Zwarte zwanen, witte zwanen…

De bakens bij het Newyorkse S w a n s  zijn
definitief verzet. Wringende ritmes en een muur
van noise maakten plaats voor sfeer, akoestische

Zwarte zwanen, witte zwanen…

instrumenten en vooral: Love  OLife.

door C. Cornell Evers foto’s Wim van de Hulst OOR 7 maart 1992

Michael Gira

‘Het was uiteindelijk zo gemakkelijk om effect te scoren, het was een maniertje geworden en dan moet je gewoon stoppen.’ Michael Gira kijkt zonder heimwee terug naar de tijden dat zijn groep Swans een synoniem was voor de combinatie ‘hard, rauw en expressief’.

Filth, Cop, Greed en Holy Money waren platen van een groep die als geen ander extreme gevoelens van pijn en wanhoop uitdroeg, zowel in de muziek als in de teksten. Swans was het instrument dat Michael Gira had ontwikkeld en gebruikte om een behoefte aan extreme ervaringen, iets radicaals te kunnen bevredigen, zo legde hij zelf indertijd uit. En radicaal was het wat Swans teweeg bracht: een duivelse kakofonie van wringende ritmes en zwaar vervormde gitaren, soms een schreeuwende saxofoon en altijd dat brullende stemgeluid, die oerschreeuw die in de krochten van de hel zijn oorsprong leek te vinden: loeihard en onnoemelijk ranzig. Swans verklankte de meest duistere kanten van de menselijke geest en legde met analytische precisie de kankergezwellen van een perverse samenleving bloot.

Tijden gaan voorbij, de ervaringen van het leven doen hun invloed gelden en jeugdige onbezonnenheid maakt plaats voor een meer volwassen gevoel van relativering. Ook Michael Gira ontkwam niet aan de veranderingen die het ouder worden met zich mee brengen en stelde zijn creatieve proces rigoureus bij. Uit de zwarte zwanen van weleer werd een sierlijke verschijning geboren. De naam is gebleven, de energie in de muziek ook, maar voor het overige herinnert weinig in de groep rond Gira nog aan de massieve krachten waarmee Swans in het begin naam maakte.

De ommekeer werd voor het eerst merkbaar op de in 1987 uitgebrachte dubbelaar Children Of God, waarop naast referenties aan Swans oude stijl tevens elementen uit klassiek getinte muziek en oude songtradities om de hoek kwamen kijken. Symfonische monumentaliteit werd smaakvol afgewisseld met meer akoestische sfeer-inkleuringen. De hoofdthema’s op Children Of God waren liefde en religie, die beiden, in de opvattingen van de (toen nog) pessimist Gira, een handvat bieden aan mensen om de eigen persoonlijkheid te verloochenen. Het daarop volgende The Burning World liet een Gira horen die duidelijk reageerde op voorbeelden als Leonard Cohen, Tim Buckley, Nick Drake en Joy Division, zonder dat dit overigens ten koste ging van het eigen karakter van de muziek. Michael Gira zou ook niet weten hoe hij bepaalde invloeden bewust in zijn muziek zou kunnen verwerken, daarvoor is hij muzikaal toch te weinig onderlegd, zo zegt hij zelf in alle eerlijkheid. Hij luistert tegenwoordig bijvoorbeeld naar muziek uit middeleeuwen en renaissance maar als daar al iets van is terug te vinden op zijn platen, dan is het eerder in de sfeer die opgeroepen wordt dan dat er daadwerkelijk muzikale thema’s worden geciteerd. ‘Ik reageer heel veel op die muziek. Ik vind het leuk. Als ik luister naar Spaanse middeleeuwse muziek, waarvan ik veronderstel dat hij erg beïnvloed is door Marokkaanse tradities, dan hoor ik lichte overeenkomsten met bijvoorbeeld muziek uit India. Of dat ook werkelijk zo is, zal iemand die echt musicus is je beter kunnen vertellen dan ik. Ik luister naar die dingen en een echo daarvan klinkt zeker op een of ander manier in mijn eigen werk door, maar verder dan dat gaat het niet.’

‘Ik ben Amerikaan, dus ik
heb het recht en de plicht
om te zeggen hoe ik over
mijn land denk’

Het voorlopige hoogtepunt in het oeuvre van Swans verscheen vorig jaar in de vorm van White Light From The Mouth Of Infinity, een indrukwekkend werkstuk waarop psychische verscheurdheid en menselijk verval maar ook liefde de hoofdthema’s vormden. De nieuwe langspeler, Love Of Life, is hier een natuurlijk vervolg op en ligt zowel thematisch als muzikaal in het verlengde van zijn voorganger. Ook de hoesontwerpen die kunstenaar Deryk Thomas uit Edinburgh voor beide platen maakte, vormen één geheel. Het betreft hier een serie tekeningen van in kostschoolpakjes gestoken konijntjes. Als illustratie in een kinderboek zouden ze niet misstaan, ware het niet dat onder het oppervlak van hun ogenschijnlijk vredige verschijning iets knispert en broeit. De uitdrukkingloosheid van hun gezichtjes roept een ongemakkelijk gevoel op. Hoewel de diertjes vaak worden voorgesteld als een symbool voor absolute onschuld, krijgt de aanwezigheid van de konijntjes hier bizarre, zelfs sinistere trekjes. White Light From The Mouth Of Infinity toont er twee die een winterwortel op elkaar richten, als een pistool. Op de hoes van Love Of Life staan deze zelfde konijntjes afgebeeld, terwijl hun kopjes in brand vliegen. Niemand is onschuldig, lijken de tekeningen te willen zeggen.

God Loves America zingt Gira, een scherpe aanklacht tegen een verkwistend consumptiepatroon, geplaatst tegen het decor van een tape waarop een negentig-jarige man een banaal verhaal vertelt over het jagen en afschieten van een hert. ‘So God forgive America, the end of history is now. And God may save the victim, but only the murderer holds real power.’

Gira: ‘Ik ben Amerikaan, dus ik heb het recht en de plicht om te zeggen hoe ik over mijn land denk. Ik heb geen hekel aan mijn land, ik haat het niet, er gebeuren ook hele goede dingen. God Loves America gaat gewoon over een triest proces dat ik in de loop der jaren met eigen ogen heb kunnen gadeslaan. Ik heb door Amerika gereisd sinds ik negentien, twintig jaar was. Ik ben zo’n vijf keer al liftend dwars door het land van de ene naar de andere kant getrokken. Toen ik niet zo lang geleden aan het toeren was, viel het mij echter ineens op dat het land waardoor ik reed, niet meer het land van mijn herinneringen was. Alles is in verval, niets is er meer over van het typische karakter van het landschap.’

Hij geeft een voorbeeld: ‘Ken je The Byrds van Alfred Hitchcock? Een prachtige omgeving, met dat eiland, heel puur allemaal. Dat was het. Kom je er nu, dan zie je alleen nog maar dure koopflats en winkelcentra. Het is totaal dood.’

Naast zijn eigen ervaringen en bevindingen, was het ook het boek Wildlife In America van Peter Matthiessen, dat Michael Gira inspireerde tot God Loves America. In Wildlife In America wordt op wetenschappelijke wijze beschreven hoe het land van de onbegrensde mogelijkheden aan de andere kant van de Atlantische Oceaan eruit zag voordat Europeanen er voet aan wal zetten en een aanvang namen met hun verwoestende kolonisatie. Gira: ‘Het moet een soort paradijs zijn geweest, zoals waarschijnlijk de hele aarde ooit. Wel gevaarlijk maar met een weelderige natuur. Alles was in evenwicht, tot zíj kwamen, met hun afkeer van alles wat wild en ongetemd is, en de hele natuur te gronde richtten en de indianen uitroeiden. Het boek bevat een verhandeling over de soorten planten en dieren die in een relatief kort tijdsbestek zijn verdwenen, geen nostalgisch omkijken naar wat was maar een trieste constatering van de feiten.’

De feiten: In nog geen honderd jaar is de natuur van een fenomeen dat veel groter was dan de mens, van iets waar niemand greep op had, door industrialisatie en een snelle ontwikkeling van technologische mogelijkheden verworden tot een moestuin die wij al naar gelang het ons uitkomt wel of niet liefdevol verzorgen. Er is geen plekje meer te vinden op deze aarde dat zich onttrekt aan de controle van de mens, geen stukje natuur dat niet op een of andere manier is aangetast. Daarbij moet opgemerkt worden dat ook de mens zelf deel uitmaakt van de natuur en dus niet alleen dader maar tevens slachtoffer is. Een oplossing lijkt voorlopig niet in zicht en met een voorspelde verdubbeling van de wereldbevolking in de niet eens zo verre toekomst lijken de problemen alleen maar groter en meer complex te worden.

Michael Gira: ‘Daar komt bij dat we geen wereldleiders hebben die de problemen op een agressieve manier durven benaderen. Ze zeggen wel eens wat, hier en daar, over detailkwesties, maar aan het probleem zelf gaan ze voorbij. Ik begrijp wel dat het zetten van een paar stappen terug iets is, wat voor een politicus moeilijk te verkopen valt. Het is echter heel goed mogelijk om aan te tonen dat dit niet onlosmakelijk is gekoppeld aan een teruggang in de kwaliteit van het leven. Het tegenovergestelde is eerder waar.’

Jarboe

Gira hangt geen ’terug naar de natuur’-idee aan. Hij is voorstander van een wat meer doortastende politiek op dit terrein, maar beseft tegelijkertijd het gevaar dat daarin schuilt, het gevaar van een potentieel eco-fascisme waarbij met geweld een terugkeer naar het pre-industriële tijdperk wordt afgedwongen, naar het voorbeeld van de Rode Khmer. ‘Het is het consumptiepatroon van verspilling, dat op de helling moet, het gegeven dat wij ons zo identificeren met de voorbeelden uit reclame-campagnes, dat ze onze geest, onze seksualiteit, alles beïnvloeden. Ik zag een paar dagen geleden een reclame van Mazda of Toyota, met daarop een foto van de betreffende auto en de tekst: Tired Of Your Boring Life? Voor mij is dat een klassiek voorbeeld. Amerika pretendeert het land te zijn van de grote individuele vrijheid en dat is het in zekere zin ook. Tegelijkertijd besef ik soms, als ik door de straten van New York loop, dat onder mij, letterlijk, de botten liggen van massa’s vermoorde indianen. Andere zaken moeten prioriteit krijgen, niet alleen het feit dat het niet zo goed gaat met Amerika’s nationale product. De hele wereld moet als één geheel worden bekeken, één unit die door zal moeten gaan met functioneren, omdat het anders afgelopen is.’

Wat Love Of Life voor hem precies inhoudt? ‘De drang om te overleven, denk ik. Love Of Life is de titel van een kort verhaal van Jack London over twee mijnwerkers die zich in de wildernis van Alaska als oude wolven in leven moeten houden met alles wat ze maar kunnen vinden, kleine planten, wormen enzovoort. Al is het een hel waar de mens doorheen moet, hij zal alles doen om te overleven. Zo werkt het organisme, dat is Love Of Life. Dat heeft me aan het denken gezet en ik fantaseerde mijzelf een wereld als een wriemelende massa van levende vormen, die eten, neuken en moorden, die groeien en weer vergaan. Love Of Life is een soort hippie-achtige hymne over dat vibrerende organisme.’

Hij is niet nostalgisch naar het verleden maar kan af en toe wel met heimwee terug kijken. Zoals in de song Identity waarin een zes-jarige Michael weer in zijn kinderbedje ligt en nauwelijks kan wachten tot hij in slaap valt en door zijn kamer vliegt en over het landschap in het zuiden van Californië waar hij opgroeide. ‘Ik denk dat iedereen wel van dat soort herinneringen heeft. Het is een treurlied over het verlies van een vermogen – een sterke fantasie – waarmee ook een volwassene in de maalstroom van hard werken en ontberingen licht in zijn leven zou kunnen brengen.’

Verliest iemand zijn jeugd ooit totaal? ‘Ik hoop van niet maar helaas kan ik niet verhinderen dat ik opgroei, groter word. Ik weet het niet. Ik weet dat ik niet wil dat mijn leven een aaneenschakeling wordt van vervelende verplichtingen maar of dat betekent dat ik liever een kind zou zijn…?

Now they punish our imagination, and corrupt our
blood with fear.
And infinity’s beneath the ocean, but oblivion sits
right besides me here.