Corazón del Rocanrol
Er waait een frisse wind door Mexico, vanuit de underground aangewakkerd door muziekgroepen die trots zijn op hun eigen, schizofrene cultuur. De trotse vaandeldragers van het nieuwe Mexicaanse bewustzijn zijn
Maldita Vecindad
Y Los Hijos de 5º Patio,
zes rebellen die het kloppend hart vormen van de Mexicaanse rock & roll.
door C. Cornell Evers OOR 6 maart 1993
Als de wielen van het landingsgestel met een klap de aarde raken en het vliegtuig afremt, zien we direct naast de landingsbaan een verzameling bouwwerken, opgetrokken uit afvalhout, roestig metaal, plastic en golfplaat en schilderachtig in hun absurditeit. Welkom in Mexico-Stad waar de allerarmsten dag in dag uit de kerosine-uitstoot mogen opsnuiven van de vliegtuigen die met veel lawaai voorbij hun schamele moestuintjes denderen. ‘El Circo,’ zal Pacho, drummer van de populaire Mexicaanse band Maldita Vecindad Y Los Hijos de 5º Patio, later uitleggen, ‘dat is dit land, waar de clowns in de regering zitten en de meest belangrijke acteurs in de straten zijn te vinden.’
Mexico-Stad is meeslepend en exotisch en straalt op een aparte manier schoonheid uit. Mexico-Stad is echter ook druk, chaotisch en smerig. Deze metropool met haar ruim twintig-miljoen inwoners staat bovenaan de lijst van meest vervuilde steden ter wereld. Door de hoge ligging, temidden van vulkanisch gebergte, bevat de lucht een lage concentratie zuurstof. Verder is er het probleem van de enorme industriële vervuiling en de uitlaatgassen van de miljoenen auto’s die iedere dag opnieuw luid toeterend de autowegen en straten naar en van het centrum verstoppen.
De verontreiniging heeft natuurlijk zijn weerslag op de volksgezondheid. Het weerstandsvermogen van veel inwoners is sterk verminderd door het leven in deze stad die in 1521 door de Spaanse veroveraar Cortéz werd gebouwd op de restanten van de door hem verwoeste hoofdstad van de Azteken, Tenochtitlán zoals veel Mexicanen nog altijd zeggen. In deze omgeving is iets relatief eenvoudigs als een griep al snel goed voor een maand kwakkelen. Reizigers uit het buitenland blijven doorgaans niet gespaard. Wie in Mexico-Stad aankomt, na een lange vlucht door jetlag geteisterd, en dan meteen hele afstanden te voet aflegt, zwaar eet en drinkt, en dat alles in de verontreinigde en zuurstofarme atmosfeer van deze stad, vraagt gewoon om ‘De wraak van Moctezuma’ en de daarbij horende hevige buikkrampen en diarree.
De volgende dag brengt ons naar El Chopo. Een paar minuten lopen van de spoorweg en vlak naast een zoemende elektriciteitscentrale bevinden zich tientallen kramen en met doeken afgebakende stellingen, volgestapeld met cassettes, CD’s, LP’s, singles, bootlegs, importplaten, posters, T-shirts, ijzerbeslagen riemen en laarzen, sieraden, fanzines, wierook, flesjes aromatische oliën en alles wat verder maar een jong rockpubliek kan interesseren. De jongens en meisjes achter de koopwaar vormen samen met hun klanten een bonte verzameling opmerkelijke types. Zo’n drie à vierduizend drommen hier samen, in allerlei soorten van rockero outfit. Er zijn chavas in mini-rok of gescheurde jeans, chavos die heavy metal T-shirts dragen en leren jacks, punkeros, trasheros en in leer gehulde metaleros, ‘peace & love’ jipitecas en de working class rockers die bekend staan als chavos banda.
Doors-zanger Jim Morrison is hier, net als elders in de wereld, nog altijd razend populair, maar ook obscure Britse undergroundgroepen vinden in deze omgeving een op muzikaal avontuur azend publiek. Zelfs een Nederlandse groep als Pestilence is bekend. Uit de speakers klinkt rock & roll en funk, industriële techno-muziek, Arabische rai en Pakistaanse qawwali.
Pacho wordt herkend en jeugdige fans dringen zich op. Cassettes worden doorgegeven. De drummer signeert ze stuk voor stuk met een blijmoedig gezicht, ook al gaat het hier voor het merendeel om illegaal gekopieerde tapes. ‘Die kinderen hebben geen geld om platen of CD’s te kopen en op deze manier zijn ook wij vroeger met allerlei soorten muziek in contact gekomen.’
El Chopo staat voor de diversiteit in de Mexicaanse rock-underground, waarbij het er niet toe doet of iemand hardcore is of punkero of trashero. Iedereen die El Chopo bezoekt is gelijk. Ook voor de autoriteiten die regelmatig de politieknuppel door de markt laten zwaaien, ‘op zoek naar skinheads’.
Ik wijs Maldita-zanger Roco op een stapeltje vignetten in een van de kraampjes. Het ronde embleem toont een zwart hakenkruis tegen een bloedrood veld. Hij legt min of meer verontschuldigend uit: ‘Je moet begrijpen dat de Mexicaanse rockcultuur ruwweg in tweeën is te delen. Er is een groep mensen die alleen maar reproduceert, die dezelfde stereotype muziek maakt die overal elders in de wereld is te horen. Veel van die muziek brengt een eigen mode met zich mee, eigen symbolen. De swastika is met de skinbeweging verbonden. Dat is zeker voor Mexicaanse begrippen nogal vreemd. Wij hebben tenslotte allemaal indiaanse gezichten. Iemand die met een swastika oploopt is in dat opzicht een wandelende contradictie.’
Skinheads en hun sympathisanten in Mexico beseffen heel goed waarvoor het symbool staat dat ze trots opspelden, ze zijn zeker niet naïef, zegt Roco. ‘Zij weten precies wat ze kopen en gebruiken die symbolen om anderen op stang te jagen, net als indertijd sommigen in de punkbeweging deden, mensen als Sid Vicious en Siouxie Sioux. Het feit dat die dingen nu ook hier opduiken is een voorbeeld van de beïnvloeding op grote schaal door de massamedia. Nu dragen zelfs die paar overgebleven echte indianen al T-shirts en schoenen met Engelstalige symbolen. Dat is het meest evident in Mexico, die vermenging van culturen. Ik ben echter faliekant tegen het gebruik van dat soort tekens. In onze opvattingen staat de swastika voor het absolute kwaad.’
Mexico-Stad wordt vergiftigd door hypocrisie, zegt de zanger. ‘De vervuiling in deze stad vermoordt mensen, kinderen. De autoriteiten zeggen tegen de rockcultuur te zijn om redenen van volksgezondheid. Zij steunen echter wel de fabrieken die verantwoordelijk zijn voor de verontreiniging die mensen het leven kost. Geld regeert.’
Hij was in de herfst van vorig jaar in Amsterdam. Samen met de andere leden van de band reisde Roco per trein door Europa, om de steden te leren kennen waar ze later wilden terugkeren om er te spelen. ‘Amsterdam heeft bij mij de herinnering achter gelaten van een stad die een enorm gevoel van vrijheid uitstraalt. Tegelijkertijd vond ik het aanbod van zoveel commerciële sex stuitend. In onze opvattingen is liefde en dus sex een van de mooiste dingen die de mens bezit. Ik heb absoluut geen probleem met vrije sex als zodanig. Wat ik er echter in Amsterdam niet leuk aan vindt is de vercommercialisering. Veel mensen noemen dat vrijheid. Ik vind het echter geen vrijheid als een van de meest zuivere dingen van de mens te gelde wordt gemaakt.’
Hij meent wat hij zegt. Voor de meer rationele verhalen moet ik bij Pancho zijn, lacht Roco. De kleurige afbeelding op het T-shirt van de zanger laat Onze Lieve Vrouwe van Guadalupe zien, ook bekend als Bruine Madonna of Indiaanse Maagd, een belangrijk nationaal religieus symbool. Volgens de legende zag een Indiaan, genaamd Juan Diego, de maagd op de top van een heuvel. Op wonderbaarlijke wijze liet zij haar beeltenis achter op Diego’s tilma, een Indiaanse cape gemaakt uit natuurvezels. De Mexicanen hebben haar afbeelding geadopteerd als hun strijdbanier en het schijnt dat zelfs de meest verbeten en anti-religieuze politici zich inhouden als de maagd ter sprake komt.
Het is niet vreemd dat ook Mexicaanse rockmuzikanten Onze Lieve Vrouwe van Guadalupe een warm hart toedragen. Zij staat tenslotte voor het gevoel van trots dat bands als Maldita Vecindad met in hun kielzog groepen als Caifanes, Santa Sabina, La Lupita, Fobia en Cuca uitdragen. Zij allen willen Mexico tot op de wortels van de eigen cultuur door elkaar schudden.
In dit verband moet wel worden opgemerkt dat er eigenlijk niet zoiets bestaat als één Mexicaanse cultuur. Er zijn de overblijfselen van oude Indiaanse culturen van Maya’s en Azteken. De Spaanse overheersers brachten hun eigen waarden mee, waarin ook elementen uit de Arabische wereld. De slaven uit Afrika hadden hun tradities. In de negentiende eeuw omhelsde een deel van de bevolking, de meer welgestelden, de beginselen van het Franse intellectualisme. Tegenwoordig doet vooral de invloedssfeer van de Verenigde Staten zich gelden en wordt het land van de andere kant overspoeld met de zonovergoten cultuur uit het Caribisch gebied.
Roco: ‘Cultuur die puur is bestaat niet. Ik denk alleen dat het in Mexico meer aanwezig is, meer schizofreen. Ieder deel van het land heeft bijvoorbeeld eigen muzikale tradities, eigen eetgewoonten, een eigen manier van kleden, van praten. Wij geloven niet in het ene Mexico. Er bestaan duizenden Mexico’s naast elkaar.’
Pacho: ‘Wij behoren tot een schizofrene generatie, in de goede betekenis van het woord. Wij zijn bastaards, pervertido. Als wij onder het raam van onze vriendinnen een serenade brengen, een typische Mexicaanse traditie, dan zingen wij een bolero, een traditioneel lied. Wij zijn echter ook opgegroeid met het luisteren naar rock en Afrikaanse muziek die we op straat hebben leren kennen. Dat alles komt nu samen in onze muziek. Wij hebben onze trots terug, maar zonder het enge nationalisme zoals dat zich manifesteert in de vroegere Sovjet-Unie en in delen van Europa. Zij willen geen vreemden, wij zijn er gek op.’
Maldita Vecindad Y Los Hijos de 5º Patio – met naast Roco en Pacho ook nog gitarist Pato, bassist Aldo, saxofonist Sax en percussionist Lobito – willen in hun muziek het leven in de verpauperde volkswijken van Mexico-Stad laten doorklinken. De nieuwe plaat – El Circo – staat voor het bestaan in de straten van de grote stad, die enorme chaos waar mensen, groot en klein, proberen te overleven, met het wassen van autoruiten, met de verkoop van prullaria bij de ingang van een supermarkt, met een spectaculaire vuurvreters-act op de pleinen, met Un Poco de Sangre. ‘De straat is een plaats vol contrasten,’ wijst Pacho om zich heen. ‘Er zijn clowns, er is komedie, drama, gevaar. Soms is er melodrama, soms tragedie. De straat is een universum waar zich de meest ongelooflijke dingen afspelen. El Circo staat voor een bepaalde mentaliteit, een bepaalde opvatting van het leven. Dit land is een circus, met de clowns in de regering en de meest belangrijke acteurs in de straten.’
Maldita Vecindad Y Los Hijos de 5º Patio. De naam betekent zoiets als De rotbuurt en de zonen van de vijfde huurkazerne. Pacho: ‘Als een band vroeger een Mexicaanse naam wilde gebruiken, moest die altijd aan de Azteken refereren of aan de mariachi cultuur, de muzikant in de woestijn met sombrero en poncho. Wij zijn echter niet puur indiaans en wij zijn ook geen mariachi. Wij wilden een naam die aan het stadsleven refereerde. De sociale woningbouw in de jaren veertig en vijftig bestond uit een soort huurkazernes van een of twee verdiepingen. Daar huisden de armen. Hele families leefden in piepkleine kamertjes, zonder privacy, zonder enige luxe. Dat was de vecindad, zoals die voorkwam in de Mexicaanse films uit die tijd, de films van Buñuel, waar prostitués leefden, alcoholisten, alleenstaande moeders, straatverkopers en musici. In die buurt was de 5º Patio het laagste van het laagste.’
Los Hijos de 5º Patio geloven in een collectieve aanpak. Hun platen vermelden dan ook geen individuele credits. Ieder heeft zijn eigen inbreng. Dat geldt voor zowel de composities als de teksten. De leden van de groep maken zich daarnaast sterk voor allerlei actiegroepen. Ze zetten zich in voor het milieu en hebben connecties met de studenten- en de homo-beweging. Roco: ‘Onze generatie gelooft niet in ideologieën maar ook niet in anarchie. De Maya’s leefden vanuit een concept waarin alles in het leven was terug te voeren op een en dezelfde bron, of het nu om de natuur ging of om politiek of om kunst. Het is vergelijkbaar met de dada beweging. Wij werken als collectief omdat dat voor ons de meest natuurlijke en de meest effectieve manier is om als zes vrienden onze mening uit te dragen. Er is ons altijd verteld, sinds we geboren zijn, wat goed is en wat slecht. Men heeft het over vrijheid. Maar al die tijd is het idee van geluk direct gekoppeld aan geld, macht, schoonheid, status. Wij willen iets anders. Rock & roll, de uitwisseling tussen culturen, kan daarbij helpen, evenals al die andere dingen waar wij ons mee bezig houden, zoals schilderen, fotografie en dans. Liefde, verbeeldingskracht en solidariteit, daar gaat het bij ons om.’