeek en die zei dat we een Soft Cell single moesten maken.
Of het verschil met Trevor Horn niet groot was? Het zijn twee totaal verschillende werelden, zegt Almond. ‘Met Horn zet je je aan een avontuur, waarbij je een onstuimige weg hebt af te leggen. Je krijgt te maken met vier, vijf technici en evenzovele studio’s. Trevor wil alles uitproberen. Hij heeft een visie en gaat net zolang door tot hij heeft wat hij hebben wil. Met Dave is het precies het tegenovergestelde. Dave komt binnen met zijn oude keyboard onder zijn arm en sluit wat effecten aan. Richard heeft een paar kleine machines, wat tapes en samples en dat is het. Daarmee wordt alles heel direct ingespeeld. Heel anders dan Trevor Horn, totaal tegenovergesteld, maar beide manieren zijn bijzonder opwindend om te doen. Deze plaat is voor mij dan ook zoiets als The Glitter And The Grid.’