Zes jaar na het diep melancholische ‘Piano Nights’ schrijft het Duitse Bohren & Der Club Of Gore een nieuw jazz noir hoofdstuk: ‘Patchouli Blue’. Daarin wordt meer nog dan voorheen de kracht van de langzaamheid tot in de kleinste details uitgewerkt in lange, zich traag ontwikkelende instrumentaties in combinatie met breedvoerige intervallen. Vanaf de eerste tonen van de opener ‘Total Falsch’ zuigt ‘Patchouli Blue’ de luisteraar de wereld van Bohren & Der Club Of Gore binnen. Daar waaieren spaarzaam gedoseerde aanzetten uit tot weelderige klankschappen en nevelen in laaghangende geluidswolken flarden filmische poëzie.
Doomjazz
De schoolvrienden Thorsten Benning (drums), Robin Rodenberg (bas), Reiner Henseleit (gitaar) en Morten Gass (gitaar/piano) begonnen in 1988 met muziek maken vanuit een gezamenlijke voorkeur voor extreme stijlen als grindcore, hardcore, death- en doommetal. Enkele jaren later, in 1992, besloot het viertal, Bohren genaamd, de aandacht te verleggen naar wat zij zelf doomjazz noemden. Een jaar daarna veranderde ook de bandnaam. Bohren werd Bohren & Der Club Of Gore, een verwijzing naar de Nederlandse band Gore, die hen had geïnspireerd om louter instrumentale muziek te gaan spelen. De eerste albums kwamen uit: ‘Gore Motel’ en ‘Midnight Radio’. Ze lieten een donkere, vervreemdende clubmuziek horen die laveerde tussen langzame jazzy ballads en overvloedig door de reverb gestuurde, oscillerende doomgitaren.
Zware grondtoon
Reiner Henseleit verliet in 1996 de band. Multi-instrumentalist Christoph Clöser (saxofoon, piano, vibrafoon) werd het nieuwe clublid en de band begon regelmatig op te treden. Meer albums zagen het licht, waarop het viertal experimenteerde met klankkleuren (altijd met een zware grondtoon) en instrumentsamenstellingen (op ‘Geisterfaust’ uit 2005 is naast tuba, bastrombone en vibrafoon zelfs een koor te horen). Het geluid van de band werd met ieder album extremer én unieker. ‘Dolores’ uit 2008 opent met een sacraal kerkorgel en klinkt in zijn minimalistische kaalheid vervreemdend desolaat. In 2011 leverde Mike Patton (o.a. Faith No More) een bijdrage aan het album ‘Beileid’ met een meeslepend gezongen, droefgeestige versie van het nummer ‘Catch My Heart’ van de Duitse metalband Warlock. Eind 2015 stopte drummer Thorsten Benning na 25 jaar met de band. Het zojuist verschenen ‘Patchouli Blue’ is het eerste album waarop Bohren als trio is te horen. Op het eerste gehoor lijkt dit niet veel uit te maken. De drie overgebleven leden nemen allen hier en daar een drumpartij voor hun rekening.
Sfeer van verlatenheid
Elf stukken staan er op ‘Patchouli Blue’. Er is daarbij nauwelijks sprake van een songstructuur. De nummers beginnen met een kleine accentuering, een dun gepenseelde toonkleur, ontwikkelen zich vervolgens in lengte en diepte, en doven als ze na verloop van tijd hun voltooiing hebben bereikt weer langzaam uit. Hoewel donkere sferen overheersen, is ‘Patchouli Blue’ geen doom album – de doodshoofden op de cover zijn verre van sinister. Wat dan wel? Film noir, slow jazz en in melancholie gedrenkte ambient zijn woorden die bovenkomen. De saxofonisten John Surman, John Zorn en Jan Garbarek borrelen soms als referentiekader op in de ‘stroom van muzikaal bewustzijn’. Maar er klinken ook verre echo’s van trompettist Miles Davis uit de als Nouvelle Vague betitelde film ‘Ascenseur pour l’échafaud’ van de Franse regisseur Louis Malle. En in ‘Vergessen & Vorbei’ wandelt Bohren in het duister van de nacht door dezelfde verlaten straten als Fever Ray (alias Karin Dreijer van het Zweedse elektronisch muziekduo The Knife) op haar debuutalbum doet in ‘Keep The Streets Empty For Me’. De sfeer op ‘Patchouli Blue’ is er sowieso een van verlatenheid, niet als dreiging maar in de vorm van bluesy sfeerbeelden die kalm door de ruimte voorbijglijden als in een meditatie, of (maar dat is een eigen associatie) een gedicht van de eveneens Duitse Rainer Maria Rilke:
Wer du auch seist: am Abend tritt hinaus
aus deiner Stube, drin du alles weißt;
als letztes vor der Ferne liegt dein Haus:
wer du auch seist.
Mit deinen Augen, welche müde kaum
von der verbrauchten Schwelle sich befrein,
hebst du ganz langsam einen schwarzen Baum
und stellst ihn vor den Himmel: schlank, allein.
Und hast die Welt gemacht. Und sie ist groß
und wie ein Wort, das noch im Schweigen reift.
Und wie dein Wille ihren Sinn begreift,
lassen sie deine Augen zärtllich los…
(Rainer Maria Rilke – ‘Eingang’)
Bohren & Der Club Of Gore: Patchouli Blue
CD: PIASD5045CD / EAN 5400863020392
LP: PIASD5045LP / EAN 5400863020408
Bohren & Der Club Of Gore treedt 6 maart op in Grenswerk in Venlo in een unieke double bill met het vorig jaar heropgerichte Gore. Op 12 maart staat Bohren (zonder Gore) op het podium van het Amsterdamse Paradiso.