Eén opera schreef sitarspeler
Pandit Ravi Shankar
in zijn lange leven, ‘Sukanya’, over liefde in moeilijke situaties. Drie jaar na de première met het London Philharmonic Orchestra is ‘Sukanya’ nu uit op CD.
door C. Cornell Evers
De klassieke Indiase sitarspeler Pandit Ravi Shankar (1920-2012) was in het verleden, vanaf het midden van de jaren vijftig van de vorige eeuw, voor velen de eerste kennismaking met niet-westerse muziek in het algemeen en die van India in het bijzonder. De beroemde saxofonist John Coltrane bijvoorbeeld had veel interesse voor de muziek van Ravi Shankar, met wie hij bevriend was. Ravi Shankar had ook grote invloed op het leven en de muziek van de Beatles en leerde George Harrison de fijne kneepjes van het sitarspel. De Beatle die de muziek van Shankar had leren kennen door Roger McGuinn en David Crosby van de Amerikaanse popgroep The Byrds, beiden Shankar-fans, gebruikte de sitar voor het eerst tijdens de opnamen voor ‘Norwegian Wood’. Andere nummers waarin het instrument prominent aanwezig is zijn ‘Love You Too’, ‘Tomorrow Never Knows’ en ‘Within You Without You’. In 1969 trad Shankar op bij het legendarische popfestival in Woodstock.
Klassiek, raga’s en minimal
In de klassieke muziek werkte Shankar samen met en beïnvloedde hij violist Yehudi Menuhin. Met hem nam hij in 1967 de LP ‘West Meets East’ op. Het was voor het eerst dat gerenommeerde klassieke muzikanten uit verschillende culturen op gelijke voet samenwerkten. Na ‘West Meets East’ volgden nog drie concerten voor sitar en orkest en een symfonie.
En dan is er de minimalcomponist Philip Glass. Die ontmoette de sitarspeler in Parijs in het midden van de jaren zestig. Daar volgde Glass compositielessen bij Nadia Boulanger. De ontmoeting met Shankar zou van grote invloed blijken. “Ravi Shankar opende voor mij de deur naar een wereld van muziek”, zei Glass vele jaren later in een interview met National Public Radio ter gelegenheid van de publicatie van zijn boek ‘Words Without Music’. Shankar was het begin. De ontmoeting deed de nieuwsgierige Glass, die na India meer wilde, onderzoek doen naar andere muzikale tradities, zoals die van het Chinese Taoïsme, Japanse Shinto, en inheemse volkeren, die met muziek hun identiteit uitdragen. De invloeden van dit alles zijn terug te vinden in zijn vele muziekopnamen. Mede door de nadruk die hij legde op het ritme in zijn werk, beïnvloed door onder andere Indiase raga’s, ontwikkelde Philip Glass een unieke, heel emotioneel herkenbare muziek. Om een paar werken te noemen: ‘Einstein on the Beach’ (1976), ‘Satyagraha’ (1982), ‘Akhnaten’ (1984). In 1990 brachten Ravi Shankar en Philip Glass het gezamenlijk gecomponeerde kamermuziekstudio-album ‘Passages’ uit, een kruising van klassieke Hindoestaanse muziek en de moderne Amerikaanse minimalstijl van Glass.
Glass en Shankar hebben wat met elkaar gemeen. Beide componisten lijken voor een deel uit dezelfde westerse en niet-westerse muzikale bronnen te putten. Een deel van het publiek van Philip Glass zal zeker gecharmeerd zijn van ‘Sukunya’. Maar terwijl Glass vaak kiest voor een hybride aanpak, wisselen de invloeden in ‘Sukunya’ elkaar af, meer dan dat ze met elkaar versmelten. In ‘Sukanya’ integreert Shankar de Indiase muziek in het raamwerk van de westerse opera. Hij brengt er alle facetten van zijn leven als uitvoerend kunstenaar in samen, en gaat terug naar zijn jeugd als danser, zijn gevoel voor theater, alsmede zijn liefde voor film (Bollywood e.a.).
Het eerste idee voor ‘Sukanya’ stamt uit 1995, toen Ravi Shankars schoonmoeder bij hen kwam wonen én is gerelateerd aan het feit dat haar dochter Sukanya – de vrouw van Ravi – dertig jonger was dan hij. Op zeker moment merkte Sukanya’s moeder op dat ze haar dochter de juiste naam had gegeven. Toen Ravi naar het waarom vroeg, zei ze dat hun situatie leek op die van een oud verhaal uit de Hindoestaanse literatuur. Het zaad voor de opera die Shankar een paar jaar later zou beginnen te schrijven was hiermee geplant.
De opera
‘Sukanya’ vindt zijn oorsprong in de Mahābhārata, een van de twee belangrijkste epen uit het oude India. Mahābhārata verhaalt in oude Sanskrietteksten van het conflict tussen twee families in de Kurukshetra-oorlog en van het lot van de Kaurava- en de Pāṇḍava-prinsen en hun nakomelingen. Samen met het epische Rāmāyaṇa vormen de twee religieuze schrifturen de Hindoe Itihasa, de Hindoestaanse mythologie. Het libretto van ‘Sukanya’ vertelt het verhaal van de mooie prinses Sukanya die uit compassie trouwt met een door haar per ongeluk blind gemaakte, oude man van grote spiritualiteit, Chyavana. Dit valt verkeerd bij een tweetal mooie halfgoden, de Aswini tweeling. Die dagen haar uit, nadat ze Chyavana in uiterlijke schoonheid op henzelf hebben doen lijken, om te zeggen wie van de drie identieke personen die zij haar voorzetten haar echtgenoot is. De prinses kijkt door de schijn heen, tot in de ziel van Chyavana, en laat hem, door voor hem te kiezen, weer jong worden.
Ravi Shankar begon op 90-jarige leeftijd te schrijven aan ‘Sukanya’, maar het werk was niet af toen hij in 2012 overleedt. Het werd voltooid en georkestreerd door dirigent David Murphy, die al langer met Shankar samenwerkte, met de hulp van Shankars vrouw Sukanya en dochter Anoushka.
‘Sukanya’ combineert traditionele Indiase instrumenten, westers orkest, zangers en dansers met elkaar. De première uitvoeringen van het London Philharmonic Orchestra waren in 2017. De opera keerde begin dit jaar in het kader van de viering van het honderdste geboortejaar van Ravi Shankar terug in het theater.
De dubbel-CD van het London Philharmonic Orchestra die nu uit is, bevat een opname van de wereldpremière, met onder anderen de Britse sopraan Susanna Hurrell en de Indiase zanger en acteur Alok Kumar als respectievelijk Sukanya en Chyavana. Zij zijn te horen naast traditionele Indiase musici en de BBC Singers.
‘Sukanya’ wordt ingeleid met een solo voor sitar, de raga ‘bairagi’, met daarin melodische frasen die later steeds weer zullen terugkomen en als een rode draad door het werk lopen. Vervolgens worden de hoofdrolspelers geïntroduceerd, de twee halfgoden, de oude Chyavana en Sukanya zelf.
Het verhaal van Sukanya
Uit het programmaboekje, het begin van het verhaal: De Aswini Tweeling – twee mooie, jonge halfgoden – zijn getuige van een jonge, rouwende man genaamd Chyavana die in het bos mediteert; hij gaat zo op in zijn meditatie dat mieren een nest om hem heen bouwen en er zich een enorme mierenheuvel vormt. Honderd jaar gaan voorbij. Op een mooie lentedag gaat koning Sharyaati naar het bos om het nieuwe seizoen te vieren, vergezeld van zijn dochter prinses Sukanya, haar vriend en de koninklijke entourage. Onverschrokken en nieuwsgierig als zij is, ontdekt Sukanya de mierenheuvel en wat eruit ziet als twee juwelen die daar binnen gloeien. Ze port erin met haar waaier en een schreeuw van pijn klinkt uit de heuvel. De gloed vervaagt en stormwolken ballen zich samen in de lucht. Terwijl Chyavana tevoorschijn komt, nu een oude man, beseffen Sukanya, de koning en het hof wat er is gebeurd. De koning wordt zich gewaar van Chyavana’s spirituele statuur, belooft het goed te maken en biedt hem Sukanya’s hand. Sukanya accepteert deze beslissing, in de wetenschap dat het is voor het welzijn van het koninkrijk, maar ook vanuit het gevoel dat er hier een mystieke kracht aan het werk is. Terwijl de Aswini Tweeling toekijkt, wordt er haastig een bruiloft georganiseerd.
Het is even wennen aan de vele invloeden en sferen die elkaar in ‘Sukanya’ afwisselen. Maar dan openbaart zich een wereld van muzikale schoonheid, vol rijke contrasten. Daarin schittert Susanna Hurrell als een imponerende Sukanya en onderstrepen de Indiase meesters Parimal Sadaphal op sitar en vooral Ashwani Shankar op shehnai, de Indiase hobo, op virtuoze wijze de spirituele kanten van het verhaal. Door tabla’s (Rajkumar Misma) aangedreven ritmes en zangpartijen (type ‘human beatbox’) zorgen keer op keer voor explosies van muzikale hartstochten – ‘Arrival of the Aswini Twins in Part II is puur vuurwerk – en het London Philharmonic Orchestra laat zich opvallend horen als een ideale vertolker voor de vele verrassende harmonische wendingen in de partituur.
‘Sukanya’ is opwindend en voert de luisteraar met zijn niet ophoudende vitaliteit mee in een caleidoscopische stroom van muzikale kleuren en energie, én is een vurig pleidooi voor een wereld waarin compassie en empathie het winnen van afgunst en haat. ‘Sukanya’ had niet op een beter moment kunnen komen.
Ravi Shankar: Sukanya
London Philharmonic Orchestra e.a., David Murphy (cond.)
LPO0115 / EAN 5060096760276
Ravi Shankar 100
2020 markeert het 100-jarig jubileum van de geboorte van Ravi Shankar. Om dit eeuwfeest te vieren presenteert David Murphy een speciaal muziekprogramma met Shankars ‘Symphony’ (2012 – London Philharmonic Orchestra) in zijn muzikale en culturele context. David doet dit samen met Ravi Shankars dochter Anoushka, die in de voetsporen van haar vader is getreden en alom wordt geprezen om haar virtuoze sitarspel.