Let’s Dalbello

Dalbello

ontmaskerd!

 

door C. Cornell Evers OOR 16 januari 1988

Met de opvallende elpee Whȏmănfoursȃys luidde het voormalige Canadese tienersterretje Lisa Dal Bello drie jaar terug haar comeback in. Het was misschien wel de meest miskende plaat van 1984. Met de opvolger She slaat Dalbello opnieuw toe. Het masker is gevallen en C. Cornell Evers danst met haar een pas de deux. Let’s Tango!

i trace your figure in the darkness
your bodyheat breathing deep in danger
wrap your fingertips
‘round the back of my neck
your eyes shut tight
my cigarette tastes sweet
heartbeat heartbeat
you and i begin
to tango skin to skin

De tango is misschien wel de meest erotische dans die er bestaat, sensueel in zijn beweging en van een expressiviteit die spreekt van brandende hartstochten en ‘lage’ verlangens. De tango hoort thuis in de wereld van valse schittering waaraan het nachtleven zijn bekoringen ontleent, in rokerige kroegen en in kitscherige bordelen, daar waar een terloopse aanraking van een heup de adrenaline aanjaagt en de levenssappen door het lichaam doet pulseren. Waar de tango echter volkomen misplaatst is is in de protserige omgeving van een ball-room, waar mannen en vrouwen als plastic poppen emotieloos aan elkaars armen bungelen en zich mechanisch voortbewegen.
‘Ik heb ook altijd een ander idee van de tango gehad,’ beaamt Lisa Dal Bello na afloop van een kort optreden in de Rotterdamse Ahoy’, als support-act van de symfonische formatie Marillion, bij welke gelegenheid natuurlijk ook de invitatie van haar laatste single op het enthousiaste publiek werd afgevuurd: Let’s Tango!
Twee jaar geleden, terwijl ze in Londen was, zag ze een programma over ball-room dancing op de televisie. ‘Als robotten in polyester kleding, zo werd de tango gedanst, de dans die ik me altijd herinnerd had als erg sensueel, erg vitaal ook en instinctmatig. Ik vond het volslagen hysterisch wat ik daar zag. Ik wilde een song schrijven waarbij ik de tango gebruikte als een metafoor voor iets – een dans, een taal – dat heel tegengestelde mensen bij elkaar zou brengen, ondanks hun verschillen. Toen ik de tekst schreef zag ik de dansvloer als een podium voor de wereld, zonder de grenzen die ons scheiden. En ik zag de verschillende mensen, waarbij het absoluut niet ter zake deed wat voor geslacht ze hadden, wat voor huidskleur, die als gehypnotiseerd door de tango naar elkaar toe werden getrokken.’
Voor Lisa Dal Bello is het instinctmatige dat ons drijft van meer belang dan koele zakelijkheid en handelingen die volgens een van tevoren vastgelegde planning verlopen. ‘We are animal,’ zong ze drie jaar geleden op de elpee Whȏmănfoursȃys. ‘You and I are the same flesh and blood.’ De song heette Animal en was een van de negen juweeltjes die te zamen de elpee maakten die gerekend kan worden tot een van de meest eerlijke en emotionele platen de laatste jaren door een vrouw gemaakt. Daarop tekende Lisa, die zich voortaan Dalbello noemde, voor alle songs en bespeelde ze zelf het grootste deel van de gebruikte instrumenten. Het producerschap deelde ze met de voormalige gitarist van David Bowie, Mick Ronson. Whȏmănfoursȃys was de schreeuw van een vrouw die met alle middelen in verzet kwam tegen het haar door de platenindustrie opgelegde imago van de perfecte media-persoonlijkheid. ‘Don’t wanna be your baby doll.’

GLAMOUR
Dertien jaar was Lisa Dal Bello toen ze binnentrad in het wereldje van show en glamour, zeventien toen haar eerste titel-loze elpee uitkwam. De soft-focus foto op de hoes toont een overrijp tienermeisje dat quasi-zwoel in de lens blikt. De muziek is te categoriseren als doorsnee mainstream. Er volgden nog twee elpees, Pretty Girls en Drastic Measures. Daarna werd het stil rond Lisa Dal Bello. Ze was pas 21 maar had al een hele carrière achter zich en besloot dat het voorlopig genoeg was geweest. ‘Ik haatte het stereotiepe beeld dat me werd opgedrongen. De platenmaatschappij wilde van mij een tweede Pat Benatar maken en dat paste me gewoon niet. Dus stapte ik voor een poosje uit de muziek.’
Het zouden uiteindelijk drie jaar worden. In die periode hield Lisa zich in leven met het maken van jingles voor reclamespotjes. Verder begon ze zich te verdiepen in film en literatuur. Boekwinkels werden een ‘soort van snoepwinkels’ voor haar. Daarbij was ze vooral geïnteresseerd in schrijvers die zich bezighielden met het fenomeen vrijheid, hoe je als mens te ontworstelen aan de normen zoals de maatschappij die oplegt, hoe de ketenen te verbreken die een ontplooiing van de eigen persoonlijkheid belemmeren. Lisa noemt onder andere als een van haar favorieten The Colour Purple van de zwarte schrijfster Alice Walker. ‘In bepaalde opzichten leerden deze boeken mij na te denken over mijn verleden en over wat ik tot nu toe met mijn carrière had gedaan. Ze gaven mij de kracht om nee te zeggen en een andere richting in te slaan.’
Toen ze in contact kwam met Mick Ronson werd deze de katalyserende kracht die haar in staat stelde een plaat op te nemen volgens haar eigen normen en richtlijnen. Ronson deed bij de platenmaatschappij deuren opengaan die voorheen voor Lisa gesloten waren gebleven, dit ondanks het feit dat het om hetzelfde muzikale materiaal handelde. ‘Het aloude vooroordeel. Ze moesten er niet aan denken dat hun vrouwelijke artiest zelf haar plaat zou produceren.’
Al tijdens haar eerste carrière was Lisa overtuigd geraakt van de vele mogelijkheden die het werken met ongewone ritmes bood (naast gitaar, bas en toetsen speelt ze ook drums) en raakte ze hevig geïnteresseerd in ‘speelgoed als computers en synthesizers’. Na veel experimenteren kwam ze tot de bevinding dat het heel goed mogelijk was om muziek te maken die grotendeels dreef op de kracht van het ritme en de emotie van de woorden die haar teksten vormden. Lisa Dal Bello werd Dalbello en het resultaat van haar samenwerking met Ronson kreeg de titel Whȏmănfoursȃys, een soort fonetisch voor Human Forces. ‘In feite is dat de rode lijn die door alle songs op de plaat loopt: de kracht die de mens bezit. De meeste songs hebben te maken met personen die zich losmaken van datgene wat van hen wordt verwacht, met de mogelijkheid die wij hebben om de dingen beter te doen worden, puur met onze eigen wilskracht. Toen de titel Human Forces bij me opkwam dacht ik dat het misschien wel interessant zou zijn om het idee van los te breken ook daarbij door te voeren. Ik heb toen de titel in vier kleinere woorden opgedeeld, die op zichzelf niets betekenen maar die samen voor iets heel sterks staan.’

PAPOEA
Het meest ongewone aan de elpee Whȏmănfoursȃys is misschien nog wel de hoes waarop de glamourpoes van weleer haar gezicht heeft beschilderd met de vormen en kleuren die ze had leren kennen uit een boek over Papoea-maskers. ‘Dat masker staat voor de persoon die ieder van ons in de loop der jaren heeft opgebouwd, meestal naar een stereotiep beeld, één soort van man, één soort van vrouw. Ik vind dat we dat masker langzaam weer af moeten pellen en dat we misschien moeten proberen deel van elkaar uit te gaan maken. Een vrouw is een soort man en een man is een soort vrouw. Daar geloof ik sterk in. Het zijn de verschillende gradaties die ons tot de individuen maken die we zijn. Misschien dat mannen tegenwoordig net als vrouwen vrijuit hun emoties mogen tonen. Elkaar aanraken kunnen ze echter alleen op een soort van vriendelijke macho-manier, zoals in de sport. Er zijn maar weinig mannen die geen angst hebben voor fysiek contact met andere mannen, die niet bang zijn voor het feit dat dat altijd geassocieerd wordt met sex. Het is dus echt niet zo dat alleen vrouwen worden onderdrukt, gedwongen zich aan te passen, zoals de feministen beweren. Het werkt twee kanten uit. En het is de taak van de vrouwenbeweging om te proberen daar een soort van evenwicht in te bewerkstelligen en de druk die op beiden rust op te heffen in plaats van de aandacht te richten op meer macht voor vrouwen en al die blabla.’
Hoe moeilijk dat soms kan zijn ondervond Lisa de afgelopen jaren in haar eigen privé-leven. ‘Ik heb altijd van mijzelf gedacht dat ik een sterke persoonlijkheid was. En voor een deel ben ik dat ook. Tegelijkertijd ben ik echter zwak en kwetsbaar. Net als iedereen. Het is alleen soms moeilijk om dat voor jezelf te erkennen. Vooral als je een relatie hebt en niet ziet wat er in feite aan de hand is, omdat je verkiest dat niet te zien. Dat zou namelijk betekenen dat je je eigen zwakke punten onder ogen moet zien. En zolang ik maar de sterkere helft was waren daar geen problemen mee. Het was geen enkel probleem dat mijn partner mij vaak nodig had om tegenaan te leunen. Toen er echter een moment kwam dat het kussen zelf emotioneel gezien totaal op was en steun nodig had was de reactie: ”Hoe durf je het te wagen om op deze manier een beroep op mij te doen?” En dat was zo ongewoon voor mij, dat ik in feite nog dieper in de put kwam te zitten, waardoor ik absoluut niet zag hoe weinig er nog van de desbetreffende relatie over was. Het heeft een behoorlijke tijd geduurd voor ik besloot iets terug te doen en eruit te stappen, om te zien dat niet ìk degene was die fout zat. Het is tamelijk gewoon dat een relatie niet in balans is. Een relatie is als een wip: het ene moment ben je boven en even daarop zit je weer aan de grond. Dat is prima zo. Het probleem met mij was dat ik alleen niet meer in staat was om te zien hoe de zaken ervoor stonden.’

PIJN
Het is deze periode uit haar leven die erg doorklinkt op Dalbello’s nieuwe elpee She, die ditmaal helemaal door haarzelf is geproduceerd. En hoewel She zeker niet uit minder lagen bestaat dan Whȏmănfoursȃys (‘er zijn weer de Dalbelloïsmen, zoals ik ze noem.’), klinkt de plaat op het eerste gehoor directer dan zijn voorganger. ‘She is inderdaad minder gecompliceerd en dat heeft vooral te maken met het feit dat deze plaat veel persoonlijker is dan Whȏmănfoursȃys. Op Whȏmănfoursȃys was ik de verteller. Ik vertelde verhalen over andere mensen en de situaties waarin zij verkeerden. Ik realiseerde me toen nog niet dat veel van die situaties later voor mij werkelijkheid zouden worden. Ik werd de hoofdpersoon in de verhalen die ik zelf drie jaar eerder had geschreven. Daarom is op She alles in de eerste persoon geschreven. En misschien dat de songs op She eenvoudiger zijn voor de luisteraar, voor mij is She als totaal een veel kwetsbaarder plaat dan zijn voorganger.’
Of het niet moeilijk is om teksten te schrijven en deze te zingen, zowel in de opnamestudio als voor publiek, over persoonlijke ervaringen, en deze iedere keer weer opnieuw te beleven, met alle eventuele pijn van dien? ‘Zo werkt dat niet. Ik ben niet iemand die er nu eens voor gaat zitten om songs te schrijven. Ik leid mijn leven en schrijf zo nu en dan een paar regels op, gedichten, verhalen. Waar die passages op slaan weet ik op zo’n moment niet. Ik heb die enorme behoefte om mijn hand die pen over het papier te laten sturen. Hetzelfde gebeurt met muzikale ideeën. Als ik songs ga schrijven bouw ik met al die segmenten iets dat mij aanstaat. Toen ik de songs voor She schreef was ik zo met die relatie bezig dat ik niet eens doorhad dat ik over mezelf schreef. Het was de technicus met wie ik werkte die me daarop attent maakte.
‘Het is veel gemakkelijker om teksten te zingen die over jezelf gaan dan om de woorden van iemand anders te acteren. Ik kan geen verraad plegen aan mijn eigen teksten. En of het soms weer pijn doet? Nee, want die songs en het schrijven maken deel uit van het genezingsproces. Echt waar: ik had een enorme behoefte aan een uitlaatklep. Ik moest me uiten op een manier die met mijn partner niet meer mogelijk was. Toen de plaat af was, was ik pas in staat om te begrijpen waar ik doorheen was gegaan en dat alleen al maakte me sterker. Serieus: voordat je sterker kunt worden moet je in staat zijn je eigen zwakheden onder ogen te zien en wat het was dat je deed doorgaan met een verbintenis die zo ziek was.’

EIGENWAARDE
Het masker van Whȏmănfoursȃys is op She gevallen. Nog slechts een dunne doorzichtige sluier scheidt Lisa Dal Bello van de wereld. ‘Ik ben achter het masker vandaan gekomen. Deze plaat heeft niets dat voor mij aanleiding is om me ergens voor te verbergen. Ik voel me nu helemaal op mijn gemak met mezelf. Ik heb geen make-up meer nodig om de zaak te perfectioneren. Ik heb dat drie elpees lang allemaal meegemaakt en voor mij hoeft dat nooit meer. Ik wens niet meer op die manier door de stront te gaan en interviews te geven over een plaat die niets met mijzelf te maken heeft, om energie te steken in het verzinnen van verhaaltjes. Ik wil hier met jou kunnen praten en eerlijk zijn. She is de getuigenis van een overgangsperiode, een periode waarin ik mezelf weer leerde kennen en ik niet meer het gevoel had dat het noodzakelijk was om door iemand anders aangeraakt te worden om toch een gevoel van eigenwaarde te hebben.’