johnscofield
Zijn muzikale ontwikkeling voerde gitarist John Scofield op natuurlijke wijze van de rock & roll via de blues naar de jazz. Populair werd de 34-jarige musicus echter pas als ‘side-man’ bij trompettist Miles Davis, voor wie hij de ‘hit’ You’re Under Arrest schreef.
Volgens zijn biografie was het de opkomst van The Beatles die John Scofield (Ohio, 1953) toen hij elf was ertoe aanzette gitaar te gaan spelen, maar de gitarist zelf (lange gestalte, dun blond haar) wijst een andere ‘boosdoener’ aan: James Burton, die eind jaren vijftig in de band van Ricky Nelson speelt. ‘Die was pas echt fantastisch.’
Het eerste bandje waarmee hij zelf optrad speelde skiffle en folk, maar al gauw werd de drang om rock & roll te spelen te groot en richtte Scofield zich op het repertoire en de stijl van Beatles (met name hun Amerikaanse r&b-roots), Animals, Sam and Dave, Wilson Picket en vooral The Young Rascals (heel populair in New York en omgeving). Scofield leerde snel en studeerde daarenboven van 1970 tot en met 1973 harmonieleer en theorie aan de beroemde Berklee School Of Music in Boston. Intussen waren Chicagoblues-gitaristen als B. B. en Albert King Scofields spel sterk gaan beïnvloeden, maar ook Jimi Hendrix en Eric Clapton konden zijn waardering wegdragen.
BILLY COBHAM
Zijn grote kans kwam in 1974, toen Scofield werd gevraagd bij een reünie van saxofonist Gerry Mulligan en trompettist Chet Baker in Carnegie Hall de plaatselijke gitaarlegende Mic Goodrick te vervangen. Het werd een succes en twee weken na het concert had Scofield een vaste plaats in de Billy Cobham/George Duke-band.
In de volgende jaren speelde Scofield met topmusici als Charles Mingus, Ron Carter, Lee Konitz, en Larry Coryell en in 1977 kreeg hij voor het eerst een eigen groep. Een Europese tournee met Richie Beirach op piano, George Mraz op bas en Joe LaBarbera op drums werd gevolgd werd gevolgd door een eerste ‘eigen’ elpee: John Scofield Live. Meer platen volgden en Scofield toonde zich behalve een competent componist ook een technisch uitermate begaafd gitarist, die met elementen uit jazz, rock en blues een unieke eigen stijl wist te creëren.
MILES DAVIS
Scofield is ook een inspirerend inspirator en eind 1982 werd hij door trompettist Miles Davis, dan druk doende met zijn comeback, gevraagd. Hij zou drie jaar met de meester spelen, en nam met hem de elpees Star People, Decoy en You’re Under Arrest op.
Samen met Miles schreef Scofield drie nummers voor het Decoy-album, terwijl de credits voor het titelnummer van You’re Under Arrest helemaal op zijn naam staan. ‘Alleen de titel is een verzinsel van Miles. Hij vond dat grappig. Hij kickt gewoon op dat image van bad boy.’
Scofield moet lachen als zijn ‘co-writerschap’ met de trompettist ter sprake komt. ‘Hij krijgt 75 procent en jij 25. Zo verdeelt hij de royalty’s. Verbazingwekkend, maar waar. Meestal zette hij een baslijn in – één akkoord om het gevoel aan te geven – waar ik dan overheen improviseerde. De melodie was dan van mij. Voor één song heb ik trouwens helemaal geen credits gekregen: It Gets Better van Star People. Daar deed hij een hele akkoordenreeks, heel aardig, wel tien maten lang, waaroverheen ik improviseerde. Gil Evans kwam voor dat nummer met de baslijn aanzetten. Miles nam ook zijn eigen spel op en zette soms een deel van zijn eigen solo om in een melodielijn. Dat was zijn manier van werken: een improvisatie nemen en die uitschrijven.’
Ondanks alles kijkt Scofield toch met plezier terug op zijn tijd met Miles Davis. “Het was erg opwindend. Ik was altijd al een enorme Miles-fan, luisterde naar zijn muziek, analyseerde die en probeerde ervan te leren. Dat kon nu van heel dichtbij.’
Toch wilde John Scofield, na drie jaar met plezier met Davis gewerkt te hebben, weer een eigen band beginnen. Zijn eigen muziek spelen. ‘Speel je met Miles, dan speel je ZIJN muziek. Zelfs mijn eigen songs klonken als gemaakt voor Miles. Ik voelde me uiteindelijk toch beperkt in mijn mogelijkheden, al was dat ook een uitdaging. Het was een heel grote uitdaging om met Miles te spelen, maar ik voelde gewoon dat ik andere dingen wilde doen. Voor mij was dat het ogenblik om op te stappen. Miles begreep dat, bedankte me en zei dat we elkaar nog wel eens ergens zouden tegenkomen. Heel cool.’
Vorig jaar verscheen zijn eerste elpee voor het Newyorkse Grammavision-label, Electric Outlet, waarop de gitarist voornamelijk zijn scala van technisch kunnen etaleert. Anders is de opvolger Still Warm met daarop ritmetandem Omar Hakim (drums) en Daryl Jones (bas), bekend van Stings ‘Blue Turtles’-project. Dat moet als een duidelijk compositie-album worden gezien, zo betoogt Scofield. ‘Voor Electric Outlet begon ik met een drummachine en vulde eerst zelf voor zover mogelijk de gitaar- en baspartijen in. Sax, synthesizer en trombone kwamen er pas later bij. Met Still Warm zijn we gewoon de studio in gegaan en beginnen te spelen, zoals dat met de meeste jazzplaten gebeurt.’ Het resultaat is een plaat met dromerige sfeerbeelden vol contrapunten, maar ook met bijna explosief te noemen groepsexploraties.
Een project zoals Daryl Jones en Omar Hakim met popster Sting hebben gedaan ziet Scofield voor zichzelf niet zitten. ‘Kijk, als de Stones of Springsteen me een miljoenenaanbod doen om een half jaar met ze te spelen, zou ik dat meteen doen. Ik zou ook niet te beroerd zijn om zo’n glitterpakje aan te trekken en wat over een podium heen en weer te springen. Waarschijnlijk zou ik het nog leuk vinden ook. Maar wel puur voor het geld. Daar ben ik heel eerlijk in. Ik hou van de muziek van de Stones en van Bruce Springsteen, maar voor mezelf zie ik zoiets niet zitten, want dan kan ik niet spelen wat ik wil.’
In hoeverre is Scofield op zoek naar roem? ‘Om een band aan de gang te houden en om muzikaal door te blijven groeien is geld nodig. Als je zover bent, is beroemdheid min of meer noodzakelijk. Maar ik heb geen enkele behoefte aan een superster-status. Ik zal nooit iets doen waarvan ik zelf niet houdt, alleen maar om beroemd te worden.’
C. Cornell Evers, 12 juli 1986