Ga naar de inhoud
  • Home
  • The Road
  • The Wheel
  • Podium 1
  • Podium 2
  • Backstage
  • Road to nowhere
  • Newsletter

CC Ryder

"Eyes on the road and hands up on the wheel"

  • Home
  • The Road
  • The Wheel
  • Podium 1
  • Podium 2
  • Backstage
  • Road to nowhere
  • Newsletter
    • Contact
  • Toggle zoekformulier

Van Brazilië tot Israël, van Cyprus tot Verenigd Koninkrijk: muziekmakers verkennen muzikale ruimtes en of stilte sexy is

Geplaatst op mei 26, 2025mei 29, 2025 Door C. Cornell Evers

Muziek is bijna altijd en overal aanwezig, in binnen- en buitenruimtes. Hoe we muziek ervaren, hangt af van de situatie, de keuze van de muziek, het volume en hoeveel controle we hebben over wat we horen. Muziek in onze omgeving kan invloed hebben op hoe we ons voelen, ons gedrag, onze gezondheid en ons welzijn.

Muziek gaat over compositie en uitvoering, maar ook over de ruimte die muziek inneemt of creëert. Er is daarbij een verschil tussen wat we noemen het filosofische concept van muzikale ruimte en het meer praktische, fysieke begrip daarvan. Het filosofische concept gaat over de aard, ervaring en betekenis van ruimte in muziek. Daarbij staan de subjectieve beleving, het bewustzijn en de relatie tussen tijd en ruimte centraal. Muzikale ruimte wordt in deze context gezien als een ervaring die verder gaat dan alleen de fysieke klanken.

Het praktische idee van muzikale ruimte is gericht op hoe ruimte, een concertzaal, kamer of een festivalterrein, werkt in en door muziek. Geluidsgolven kaatsen, worden geabsorbeerd of verspreid, waardoor de klankontwikkeling verandert. Musici en geluidskunstenaars spelen hier vaak bewust mee. Bijvoorbeeld door muziek te componeren voor specifieke zalen of installaties, of door het publiek door verschillende klankgebieden te laten bewegen.

Ervaringsruimte

Filosofen als Husserl1 en vooral Merleau-Ponty2 benadrukken dat ruimte geen lege, abstracte leegte is, maar betekenis krijgt door onze waarneming, lichamelijke interactie en bewoning (Merleau-Ponty, 1945; Husserl, 1907). Het is dus een zintuiglijke en lichamelijke werkelijkheid die wij door ervaring vormen, niet een objectieve meetbare entiteit.

In dit kader wordt muzikale ruimte door denkers, waaronder dus Merleau-Ponty maar ook anderen, beschreven als een ervaringsruimte. Muziek wordt niet alleen gehoord, maar ook beleefd, als een veld waar lijnen, vlakken en bewegingen ontstaan. De luisteraar bevindt zich “in” de muziek, niet er tegenover of naast, zoals veelal gebruikelijk in concertzalen. De Duitse cultuurfilosoof Peter Sloterdijk noemt dit een “auditieve ruimte”, die anders is dan de “visuele ruimte”. Het oog vereist afstand, betoogt hij, “terwijl het oor altijd omgeven is door geluid. Muziek omhult en doordringt de luisteraar, waardoor het een soort “woning” in muziek wordt. Sloterdijk spreekt hierover in termen van een nomadisch bestaan. Zijn idee van “auditieve ruimte” als “woning” of nomadisch bestaan wordt uitgewerkt in zijn werken ‘Sphären I. Blasen’ (1998) en ‘In hetzelfde schuitje’ (1997). Dit concept wordt onder andere besproken en geciteerd in het essay ‘Verkenningen van/in een muzikale ruimte’ van Marcel Cobussen3, hoogleraar auditieve cultuur en muziekfilosofie aan de Universiteit Leiden en het Orpheus Instituut in Gent.

Instrumenten en klankopbouw creëren sonische ruimtes. Door gebruik van technieken zoals filtering, weerkaatsing en het plaatsen van klanken in een virtuele ruimte (elektronische muziek), ontstaat een ruimte die niet te zien is, maar wel te voelen. In spectrale muziek – analyseert klankkleur – en musique concrète worden klankobjecten zelfs gescheiden van hun oorsprong en in nieuwe omgevingen geplaatst. Zo beweegt de luisteraar zich in abstracte klankruimtes.

Onzichtbare ruimte

Muziek kan een sfeer of stemming oproepen, die als een onzichtbare ruimte wordt ervaren. Die is niet meetbaar, maar wordt wel gevoeld, en beïnvloedt aldus de stemming en beleving van de luisteraar. Debussy zei ooit: “Muziek is de ruimte tussen de noten.” Hiermee benadrukte hij het belang van stilte en pauzes, en hoe klanken zich tot elkaar en tot stilte verhouden.

Een eeuw later onderzocht de Duitse avant-garde band Einstürzende Neubauten stilte op een meer experimentele manier. Hun album ‘Silence is Sexy’ uit 2000 exploreert, evenals het gelijknamige nummer, stilte, geluid en de spanning daartussen. Frontman Blixa Bargeld liet zich inspireren door John Cage en zijn iconische ‘4’33’’’. Daarin staan stilte en omgevingsgeluiden centraal. Maar in ‘Silence is Sexy’ is stilte niet zomaar de afwezigheid van geluid. Het wordt een krachtig, zintuiglijk en zelfs erotisch element. De band speelt met pauzes, spanningsopbouw en onverwachte stilte. De titel ‘Silence is Sexy’ onderstreept stilte als iets verleidelijk. Er klinkt overigens ook ironie door: “Just your silence is not sexy at all!”

Bij muzikale ruimte gaat het dus niet alleen om de fysieke omgeving. Muziek schept een eigen ruimte, zowel door de plek als door de manier waarop klank en instrumenten een wereld vormen waarin je kunt bewegen en zelfs “wonen”. Deze ruimte is altijd in beweging, subjectief en vol betekenis en gevoel.

Einstürzende Neubauten – Silence is Sexy (Potomak|Konkurrent)

Transformerende ruimte

De Braziliaans-Amerikaanse componist Felipe Lara (1979) gaat op zijn nieuwe dubbelalbum ‘Chamber Works For Strings’ nog een stap verder. Hij herdefinieert het ensemble als een resonerend lichaam, waarin strijkers geluid maken, maar ook zelf een rauwe, organische kracht vormen.

De composities van Felipe Lara onderscheiden zich door een sterk ruimtelijk bewustzijn. Muzikale ruimte wordt niet alleen als fysieke dimensie gebruikt, maar ook als klank- en conceptuele factor. Hij schrijft vaak voor gespatialiseerde (locatiegebaseerde) ensembles, waarbij musici bewust in de ruimte worden geplaatst om klankbeweging en ruimtelijke interactie te creëren. Complexe lagen van geluid en dynamische bewegingen maken dat de luisteraar niet alleen in de tijd, maar ook ruimtelijk wordt meegenomen op een sonische reis door opeenvolgende muzikale portalen, zoals de titel luidt van van zijn vorig jaar uitgebrachte album, ‘Portals’.

Iets dergelijks kenmerkt ook ‘Chamber Works For Strings’. Vanaf de eerste diepe tonen in ‘Corde Vocale’ (2005) tot de afsluiter ‘Trans(late)’ (2008), uitgevoerd door diverse strijkkwartetten en combinaties van viool met piano of klarinet, voert de muziek de luisteraar door een steeds van kleur en structuur wisselende reeks klankruimtes. Deze ruimtes zijn niet zozeer opgebouwd vanuit stevige fundamenten, maar ontstaan uit dynamische bewegingen van onderzoek naar de klankmogelijkheden van de instrumenten, zowel individueel als in samenhang. Vaak is er geen gesprek tussen de instrumenten; eerder is er een krachtige, organische energie. Lara’s muziek ontwikkelt zich in golven en processen, waarin stemmen en instrumenten beweging, spanning en transformatie laten zien. Zo wordt de muziek een levendige, voortdurende energiestroom die blijft evolueren.

Prijsnummer is het ruim 37 minuten durende ‘Sonare for string quartet’ (2021), uitgevoerd door het Amerikaanse Parker Quartet. Hierin komt min of meer alles samen wat ‘Chamber Works For Strings’ karakteriseert.

‘Sonare’ ontvouwt zich als een muzikale reis door verschillende klanklandschappen, waarbij thema’s en motieven niet volgens een traditionele verhaallijn worden gepresenteerd, maar als terugkerende en transformerende elementen die in de tijd verschijnen, verdwijnen en opnieuw opduiken. ‘Sonare’, evenals de andere ‘Chamber Works For Strings’, laat zo een voortdurende ontwikkeling van klank en vorm horen, en stelt aldus muziek voor als een levende, voortdurend veranderende energie in een steeds opnieuw ontluikend en herboren muzikaal lichaam.

Felipe Lara – Chamber Works for Strings (Kairos)

Materiële ruimte

De Israëlisch-Amerikaanse componist Chaya Czernowin (1957) schrijft orkest- en kamermuziek, vaak met elektronica, en heeft baanbrekende opera’s gemaakt, zoals het radicale ‘Infinite Now’, gebaseerd op de theatervoorstelling ‘Front’ (2014) van Luk Perceval, ter herdenking van de Eerste Wereldoorlog.

Door spatialisering, onderdompeling in geluid en het manipuleren van tijd en klank creëert ze een luisterervaring waarin ruimte niet alleen wordt gehoord, maar ook fysiek en existentieel wordt beleefd. Haar nieuwste album op het label KAIROS bevat twee lange werken: ‘Seltene Erde’ en ‘Atara’.

‘Seltene Erde’ (voluit ‘Seltene Erde: alchimia communicationis’) verwijst naar zeldzame aardmetalen, die essentieel zijn voor moderne technologie en communicatie, maar schaars zijn en diep verborgen in de aarde liggen. De klanken in het stuk zijn donker en vaak nauwelijks hoorbaar, alsof ze van ver onder het aardoppervlak opborrelen. Het werk is geschreven voor basfluit, contrafagot, contrabasklarinet (Klangforum Wien o.l.v. Johannes Kalitzke), contrabassolo (Uli Fussenegger), live-elektronica en 8-kanaals luidsprekers. De lage instrumenten en frequenties zorgen voor een directe fysieke impact; de klanken zijn niet alleen hoorbaar, maar ook voelbaar.

Het stuk reflecteert de pijn van hen, vaak vrouwen en kinderen, die de mineralen delven, en trekt dit door naar de uitputting van de aarde en de obsessieve drang naar altijd aanwezige wereldwijde communicatie, ooit een utopische, vrede brengende droom, nu een vaak opgeëist “recht”, met destructieve gevolgen.

Czernowin gebruikt ademhaling, ruis, stilte en geluidsfragmenten die door de ruimte bewegen. De luisteraar wordt zich hierdoor meer bewust van eigen lichaam en aanwezigheid in de ruimte.

De contrabassolo en de opnames ervan symboliseren de aarde en vormen het fundament van het stuk. Het ensemble splitst zich op in kleine groepen die met elkaar interageren in een proces van geboorte en verandering. Ze verschijnen en verdwijnen onvoorspelbaar, als door onzichtbare krachten bewogen. Dit roept associaties op met geologische processen en de in tijd langzame, maar uiteindelijk krachtige veranderingen in de natuur. Momenten van volledige samenhang ontstaan wanneer het ensemble en de contrabas samenkomen, en een gevoel van verbondenheid ontstaat.

Omdat het hier een opname voor cd betreft, gaat een deel van de ruimtelijke live ervaring verloren. Er is desondanks sprake van een indrukwekkend klankbeeld. Daarin laten de instrumenten de aarde knarsen, zuchten, open scheuren en leeg schrapen. Ze maken haar pijn ‘voelbaar’ , die ook door de lichamen en geesten van de slavenden die haar hart en ziel roven, wordt gevoeld. Een sirene-achtig geluid gilt, als een luchtalarm. Verderop pings, zoals sonar die de diepe zee aftast, het volgende mijngebied waarop de mensheid haar begerige roofzucht richt. Of horen we de klaagzang van walvissen, wereldmakers in de natuur die als soort de planeet niet uitputten maar verrijken?

‘Atara, a lament for orchestra and two amplified voices’ (2020-2021), is het tweede werk op Chaya Czernowins nieuwe album. Het is gebaseerd op een gedicht van de Israëlische dichter, musicoloog en componist Zohar Eitan (1955). Geïnspireerd door de Covid lockdowns van 2020, is ‘Atara’ een krachtig orkeststuk waarin de stemmen van sopraan Sofia Jernberg en bariton Hoger Falk tegenover grote orkestblokken van het ORF Radio-Symphonieorchester Wien staan. Czernowin reflecteert in het stuk op verlies van controle, de impact van de pandemie en de onvoorspelbaarheid van natuurkrachten. De titel ‘Atara’ betekent ‘kroon’ en symboliseert zowel de universele betekenis als de verbondenheid met pandemische thema’s als ‘corona’. Eitans tekst, die een droomsituatie tussen leven en dood beschrijft, vormde de basis voor de muzikale structuur en emotie.

In de liner notes schrijft Czernowin dat haar orkestwerk, dat oorspronkelijk ‘Crude’ heette, een klaagzang moest worden “over de hoogmoed van mensen die denken dat we alle krachten kunnen beheersen, en een herinnering aan de onzichtbare krachten die ons en onze omgeving in beweging brengen.” Tijdens de lockdown in 2020 vond ze dat Eitans gedicht haar visie versterkte. Ze veranderde daarom de naam in ‘Atara’, overeenkomstig de titel van het gedicht.

De muzikale ruimte wordt in ‘Atara’ tastbaar ingezet. Het orkest beweegt langzaam en krachtig in grote blokken, terwijl de (gefragmenteerde) zang fragiel en zelfs verloren klinkt in de enorme, brutalistische ruimten die het orkest op- en opentrekt. De plotselinge ruimtewisselingen in de muziek verwijzen niet alleen naar de dan open gevallen plekken in het orkestgeluid, maar ook naar de vervreemding en eenzaamheid die velen tijdens de lockdowns ervoeren.

Chaya Czernowin ziet het stuk als een reflectie op collectieve crisis, afscheid en transformatie, waarin kwetsbaarheid en overweldigende kracht samenkomen. Dit levert een dynamische klankwereld op die voortdurend in beweging is. Soms bijna onhoorbaar, als een boomblad dat in de elementen beweegt, dan weer hard en alles verwoestend, met enorme geluidsmuren. Gemakkelijk? Nee. Indrukwekkend? Ja.

Chaya Czernowin – Seltene Erde & Atara (Kairos)

Lichamelijke ruimte

Spanning en héél veel avontuurlijke ruimte is ook te vinden op het album ‘Atrapós’ van componist en gitarist Evis Sammoutis.

Het is wonderlijk hoe veel internationale componisten uiteindelijk in Amerika belanden, hoewel het de vraag is hoelang dat nog zo blijft in een politiek die steeds meer gericht is op isolatie. Zo ook Evis Sammoutis, geboren in 1979 op Cyprus en veelvuldig bekroond, met internationale prijzen en onderscheidingen. Evis Sammoutis is Associate Professor of Composition aan de Eastman School of Music (University of Rochester, VS) en was eerder verbonden aan Ithaca College, NY. Daarnaast is hij medeoprichter en artistiek directeur van het International Pharos Contemporary Music Festival op Cyprus, dat sinds 2009 jaarlijks plaatsvindt.

Evis Sammoutis laat zich in zijn muziek vaak leiden door een frisse en intensieve kijk op de ruimte. Hij onderzoekt hoe klanken door de ruimte bewegen en hoe dat de luisterervaring beïnvloedt. Zo speelt hij met de plaatsing van de musici, de akoestiek van de locatie en het gebruik van live-elektronica of versterking, waardoor klanken door de ruimte worden gestuurd of vervormd.

Evis Sammoutis sluit met dit alles aan bij een traditie van componisten die ruimte als een essentieel element van het muzikale materiaal beschouwen. Dit is ook duidelijk te horen op zijn recente album ‘Atrapós’, met daarop werken uitgevoerd door Ensemble Modern, Arditti Quartet, Klangforum Wien, Neue Vocalsolisten en basklarinettist Gareth Davis.

Het Griekse woord ‘Ατραπός’ wordt meestal vertaald als ‘pad’ of ‘route’. Het woord wordt daarnaast vaak gebruikt in poëtische of filosofische zin om een levensweg, keuze of uniek traject aan te duiden en dan komen ook figuurlijke interpretaties als ‘onvermoeibaar’ of ‘standvastig’ om de hoek kijken. De informatie bij het album geeft niet echt duidelijkheid, maar het is niet onwaarschijnlijk dat Evis Sammoutis met Atrapós beide betekenislagen bedoelt: zowel het unieke pad van zijn muzikale zoektocht als de vastberadenheid waarmee hij dat bewandelt.

De muziek op ‘Atrapós’ benadrukt ruimte als een essentieel element en sluit daarmee aan bij de werkwijze van de componist om klank, plaatsing van de instrumenten in de ruimte en de akoestiek daarvan centraal te stellen. Hij laat zich daarbij inspireren door literatuur, beeldende kunst en het expressieve potentieel van geluid. Zijn muziek is zowel uiterst intellectueel als diep intens, en dompelt luisteraars onder in een wereld waarin echo’s, gebaren en texturen zich ontvouwen en diep resoneren.

De toegepaste lichamelijkheid, door middel van bewegingen, vocale uitingen en andere vormen van lichaamsgebonden taal, vormt een opvallend aspect in zijn composities. Daarnaast speelt virtuositeit een rol, zichtbaar in de technische eisen gesteld aan de instrumentale partijen en ensemble-structuren.

Een ander belangrijk thema in Sammoutis’ werk is ‘disability aesthetics’. De componist onderzoekt hoe neurologische stoornissen zoals echopraxie (onwillekeurig nadoen van bewegingen) en echolalie (herhalen van woorden of zinnen) nieuwe kunstvormen kunnen inspireren. In zijn stuk ‘Echopraxia for string sextet’ (2006) door Ensemble Modern spelen imitaties en tegenstellingen, zoals geluid versus stilte, een grote rol. Hij benadrukt de spanning tussen orde en chaos. Andere werken, zoals het indrukwekkende ‘In Darkness’ (2022), met de stemmen van de Neue Vocalsolisten en de diepe basklarinet van Gareth Davis, reflecteren op Parkinsons ziekte. De muziek verhaalt van een reis van kwetsbaarheid naar kracht. Zang en instrumentatie, geïnspireerd door oude Scandinavische tradities, verklanken lichamelijke beperkingen, maar ook de schoonheid door kracht en volharding.

De rijmschema’s en glissando’s in ‘Rhymes’ (2012), uitgevoerd door het Arditti Quartet, zijn gebaseerd op Dante’s ‘La Divina Commedia’. Het droomachtige ‘Secret Garden’ (2018), geïnspireerd op een potloodtekening van de Armeense kunstenaar Arshak Sarkissian (1988) en uitgevoerd door Klangforum Wien, combineert beeldende kunst en muziek in de vorm van niet aflatende, steeds voortdurende transformaties en een sterk emotioneel geladen climax. De afsluiter, het driedelige ‘Engravings’ (2013), toont de tactiele aard van materialen, met geluiden van verschillende technieken en objecten. De uitvoering door Ensemble Modern onder leiding van Johannes Kalitzke benadrukt hier de lichamelijke expressie van en met instrumenten.

Al deze werken laten horen dat Sammoutis zich met zijn muziek verdiept in de mens, lichamelijke expressie en neurologische kwetsbaarheden. Hij gebruikt klank en materie op een rijke en complexe manier. Zo creëert hij een fascinerend, sterk op de wereld en zijn bewoners betrokken pad, waarin verschillende muzikale ruimten, zowel materieel als filosofisch vormgegeven, elkaar voortdurend en in grote onderlinge dynamiek opvolgen.

Evis Sammoutis – Atrapós (Kairos)

Hoefijzer ruimte

Niet alleen modern-klassieke componisten zoeken de grenzen op van de muzikale ruimte. Ook rockgroepen experimenteren met de auditieve invulling van de locaties waar zij spelen. Zoals de Londense acht-koppige postrockband Caroline. De composities van Caroline onderscheiden zich evenals die van alle eerder genoemde muziekmakers door een diepgaande relatie met muzikale ruimte, zowel fysiek als klankmatig.

Caroline, opgericht in 2017, wordt geroemd om hun vermogen om verschillende genres samen te voegen, met daarin onder andere een mengeling van koorzang, emo en folk verwerkt. Begin 2022 kwam het titelloze debuutalbum ‘Caroline’ uit. Nu is er ‘Caroline 2’, waarvoor de band in het single-nummer ‘Tell me I never knew that’ samenwerkte met de Amerikaanse zangeres Caroline Polacheck.

De band staat bekend om de improvisatorische oorsprong van de songs en een geluid dat live evolueert van ingetogen en intiem tot monumentaal.

De leden van Caroline beschouwen ruimte als een essentieel onderdeel van hun muziek. Ze spelen niet alleen ín een ruimte, maar mét de ruimte: hun geluid wordt mede gevormd door de locatie waar ze optreden. Omgevingsgeluiden en onverwachte invloeden worden daarbij niet als storingen gezien, maar als integrale onderdelen van de uitvoering. Zoals ze zelf zeggen: “Whatever bleeds in becomes a part of it”.

De groep kiest vaak voor onconventionele locaties en bijzondere ruimtelijke opstellingen. De interactie met omgeving en publiek staat daarbij centraal. Dit zorgt voor een unieke, steeds weer veranderende luisterervaring. Ruimte en muziek smelten samen.

Caroline speelt meestal ‘in the round’ of in een hoefijzervorm. Muzikanten kijken elkaar aan. Het publiek staat rondom of tussen de bandleden. Grenzen tussen performers en luisteraars vervagen. Er ontstaat een gevoel van gemeenschap en nabijheid. Ze experimenteren met versterkte en akoestische passages. Daarbij vullen soms delen van het optreden de ruimte zonder de tussenkomt van apparatuur. Dit versterkt het ruimtelijk bewustzijn en benadrukt de akoestiek van de locatie.

De band omarmt het onvoorspelbare en laat daarbij toe dat ook de ruimte zelf richting geeft aan de muziek. Dit leidt tot een organische, soms chaotische dynamiek. Ruimte is voor Caroline geen neutraal decor. Het is een actief, vormgevend element dat de klank, structuur en beleving van hun composities voortdurend beïnvloedt.

De bezetting op ‘Caroline 2’ bestaat uit een mix van snaarinstrumenten (akoestische en elektrische gitaar, cello, viool, altviool, bas), blaasinstrumenten (trombone, trompet, basklarinet, fluit, saxofoon), slagwerk (drums, percussie), harmonium en meerdere zangstemmen.

Het album gaat langzaam van start met het nummer ‘Total Euphoria’. Zwiepende gitaarslagen leiden een lage, tragere beat en kletterende drums in. Stemmen draperen zich unisono over dit instrumentale patchwork. Lagen van trombone, basklarinet en harmonium bouwen spanning op. Een viool katapulteert, maar stuit vervolgens op een harde stoot elektronische ruis. Na een korte, hevige ontlading herstelt de oorspronkelijke klankruimte zich. En dan is de totale euforie daar, met twee sonische werelden die samen als één bewegen.

Dit thema loopt door het hele album. Volgens Jasper Llewellyn, die samen met Mike O’Malley en Casper Hughes de kern van de band vormt, gaat het onder andere om het idee dat verschillende dingen tegelijkertijd gebeuren. Dingen die heel verschillend zijn, maar toch gelijktijdig plaatsvinden.

De instrumentale opbouw van ‘Caroline 2’ doet denken aan impro- en avant-garde jazz, maar ook aan mathrock. Caroline weet deze invloeden te combineren met een eigen, atmosferische stijl, die uniek en vernieuwend is.

Dit alles draagt bij aan een album waar in de muzikale ruimte het organische en het kunstmatige, het ruwe en het mooie, het ongerepte en het omfloerste met elkaar botsen en samenkomen. In die ruimte ontwikkelen zich voortdurende fluctuerende zang, verschuivende ritmes en instrumentale lijnen tot een glinsterend weefsel van muziek dat de luisteraar meeneemt in een unieke ervaring en daarin omhult als in een fraaie schemerdroom.

‘Caroline 2’ komt 30 mei uit. Die dag start ook een wereldwijde toernee. Die brengt de band op 9 september naar de Tolhuistuin in Amsterdam en op 14 september naar Ancienne Belgique in Brussel.

De vraag luidde of stilte sexy is. Hoewel de uitdrukking niet echt tot enig gangbaar idioom hoort, kan hij in culturele discussies de aantrekkingskracht van subtiliteit of de zeggingskracht van onuitgesproken communicatie – lees: “de ruimte tussen de noten” – benadrukken. En ja, dan is stilte sexy, van Brazilië tot Israël en van Cyprus tot Verenigd Koninkrijk.

Caroline – Caroline 2 (Rough Trade|Konkurrent)

Literatuur:
1Husserl, E. (1997). Thing and Space: Lectures of 1907 (R. Rojcewicz, Trans.). Kluwer Academic Publishers. (Origineel werk gepubliceerd 1907)
2Merleau-Ponty, M. (1962). Phenomenology of Perception (C. Smith, Trans.). Routledge & Kegan Paul. (Origineel werk gepubliceerd 1945)
3Marcel Cobussen – Verkenningen van/in een muzikale ruimte. Over Peter Sloterdijk en Edwin van der Heide

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Zo help je CCRyder doorgaan.

Met iDEAL kun je via de beveiligde omgeving van je eigen bank CCRyder waarderen.



Mijn waardering € -


“Eyes on the road and hands upon the wheel”

Albums, Story Tags:Avant-garde, Elektronica, Experimentele Muziek, Modern Klassiek

Bericht navigatie

Previous Post: Black Gold 360 presenteert chef’s special met Miss Piggy & The Seven Groovy Golddiggers
Next Post: Multitasker Jameszoo: out of the box sparren met disklavier

More Related Articles

Saxofoniste Melissa Aldana: latin expressie met uitroepteken! Albums
Multitalent Laurence Pike markeert met requiem overgang van leven naar dood en verder Albums
Was Nick Drake meer dan een archetypische Engelse troubadour? Album The Endless Coloured Ways geeft antwoord. Albums
Paradox Jazz Orchestra brengt hulde aan The Skymasters met rollercoaster van swing Albums
De sonische ervaringstrip van Memorials Albums
House Music van Bell Orchestre nodigt uit tot meespelen Albums

Copyright © 2025 CC Ryder.

Aangedreven door PressBook Green WordPress thema