De Zwitsers-Nederlandse zangeres Susanne Abbuehl ontving voor haar in 2001 verschenen ECM-debuut ‘April’ wereldwijde waardering, plus een Edison. Vijf jaar later is er de opvolger, ‘Compass’, een richtingwijzer naar muzikale elegantie.
Door C. Cornell Evers Klassieke Zaken 13 augustus 2006
Ze werd geboren in 1970 in Bern, Zwitserland. Susanne Abbuehl was nog een kind toen ze haar eerste liedjes componeerde en teksten begon te schrijven. In 1987 verhuisde ze naar Los Angeles, waar ze zang studeerde. Met een jazzband toerde ze door de Verenigde Staten en Canada. Na haar terugkeer in Europa combineerde ze een jazzopleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag met een studie klassieke Indiase zang.
Met ‘April’, haar debuut-cd uit 2001, liet Susanne Abbuehl horen bepaald niet eenkennig te zijn in haar muzikale voorkeuren. Naast eigen composities bevat het schijfje muziek van Carla Bley, teksten van e.e. cummings, Indiase raga en een behoorlijk radicale versie (alleen stem en Indiaas harmonium) van ‘Round Midnight’. ‘April’ werd enthousiast ontvangen en de maakster ervan vergeleken met moderne jazzzangeressen als Cassandra Wilson en Norah Jones. Vervolgens moesten Abbuehls bewonderaars vijf jaar wachten voordat er een opvolger in de winkel lag. Maar nu is die er dan.
‘Compass’ is net als ‘April’ opgenomen met producer en ECMbaas Manfred Eicher. Hoewel de muziek van Abbuehl en haar band op ‘Compass’ aan minstens zoveel invloeden en ideeën raakt als op ‘April’, zijn de songs meer met elkaar verbonden. Dit heeft onder andere te maken met Abbuehls gebruik van klank. Iedere noot krijgt zijn eigen plaats en de zangeres neemt alle tijd en rust om die te exploreren. Ook haar bandleden lijken meer op elkaar betrokken, in subtiel golvende kamermuziek. Abbuehls stem en de klarinet van Christof May gaan op ‘Compass’ vaak samen op, twee ademtochten in dezelfde levenspuls.
Daaronder klinkt het rustige, elegante pianogeluid van Wolfert Brederode, een belangrijke centrale factor. Drummer Lucas Niggli is nieuw en afkomstig uit de wereld van de geïmproviseerde muziek. Met een zacht beroeren van drums en bekkens brengt hij precies waar nodig schaduwen en accenten. ‘Compass’ is een reis die zich op heel veel niveaus tegelijkertijd afspeelt, met tekst en muziek, en door tekst als muziek. Susanne Abbuehl reikt op deze cd tot de uitersten van de jazz met composities van Chick Corea tot Sun Ra, en door het gebruik van folksongs in het kielzog van Luciano Berio en teksten van James Joyce en van de zeventiende-eeuwse Chinese dichter Feng-Meng Lung.
In dit alles is Abbuehls opmerkelijke stemgeluid de grote bindende factor. Die is als een massage, zacht en sterk tegelijkertijd, maar ook helder en sprankelend. Abbuehl zingt en fluistert haar woorden direct in het oor van de toehoorder, die niet anders kan dan betoverd worden door de emotionele diepte van haar voordracht. Daarbij is niet uitgesloten dat haar uitvoeringen van bestaande werken tot nieuwe standaard worden verheven. Zoals die van ‘Black is the color…’ van de uit Kentucky afkomstige zanger John Jacob Niles. Abbuehl hoorde dit nummer, net als de Franse traditional ‘Lo fiolairé’, voor het eerst in Berio’s adaptatie voor zijn ‘Folk Songs’. Op ‘Compass’ zingt ze het lied op vertellende wijze, met naast haar stem alleen twee klarinetten.
‘Black is the color…’ is sinds zijn ontstaan door heel verschillende vocalisten uitgevoerd, van Cathy Berberian tot Patty Waters en Nina Simone. Abbuehl laat horen dat zij de tekst begrijpt. Zij beleeft de tekst, en dat maakt haar uitvoering tot een van de krachtigste die er zijn. Subliem. Net als de rest van ‘Compass’.
Foto Susanne Abbuehl: Mario Del Curto (2016)