De magie van Trijntje Oosterhuis

Trijntje Oosterhuis

Opnieuw een Bacharachproject

Een jaar na het succesvolle ‘The look of love’ brengt zangeres Trijntje Oosterhuis een tweede cd uit met liedjes van levende legende Burt Bacharach: ‘Who’ll speak for love’.

door C. Cornell Evers, Klassieke Zaken 1 december 2006

Er is magie tussen Trijntje Oosterhuis en de tachtigjarige componist Burt Bacharach. ‘Hij is net zo blij met mij als ik met hem. Ik wil zijn werk in ere houden, maar het tegelijkertijd op mijn manier doen. Het leuke is dat hij daar precies zo over denkt en mij daar alle gelegenheid toe geeft. Ik vind dat heel bijzonder.’ Als Trijntje Oosterhuis over Burt Bacharach praat, is het met warmte en liefde, voor de muziek en voor de artiest die zo enthousiast was over haar vertolking van zijn liedjes op de cd ‘The look of love’, dat hij graag meewerkte aan een opvolger. Die is er nu, ‘Who’ll speak for love’. Voor de opnamen in november moest ze wel even de theatertour onderbreken die ze deed met de uit Brazilië overgekomen gitarist Leonardo Amuedo, normaliter begeleider van de zanger en componist Ivan Lins. ‘Ik wilde al heel lang een akoestische tour met Leonardo doen. Gewoon met z’n tweeën. Wij kennen elkaar al jaren. Hij heeft hier vroeger tien, elf jaar gewoond en vond het leuk om weer eens in Nederland te zijn. En hij kon het regelen met Ivan Lins. De tour stond al heel lang gepland en was dus eerst. De cd is er pas later bijgekomen. Maar het was goed te doen. Een kwestie van voorbereiden.’

En van professionaliteit. Haar carrière telt inmiddels vele hoofdstukken, het een nog indrukwekkender geschreven dan het ander. Eenkennig is ze nooit geweest. Eerder het tegendeel. Elke uitdaging was er een. Zolang het tenminste muziek opleverde van hoog niveau. Dat begon met Total Touch, de band die Trijntje in de jaren tachtig begon samen met broer Tjeerd met wie ze een aantal hits scoorde. Maar ook in de samenwerking met anderen was ze succesvol. Ze trad in de hele wereld op met saxofoniste Candy Dulfer en zong met Al Jarreau, Andrea Bocelli, Herbie Hancock, Lionel Richie, Herman Brood, Marco Borsato en, heel speciaal, raizanger Khaled. Een eerste grote hoogtepunt was de opening van de Amsterdamse Arena op 14 augustus 1996, waar Trijntje voor miljoenen televisiekijkers de door John Ewbank geschreven hymne ‘De zee’ zong. In diezelfde Arena trad ze begin 2002 op bij het feest ter gelegenheid van het huwelijk van kroonprins Willem Alexander met Máxima Zorreguieta. Op koninginnedag van dat jaar was Trijntje op het Amsterdamse Museumplein te zien tijdens een verrassingsoptreden met de Britse popgroep Queen. Daar zong ze de afsluiter ‘We are the champions’. Dat klopt. Ze is een kampioene, die onderscheidingen in ontvangst mocht nemen als een zilveren harp, een gouden harp en nog zo het een en ander.

En er waren de cd’s. Een Marlboro Flashback Tour met songs van Stevie Wonder resulteerde in 2001 in een platina live-cd. In 2004 tekende ze een contract met het Amerikaanse jazzlabel Blue Note. De daarop volgende cd ‘Strange fruit’, met werk van de legendarische zangeres Billie Holiday en de klassieke componist George Gershwin, live opgenomen met Amsterdam Sinfonietta en de swingjazzband The Houdini’s, haalde vervolgens eveneens de platina status.

En toen was er vorig jaar ‘The look of love’, met liedjes van Burt Bacharach, een man met wiens muziek hele generaties zijn opgegroeid. Wie kent ze niet, klassiekers als ‘Do you know the way to San José?’, ‘I say a little prayer’, ‘I’ll never fall in love again’, ‘Walk on by’, ‘Anyone who had a heart’ en ‘That’s what friends are for’? Trijntje zong ze, stijlvol en met flair, begeleid door het Metropole Orkest. De legende zelf zat in twee songs achter de piano. Een droom kwam uit. Niet dat ze vanaf haar jeugd over Bacharach had gedroomd, maar er was wel altijd de wens geweest om een project als dit te doen. Trijntje: ‘Dit is iets, dat kom je onderweg tegen. Het is een verrassing die je moet koesteren. Liedjes zijn er om gezongen te worden. Maar dit had ik niet verwacht. Natuurlijk, er zijn heel veel artiesten die zijn werk hebben gezongen. Maar als je persoonlijk met de man zelf kunt werken, is dat uniek.’

Uniek, zo vond ook Bacharach de samenwerking. Na de opnamen voor ‘The look of love’ noemde hij in interviews vaak haar naam. Ze bleven contact houden. En Trijntje ontving een uitnodiging om naar Amerika te komen, om bij een concert van de meester in Amerika acte de présence te geven. Dat concert is er nog niet van gekomen. Een kwestie van drukke agenda’s. Maar Burt, zoals Trijntje hem noemt, had nog iets anders voor haar. Hij had samen met Tim Rice (‘Lion king’, ‘Evita’) een nieuw liedje geschreven, ‘Who’ll speak for love’, en wilde graag dat Trijntje dat zou zingen. Dat gebeurde, in Los Angeles, waar de componist na afloop helemaal ontroerd was. Trijntje: ‘Het nummer kwam vers van de pers en had nog geen bestemming gekregen. Ik heb zijn aanbod met beide handen aangenomen. Ik had wel op zoiets gehoopt, maar durfde daar eigenlijk niet aan te denken.’
‘Who’ll speak for love’ is de titelsong geworden van ‘Burt Bacharach songbook II’, door zangeres en componist onlangs opgenomen met dezelfde ploeg als waarmee ‘The look of love’ tot stand was gekomen, het Metropole Orkest onder leiding van arrangeur Vince Mendoza, producer Patrick Williams en opnametechnicus Al Schmitt. Bacharach zelf was nog intenser bij de opnamen betrokken dan de vorige keer. De zangeres noemt ‘I just don’t know what to do with myself’ en ‘In between the heartaches’, twee nummers waarin ze nauw met hem samenwerkte. ‘Ik had zelf veel ideeën over de arrangementen, hoe ik het zou willen doen. Hij stond daar erg voor open en heeft daar enthousiast aan meegewerkt en zijn bijdragen geleverd.’

Na de opnamen van ‘The look of love’ merkte de zangeres op dat er zoveel geweldige liedjes waren, dat ze gemakkelijk een dubbelalbum had kunnen maken. Dat is er dan nu met ‘Who’ll speak for love’ op een bepaalde manier toch van gekomen. Ze lacht uitgelaten. ‘Eigenlijk wel, hè. Weet je, je zoekt altijd een balans tussen langzame en uptempo, droevige en vrolijke nummers. Je kunt niet twintig ballads op een cd zetten. Dus moet je kiezen. Ook nu zijn er weer hele fantastische nummers afgevallen. Maar je zult mij niet horen roepen dat ik dan nog wel een deel maak. Dat zou een beetje inhalig zijn. Het is al zo fantastisch dat ik dit mag meemaken. Dit is zo bijzonder. De man is tachtig en heeft zijn leven lang liedjes geschreven. Wil je die allemaal registreren, dan ben je daar zelf een leven mee bezig. Hij is dankbaar dat er nu een nieuwe generatie opstaat die zijn werk in leven houdt. Ik heb daar nooit op die manier over nagedacht, maar telkens als ik hem tegenkom en spreek, zegt hij hoe vereerd hij is.’

Burt Bacharach, Songbook II Who’ll speak for love
Trijntje Oosterhuis, Burt Bacharach, Metropole Orkest o.l.v. Vince Mendoza
Blue Note 50999 5152062 5