Bij een eerste beluistering van Springs Eternal van de Britse zanger en instrumentalist William Doyle kunnen vrolijke melodieën en dito koortjes de luisteraar zomaar op het verkeerde been zetten.
Schijn bedriegt echter. Vervuiling, gifbelten, plastic soep, bosbranden, orkanen, smeltende poolkappen, wapengeweld, oorlogen, vluchtelingen en het lijden van mens en dier zijn allemaal tekenen van een tijdperk dat koerst op een onbewoonbare planeet voor de mens. Dit is het thema van ‘Springs Eternal’, de Eeuwige Lente, die wordt vernietigd.
‘Springs Eternal’ is het nieuwste hoofdstuk in de muzikale ontdekkingsreis van William Doyle. Hij liet eerder van zich horen als East India Youth en evolueerde vervolgens onder zijn eigen naam, met de goed ontvangen albums ‘Your Wilderness Revisited’ (2019) en ‘Great Spans of Muddy Time’ (2021).
Het album ‘Springs Eternal’ biedt een programma met art-pop voor het antropoceen, het tijdperk waarin veranderingen in klimaat en ecologie voornamelijk worden veroorzaakt door menselijke activiteit, hoewel de betiteling als zodanig nog niet officieel is erkend door de International Commission on Stratigraphy (ICS).
Met een boeiende combinatie van serieuze en speelse elementen geeft het album een overzicht van de ups en downs van het leven in de jaren 2020. Het stelt de vraag hoe we als extreem kwetsbare wezens, zowel fysiek als emotioneel, ons kunnen handhaven in een tijd van klimaatcrisis en razendsnelle technologische vooruitgang, die zowel zegen als vloek kan zijn.
‘Springs Eternal’ introduceert diverse personages, van cowboys tot schipbreukelingen, die mogelijk aspecten van Doyle zelf weerspiegelen. Het album verkent aldus alternatieve realiteiten en hyperreële versies van de artiest. De elf nummers gaan in op thema’s als wereldwijde rampen, hartzeer, verslaving, indoctrinatie en geestesziekte. De teksten variëren tussen oprechtheid en ironie, nuchtere observaties en humor.
Het album is geproduceerd met Mike Lindsay (Tunng, LUMP) in diens MESS studio in Margate. Het combineert pakkende melodieën met pulserende elektronica, opzwepende instrumentatie en zinderende soundscapes, en bevat bijdragen van gastmuzikanten als Alexander Painter, Genevieve Dawson en Brian Eno.
Water en overstromingen zijn terugkerende thema’s op het album, als metaforen voor de wereldwijde klimaatcrisis en de intense emotionele ervaringen van de personages in verschillende parallelle universums. De grens tussen ons innerlijk en de buitenwereld is fluïde, schrijft Doyle in de liner notes, waardoor emoties en ervaringen ongecontroleerd binnen kunnen stromen.
Het album opent met het hymnische ‘Garden Of The Morning’, waarna een afwisselend palet van muzikale kleuren en instrumentaties zich ontvouwt. De Beatlesque karakteristieken van nummers als ‘Relentless Melt’ en ‘Cannot Unsee’ wisselen af met intelligent geconstrueerde elektronische dansritmes en ambient klankvelden, terwijl de zanger in ‘Soft To The Touch’ en ‘A Short Illness’ zijn kwaliteiten als crooner laat horen. De muziek lijkt meer dan eens zorgeloosheid uit te stralen, totdat het noodlot – dit keer geen komeet maar de hebzuchtige mens – toeslaat in de vorm van ontsporende geluidsuitbarstingen.
‘Springs Eternal’ voelt steeds beklemmender aan naarmate het album vordert en dan is de toekomst niet langer een kwestie van de kop in het zand steken en dan loopt het allemaal wel los, maar van – onontkoombaar –
THE END
William Doyle – Springs Eternal
Tough Love Records / Konkurrent