De rauwe werkelijkheid van Springtime

Australische rockveteranen

Springtime

hekelen absurditeiten moderniteit

Springtime is een samenwerkingsproject van de multi-disciplinaire veteranen Gareth Liddiard (The Drones, Tropical Fuck Storm), Jim White (Dirty Three, Xylouris White) en Chris Abrahams (The Necks, Laughing Clowns). Het drietal debuteerde in deze samenstelling eerder dit jaar met een aantal uitverkochte shows in Melbourne. Die worden nu gevolgd door het eerste Springtime album met daarop een duurzame legering van art- en noiserock, freejazz en improvisatie.

Springtime, de naam spreekt van lente en ontluikende bloesems, de songs ademen echter veelal de druilerige weemoed én de donkere wolken van de herfst. Het Springtime trio beschrijft in zeven songs, waarvan er geen een in minder dan vijf minuten de eindstreep haalt, enkele rauwe ongerijmdheden van de moderniteit.

De muziek kruipt, zodra het album zijn weg heeft gevonden naar cd- of platenspeler, onder de huid. De openingstrack Will To Power nestelt zich, of je wilt of niet, in je hoofd en springt daaruit steeds weer op, bij dag, nacht en ontij, als een duiveltje uit een doosje. Het nummer zoomt in op de wens van veel mensen om anders te zijn, iemand waartegen wordt opgekeken, en altijd maar weer meer te willen. Een van de vloeken van onze tijd.

Springtime vertelt verhalen, vaak triest, zoals het aangrijpende The Viaduct Love Suicide, een van de hoogtepunten van het album. De tekst van het nummer is van Gareth Liddiards Ierse oom, de dichter Ian Duhig. Die verplaatst zich in het waargebeurde verhaal van een vrouw in het Verenigd Koninkrijk die van een brug sprong met in haar armen haar gehandicapte zoon. De Britse sensatiepers viel na haar daad massaal over haar heen en noemde haar gestoord. Ian Duhig laat haar echte ik zien in zijn gedicht, waarin de liefde prevaleert. Jeanie In A Bottle, over alcoholisme, is eveneens een tekst van Ian Duhig, en vraagt om empathie, een eigenschap die het in de moderne wereld steeds vaker moet afleggen tegen de onzinnigheid van de waan van de dag.

De prachtige, met transparante pianomelodieën omlijste ballade She Moved Through The Fair van de Ierse componist Herbert Hughes, het kreunende Hammond orgel in de met veel geraas omgeven freewheelende improvisaties in The Island, de geweldige live-opname van Will Oldhams West Palm Beach, door de muzikale aderen van Springtime stroomt echt en warm bloed.

Tot slot nog een hoogtepunt. Het woedende, negen minuten durende epos The Killing Of The Village Idiot, met Bowie-achtige zang en mitraillerende piano, is een felle aanklacht tegen de Australische Special Forces die burgers in Afghanistan gruwelijk afslachtten en waarover nu processen lopen. Het is de met diepe emoties geladen, bikkelharde afsluiter van een indrukwekkende serie songs. Een die je heel stil achterlaat.

Springtime sleept je onverbiddelijk mee in hun wereld, die ook jouw wereld is, hoe absurd ook.

Springtime – Springtime
Joyful Noise / Konkurrent