20 Jaar OOR: De Lachende Kerk Van Foetus

door C. Cornell Evers fotografie Wim van de Hulst

Als géén ander was hij in 1985 continu aanwezig in de OOR-kolommen: Clint Ruin, alter ego van de Australische performer Jim Thirlwell, brein achter de Foetus Family en ‘managing director’ van het concentratiekamplabel Self Immolation. Scraping Foetus Off The Wheel’s ‘Hole’ werd vorig jaar tot ‘meesterwerk’ uitgeroepen, blijkt achteraf niet meer dan een vingeroefening voor de definitieve Foetus-trip ‘down satan place’. ‘Nail’: een catharsis. Zelfs een duet met Pia Zadora behoort nu tot de mogelijkheden.

De Lachende Kerk Van

F o e t u s

Suffocate or vegetate or annihalate or decimate
Bring on the heavy artillery
I can do any goddamn thing I want
Anything!
P     O     W     E     R     !

‘Bruce Springsteen mag. Of John Lennon. Hoewel… dat laatste ligt nogal moeilijk. Toch Pia Zadora dan maar, dat lijkt me wel wat, haha.’ Een brede grijns plooit het bezonnebrilde gezicht van de Foetus open, terwijl de in controverses gespecialiseerde rockdichteres Lydia Lunch pogingen onderneemt haar onderlip in pruilstand te manoeuvreren.
Voor wie het nog niet begrepen had: Jim Thirlwell kan lachen. Misschien een teleurstelling voor al diegenen die als een projectie van eigen perverse gedachten het Scraping Foetus Off The Wheel-fenomeen het liefst zien als de verpersoonlijking van het menselijk verval, een monster dat zich overgeeft aan orgieën van pus, bloed en drek, maar Jim Thirlwell is de vriendelijkheid zelve. Achter de macho-façade van zwartlederen jack, donkere bril en doodskopringen schuilt een dusdanig innemende persoonlijkheid dat hij van het Engelse muziekblad Melody Maker ooit het predikaat ‘sweetie’ kreeg toebedeeld. Thirlwell gnuift nog verontwaardigd. Hoe durven ze? Een ‘sweetie’? Hij? Scraping Foetus Off The Wheel?
Hij geeft toe in interviewsituaties vaak een rol te spelen: Clint Ruin. En ook als hij op het podium staat is er wel eens sprake van acteren. Maar niet vaak. Als Scraping Foetus Off The Wheel kruipt Jim in de huid van zijn alter-ego en toont een kant van zijn persoonlijkheid die er onder doorsnee sociale omstandigheden niet zo uitkomt, er echter op het podium uitgeperst wordt als een complete zuivering van lichaam en geest. ‘Soms is het of mijn onderbewuste zich leegt en weet ik niet wat ik doe. In feite is het de natuur die zijn gang gaat.’
Hij voelt zich vaak gespleten: ‘Al is het alleen maar door de behoefte mijn standpunten duidelijk te maken door juist aan het tegengestelde gestalte te geven.’

Say what you mean and say it mean

Ook de Foetus heeft zijn onzekerheden. Jim vertelt zich op een podium vaak naakt te voelen. Het gaat tenslotte om de muziek die hij gecreëerd heeft. Een ultieme ontlading. The bottom line, zowel lichamelijk als geestelijk.
Ieder Foetus-project is het werk van één man, één bezetene. Jim Thirlwell is zowel componist als uitvoerend musicus, technicus en producer, hoesontwerper èn directeur van Self Immolation Records. ‘Hole’ kwam tot stand met sessies van soms 36 uur onafgebroken opnemen, duizenden sigaretten die Thirlwell het voor hem noodzakelijke gevoel bezorgden een martelaar te zijn. Het was ook een gevoel van complete uitputting dat hem ertoe bracht zich na de voltooiing van ‘Hole’ te laten fotograferen terwijl hij zichzelf aan het kruis hing.
‘Join The Church Of The Immaculate Preconception,’ zong Clint Ruin al in de openingssong Dying With My Boots On van het album ‘Ache’ van You’ve Got Foetus On Your Breath. ‘I’m a fake priest,’ liet hij vorig jaar weten. Het idee was om mensen een bepaald bedrag over te laten maken in ruil waarvoor ze niet alleen een lijvige nieuwsbrief, een lijst met de tien Thirlwellgeboden en een lidmaatschapskaart toegestuurd zouden krijgen, maar waarbij tevens de absolute garantie gold dat de individuele leden nooit of te nimmer iets met elkaar te maken zouden krijgen. Ieder zijn eigen heilige, zijn eigen privé-martelaar. Echter, het bleef bij een concept en onlangs nog liet Thirlwell een fotograaf weten onder geen beding meer afgebeeld te willen worden in een context van religieuze referenties. The Only Good Christian Is A Dead Christian, nietwaar Mr. Thirlwell?

Bleed now, sell later

Het moment dat Thirlwell de laatste hand legde aan ‘Nail’ beschrijft hij als een toestand die min of meer het midden hield tussen een ‘breakdown’ en een ‘breakthrough’. ‘Ik had het gevoel het definitieve statement gemaakt te hebben, althans wat mijzelf betreft. ‘Nail’ is de plaat geworden die ik altijd heb willen maken en waarschijnlijk ook de laatste onder de naam Scraping Foetus Off The Wheel. Hiermee ben ik zover gegaan als maar mogelijk is. Verder kan niet meer. Of ik zou het geluid van twee orkesten moeten produceren. Momenteel evalueer ik al mijn werk om me te bezinnen op wat komen gaat. ‘Nail’ sluit een hoofdstuk af. Mezelf herhalen is uitgesloten.’
‘Nail’ is in aanleg een traditionele elpee zo laat Thirlwell weten, in die zin dat het een concept-album is. De rode draad, het hoofdthema heet ONDERDRUKKING – uiteraard in zijn meest extreme verschijningsvormen. Onderdrukking zoals die gehanteerd wordt door mensen onderling, maar ook van regeringen uit gedicteerd, sociale uitbuiting. ‘Nail’ analyseert de mechanismen die tot onderdrukking leiden, zo stelt Thirlwell en koppelt die aan een tweede hoofdas: MACHT! Waarop is macht gebaseerd? Wie bepaalt hoe jouw leven eruit ziet? ‘Nail’ in zijn totaliteit is een bijna symfonisch te noemen epos: een meermalen ziedende maar soms ook sfeervolle synthese tussen klassieke elementen enerzijds en citaten uit zowel rock & roll als blues anderzijds. ‘There’ll be a hot time in the old town tonight’ zong Bessie Smith meer dan een halve eeuw geleden al, Descent Into The Inferno is in 1985 de uitleg van Scraping Foetus Off The Wheel’s Clint Ruin.

Glory Glory Hallelujah…
You get what’s coming to ya
You get a stomach tumor
You get a stake righ through your heart

Op ‘Hole’ heette het nog ‘I’m the last surfer in hell’, uitgeleide gedaan door Beach Boyskoortjes. ‘Nail’ leert ons wat hij daar beneden te zoeken had: ‘I recognize thee Satan and I spit in thine face.’ Kijk, da’s nou mannentaal. Met authentieke doowop en de Foetus-interpretatie van de New Orleans ‘second-line’-beat. De Foetushemel – een door Thirlwell als Pigdome Come aangeduide geestelijke staat – wordt op ‘Nail’ opgelaten in de vorm van het klassiek getoonzette Theme From Pigdome Come, op kant twee voortgezet met Overture From Pigdome Come. ‘Muziek doortrokken van een soort van cynische Disneyland-sentimentaliteit,’ aldus de hemel-profeet zelf.
Anything Viva! luidt de eindconclusie van ‘Nail’. Naar de mening van Thirlwell het ultieme voorbeeld van positief negativisme: een statement dat negatief lijkt maar dat door de wijze waarop uitgedrukt een positieve uitwerking heeft. Althans positief voor Jim Thirlwell. ‘I can do any goddamn thing I want’ barst Clint Ruin dan ook uit in de laatste groeven van de plaat die hij bestempelt als: ‘Het middelste stadium van AIDS, het moment waarop het hele afweersysteem is uitgeschakeld en alle mogelijke vergiften het lichaam binnensluipen. De catharsis is daar.

If you’re never miserable you have nothing to compare happiness to

Zeven jaar tot de geloofsbelijdenis van ‘Nail’, zeven jaar sinds Thirlwell in 1978 op 18-jarige leeftijd uit Melbourne, Australië – waar hij nog een blauwe maandag aan de kunstacademie studeerde – naar Londen vertrok. Wat volgde was een stroom van projecten waarbij Thirlwell onder de meest uiteenlopende vermommingen opereerde: Philips And His Foetus Vibrations, You’ve Got Foetus On Your Breath, Foetus In Your Bed, Foetus Flesh, Foetus Art Terorism. In ’82 verscheen ‘Ache’: een anarchistische mengeling van tapes, staal en vervormde instrumenten waarmee Thirlwell aangaf wat komen ging. ‘Hole’: de hevigste uitwassen van blues en rock & roll uitgebeend tot op het bot; een ziedende storm van post-apocalyptische klanken. ‘Crucifixion Is My Addiction’ luidden de legendarische woorden waarmee Clint Ruin zich definitief in de belangstelling brandde. De waanzin van een doodzieke wereld had zijn ambassadeur gevonden, maar ook zijn aanklager.

Don’t look at the mantlepiece while you’re stoking up the fire

Hoewel zijn hoesontwerpen menigeen tegen de borst stuiten – o.a. door een veelvuldig gebruik van zowel elementen uit nazi-propaganda als neo-communistische ideeën – wuift Jim Thirlwell elke beschuldiging als zou hij er fascistische sympathieën op nahouden minachtend opzij. Hem gaat het alleen om de stijl waarbij hij geenszins flirt met welke achterliggende ideologie ook. Een oud Self Immolation-gezegde luidt: It’s okay to be irresponsible as long as you know you’re irresponsible.
‘Propaganda is voor mij de hoogste èn de meest doeltreffende vorm van kunst. En ik vind nazi-propaganda nu eenmaal veruit te prefereren boven Britse propaganda. De ontwerpen zijn veel sterker, de composities vaak heel direct!’ Jim Thirlwell vindt kunst die niet aan de realiteit refereert nog geen ’two licks of shit’ waard, zo liet hij ooit NME-journalist Chris Bohn weten. ‘Heb ik dat gezegd,’ is in eerste instantie zijn verbaasde reactie als ik hem confronteer met deze toch alleszins interessante uitspraak. ‘Ik kan me dat nauwelijks herinneren, maar het zal wel waar zijn. Tenslotte staat Chris Bohn bekend als een erg betrouwbaar schrijver. De realiteit is inderdaad erg belangrijk voor me maar ook met fantasie kan ik het goed vinden. I’ll Meet You In Poland Baby bijvoorbeeld was een vermenging van realiteit met fantasie.’

Het nummer waarop Thirlwell doelt is voor menigeen een van de meest controversiële van ‘Hole’ en werd indertijd zelfs door VPRO’s Wilde Wereld ongeschikt bevonden om uit te zenden, door de in deze song gemonteerde flarden uit redevoeringen van Hitler. Zelf betitelt Thirlwell I’ll Meet You In Poland Baby als een lovesong – de enige die hij ooit geschreven heeft – waarin hij de relatie die Hitler en Stalin hadden en de ondertekening van een niet-aanvalsverdrag vlak voor de Duitse inval in Polen in de context van een jongen-meisje verhouding plaatst. Ook op ‘Nail’ komt Wereldoorlog II langs: Enter The Exterminator, over een concentratiekamp waarin een Moslimtype gelaten en zonder weerstand te bieden de gaskamer ingaat.

We are the good guys.
Viva mobility! No fear…
No compromise

Niets is veilig voor het ironische commentaar van de Foetus. Het gevolg is dat het Thirlwell nogal eens voor de voeten gesmeten wordt als zou hij zelf een enorm gewelddadig iemand zijn. ‘Ik ben soms een klootzak,’ mompelt hij vanachter de rook van zijn zoveelste Marlboro…(‘…choke up another thousand marlboros’ – The Throne Of Agony). ‘Als ik commentaar lever doe ik dat niet door rechtstreeks tegen iets te ageren. Er zijn andere methoden. Vaak draai ik de zaken om, door me te verplaatsen naar een ander karakter en vanuit dat standpunt commentaar te leveren. Veel mensen hebben die ironie niet door. Verkeerd begrepen worden kan evenwel heel stimulerend werken.’

Of de opmerking dat zijn volgende project wel eens een ‘heavy metal’ groep zou kunnen zijn serieus genomen moet worden? Het medium heeft de interesse van de Foetus, er wordt naar zijn mening alleen zo belabberd mee omgesprongen. Wat Thirlwell zou willen is het definitieve ‘heavy metal’ statement neerzetten, zijn visie op de soort van muziek. Wat dus niet wil zeggen dat Scraping Foetus Goes Metal als zodanig zal klinken. ‘Het zou een stuk wilder worden; heavy metal vandaag de dag is zo enorm straight. Het enige wat in die richting vaak echt telt is de shockwaarde.
Behalve met de Foetus Family is Thirlwell samen met Swans-drummer Roli Mosimann actief als Wiseblood – naar het door John Huston verfilmde verhaal over hel en verdoemenis van de schrijver Flannery O’Conner – van wie binnenkort het mini-album Dirtdish uitkomt. Volgens Thirlwell een plaat die totaal verschillend is van de ziedende snelwegrock waarmee het tweetal met Motorslug van zich liet horen. Keep your eyes on the road and your hands upon the wheel. Dirtdish moet een staalkaart bieden van de Wiseblood-interesses die kort gezegd neerkomen op het creëren van een smerig soort, totaal zieke en uiterst agressieve macho-muziek. Krachtig en wild, amigo.
Als producer Clint Ruin was Thirlwell het afgelopen jaar in de slag met de hard-jazzformatie Don King (met o.a. Arto Lindsay), Sonic Youth, Lydia Lunch, Annie Hogan en Coil. Van deze laatste formatie, bestaande uit de voormalige Psychic TV-leden Peter ‘Sleazy’ Christopherson en John Balance, ligt het begin dit jaar bij Some Bizzare uitgebrachte debuutalbum Scatology nog het meest in het verlengde van de Foetale vinyl-avonturen. Ook een binnenkort op te nemen tweede Coil-elpee zal weer tot stand komen met Ruin achter de knoppen en schuiven. ‘Ik ben hevig geïnteresseerd in produceren maar zal dat nooit ten koste laten gaan van mijn eigen werk in de studio. Omdat die dingen waarbij ik alles zelf doe, toch het meest interessant zijn. Ik word ook niet echt overstelpt met aanbiedingen maar krijg voldoende opdrachten om wat ideeën uit te kunnen werken, toe te passen, waarvoor mijn eigen muziek niet de meest geschikte is. Omdat ze van een totaal ander karakter zijn of niet geschikt voor de song waar ik dan op dat moment aan werk. En dat kan betrekking hebben op de dynamiek maar ook op het totaalgeluid of de instrumentatie. Ik hou ervan om mensen in de studio op te jutten. Dat werkt echt stimulerend, voor beide kanten. Werken in de studio is voor mij zoveel als een levensbehoefte, veel meer dan optreden, maar ik zal nooit een slaaf worden van de machinerie. Daarvoor blijft mijn voorkeur te veel uitgaan naar het zweet en de emoties die bij muziek maken horen.’
Foetus is om te lachen.
‘Humor is inderdaad een belangrijk onderdeel van de Foetus-projecten. Niet dat ik me daar nu zo bewust mee bezighoud, maar het komt er gewoon uit als ik schrijf. Voor mij is het overigens een goed teken als ik lachen kan. Er wordt een element van verrassing mee geschapen en dat is precies wat ik hebben wil in mijn muziek. Je kunt een stellingname ook een stuk sterker maken door het gebruik van een bad joke. Maar het is allemaal enorm puur, die humor komt er soms heel ongecontroleerd uit. Ik kan er ook niets aan doen.’