De naam van de van oorsprong Australische band DEATH BELLS is afkomstig van een Zuid-Koreaanse horrorfilm. De nummers op het tweede album New Signs Of Life hebben echter meer met een positief lichtende toekomst dan met somberte en duisternis.
Ze zijn nog met twee. Na hun eerste album ‘Standing At The Edge Of The World’ en een tournee in 2018 door de Verenigde Staten viel de band uit het Australische Sydney min of meer uit elkaar. Will Canning en Remy Veselis bleven over, en besloten verder te opereren vanuit Los Angeles. De naam Death Bells bleef. Het duo kreeg voor hun tweede album versterking van gerenommeerde undergroundmuzikanten, met onder anderen drummer Colin Knight (Object of Affection), die ook de productie deed, en – heel bepalend voor de optimistische uitstraling van ‘New Signs Of Life’ – saxofonist Spencer Wiles.
‘Standing At The Edge Of The World’ was een album over opgroeien en de heerlijke naïviteit die daarbij hoort. Zanger en tekstschrijver Will Canning was in 2014 bij de oprichting van Death Bells – naast hemzelf en Remy Veselis ook nog Maurice Santiago (nu Hearteyes) – net klaar met zijn middelbare school. Op ‘New Signs Of Life’ is de volwassenheid bereikt, maar de dromen zijn gebleven, verpakt in negen door vurige gitaren aangedreven aanstekelijke nummers die zich vanaf de eerste beluistering onlosmakelijk in het geheugen nestelen, als earwurms.
Bij de positiviteit van ‘New Signs Of Life’ hoort ook een zekere ironie. “We all vanish anyway”, zingt Will Canning in het openingsnummer ‘Heavenly Bodies’. Uiteindelijk verdwijnen we allemaal. Het lijkt een wrange boodschap in een tijd waarin verregaande ontwrichting van ons persoonlijke leven het nieuwe normaal is geworden, maar kan ook worden opgevat als: maak je niet druk, tel je zegeningen. Die laatste boodschap prevaleert op ‘New Signs Of Life’. Death Bells omarmt in weerwil van de bandnaam positiviteit en optimisme in een tijd van chaos en steekt een hart onder de riem. Er hangt verandering in de lucht, zo luidt in meerdere nummers de boodschap. “We’re finally coming apart”, klinkt het in de sprankelende titeltrack, als inleiding op catchy meezing refreinen die een heldere toekomstvisie beloven: “New signs of life approaching.” De nummers ‘Alison’ en vooral het meeslepende ‘A Different Kind of Happy’ benadrukken de nog altijd geldende boodschap van de kracht die liefde en hoop kunnen hebben in een wereld die, zo lijkt het, helemaal op hol is geslagen, maar waarin de saxofoon van Spencer Wiles jubelt: “Despite the uncertainty of life, I wouldn’t give, I wouldn’t give up.” En zo gaat het door. Death Bells jongleert op ‘New Signs Of Life’ met verrassende melodielijnen en springerige ritmes. Daarin echoën soms jaren tachtig bands als The Cure, Echo & The Bunnymen en Joy Divison, terwijl de stembuigingen van Will Canning een enkele keer The Smith’s Morrissey in herinnering roepen. Death Bells heeft echter genoeg eigenheid in huis om deze invloeden te laten wat ze zijn: verre echo’s.
Will Canning en Remy Veselis overtuigen op ‘New Signs Of Life’ in korte songs, de een nog pakkender dan de ander. Adem halen is er niet bij. Gitaren, bas en drums, aangevuld met onder andere saxofoon, jagen over een met postpunk en hoekige new wave pop geplaveide snelweg vol contrasten die na 28 minuten met ‘Shot Down (Falling)’ te snel eindigt. Death Bells en ‘New Signs Of Life’ bewijzen: Er is leven na de crisis. Een kwestie van doorbijten. I wouldn’t give up.
Death Bells – New Signs Of Life
Dais Records / Konkurrent
Death Bells persfoto © Jamie Parkhurst
Video ‘New Signs Of Life’ © Jamie Parkhurst