Naná Vasconcelos (Foto © Einar Bangsund)
Het album Saudades uit 1979 van de Braziliaanse percussionist Naná Vasconcelos liet de berimbau in een orkestrale context horen en was voor de musicus een droom die werkelijkheid werd. Het concerto werd mede mogelijk gemaakt door de creatieve inbreng van gitarist Egberto Gismonti als medecomponist en ondersteunend solist. Het Radio Symfonie Orkest Stuttgart stond onder leiding van Mladen Gutesha. Saudades, geproduceerd door labelbaas Manfred Eicher van ECM Records, beleeft nu een vinyl heruitgave, met nieuwe liner notes en achtergrondinformatie.
“Percussie is emotioneel bezig zijn”
Naná Vasconcelos is de meest creatieve percussionist die Brazilië heeft voortgebracht. Hij was een meester op de berimbau, een van oorsprong eensnarig Afrikaans instrument met onderaan een houten boog een resonerende kalebas bevestigd. Naná Vasconcelos heeft met vele muzikale groten opgetreden en platen gemaakt, van Jean Luc Ponty tot B.B. King tot Talking Heads. Toch zag hij zich allerminst als studiomuzikant. “Mijn cultuur is de cultuur van de straat”, zei hij in een interview dat ik eind jaren tachtig met hem had.
Zijn vader was gitarist, met als gevolg dat Naná eigenlijk het vak inrolde. Een opleiding heeft hij nooit gehad. De muziek zat hem als het ware in het bloed. Naná Vasconcelos begon zijn muzikale loopbaan als 12-jarige in de drumband van zijn geboorteplaats Recife aan de kust van Brazilië en in nachtclubs en cabarets waar hij de prostituées en hun klanten vermaakte met dansmuziek.
Nadat hij als jongetje in zowat elke mogelijke context zijn muzikale ambities beproefd had – eerst als drummer, later als percussionist – verhuisde Naná naar Rio de Janeiro. Daar begon hij op te treden met een van Brazilië’s meest bekende zangers: Milton Nascimento. Toen in 1970 de Argentijnse tenorsaxofonist Gato Barbieri in Rio was en Vasconcelos zag spelen, nodigde hij hem uit bij zijn band te komen. Een wereldtournee was het gevolg. Daarbij werd onder andere het Montreux Jazz Festival aangedaan. Het publiek reageerde enthousiast op de fabelachtige wijze waarop Vasconcelos met percussie omging. Hij werd dé sensatie van het festival. Platen volgden, alsook een jaren durend samenwerkingsverband met gitarist Egberto Gismonti.
In New York vormde Naná, die inmiddels een echte kosmopoliet was geworden, de formatie Codona, samen met jazztrompettist Don Cherry en sitar- en tabla-speler Colin Walcottt, waarmee hij een aantal in alle opzichten verrassende platen opnam. Daarbij mag zeker niet onvermeld blijven het in 1983 verschenen album Zumbi, waarop Vasconcelos eens te meer op fascinerende wijze liet horen dat percussie voor hem niet ophield bij het rammelen met belletjes en het slaan en roffelen op trommeltjes en stukjes hout. Zumbi is een hoogtepunt in zijn omvangrijke oeuvre, door de wijze waarop de Braziliaan in de muziek zijn stemmogelijkheden benutte en gebruik maakte van lichaamspercussie.
“Als ik schreeuw, is het de kreet van een wild dier”
“Een percussionist is niet zozeer een ritmemaker als wel iemand die met kleuren werkt, met timbres”, zei hij. “Als een drummer weet wat percussie is, speelt hij anders. Zo is Jack DeJohnette een fantastisch pianist, wat maakt dat hij zijn drums veel meer als een instrument benadert. Ik zie Jack niet als een drummer maar als een musicus die de drums gebruikt. Art Blakey was een drummer, Elvin Jones… Ik ben begonnen als drummer. Als ik echter nu de drums speel, werk ik met datgene wat ik als percussionist vooral nodig heb: ruimte. Als percussionist moet je op je gevoel kunnen reageren. Stilte kan percussie zijn. Percussie is emotioneel bezig zijn.”
In 1983 begon hij met drummachines te werken en toerde hij door Europa met een groep breakdancers uit de South Bronx. Het werken met elektronica was voor Naná Vasconcelos iets totaal nieuws, maar een uitdaging in zijn altijd voortdurende speurtocht naar nieuwe mogelijkheden van componeren.
Nana: “De bedoeling was om de drummachines zo te programmeren en te mixen met mijn percussie, dat je niet meer kon horen wie wat deed. Ik wilde spelen als een machine, terwijl ik de machine juist zo organisch mogelijk wilde laten klinken. Heel veel mensen gaan er vanuit dat je om met machines, met synthesizers, met computers te werken, allen maar wat knoppen hoeft in te drukken. En helaas wordt er door velen inderdaad zo gewerkt. Alleen zeggen de dingen die daaruit voorkomen mij bitter weinig. Als je door middel van een synthesizer met het geluid van een fluit of bijvoorbeeld trompet wilt werken, zul je toch op zijn minst moeten weten hoe je met een trompet fraseringen aanbrengt. Alleen dan kun je je eigen individuele identiteit in zo’n klank leggen.”
Hij werkte mee aan enkele projecten van de New Yorkse (maar in Brazilië geboren) avant-gardegitarist Arto Lindsay en was daarbij te horen op platen met een atmosfeer van underground, met heavy gitaren en donkere, vervormde vocalen. Het was interessant om te doen maar verder niet echt zijn wereld, meende hij. “Maar ik begon op een gegeven moment wel waardering te krijgen voor de manier waarop zij werken, hun dingen zeggen. Het heeft me alleen tijd gekost, voordat ik echt deel uitmaakte van waar zij mee bezig waren. Ik werk met de instincten van het oerwoud, primitieve geluiden. Als ik schreeuw, is het de kreet van een wild dier. Als Arto Lindsay schreeuwt, is dat de roep van de stadsjungle. Hij werkt veel meer abstract, terwijl wat ik doe poëtisch is, van een Braziliaanse gevoeligheid die zijn wortels heeft in zowel het katholicisme als oude voodoo-rituelen.”
Naná Vasconcelos werd op 2 augustus 1944 geboren in Recife in Noord-Oost Brazilië en overleed in diezelfde stad op 9 maart 2016.
De heruitgave van Saudades maakt deel uit van Luminessence Series, ECM’s nieuwe serie audiofiele vinyl-uitgaven.
Luister naar Naná Vasconcelos: A Day In The Amazon (Um Dia No Amazonas)
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Zo help je CCRyder doorgaan.
Met iDEAL kun je via de beveiligde omgeving van je eigen bank CCRyder waarderen.
“Eyes on the road and hands upon the wheel”