Met het album ‘Outcast’ breekt het Matangi Quartet een lans voor artistieke vrijheid en muzikale zeggingskracht. Zij geven met hun uitvoering van werken van Alfred Schnittke (1934-1998), Valentin Silvestrov (1937) en Dmitri Shostakovich (1906-1975) een stem aan het ‘stil’ verzet van de muziek van deze componisten.
Het Matangi Quartet, of Matangi zoals de strijkers zich hier noemen, bestaat uit Maria-Paula Majoor (viool), Daniel Torrico (viool), Karsten Kleijer (altviool) en Arno van der Vuurst (cello).
Met ‘Outcast’ geeft Matangi ruimte aan andersdenkenden: componisten die onder een totalitair regime hun muzikale idealen bleven volgen. ‘Outcast’ is daarmee een ode aan kunstenaars die hun muziek gebruiken als (politiek) verzet. Het maakte hen niet alleen tot muzikale dwarsliggers, de overheden waartegen zij hun stem verheffen, zagen en zien hen vaak als raddraaiers, verschoppelingen ofwel outcasts.
Matangi brengt op ‘Outcast’ drie Sovjet-Russische componisten samen die muziek schreven die radicaal haaks stond op de smaak en wensen van hun overheid. Hun werken werden vaak als ‘avant-gardistisch’ en daarmee als ‘westers’ aangemerkt, een doodzonde. Daarmee zetten zij hun carrière op het spel en, zoals bij Dmitri Shostakovich onder Stalin, de persoonlijke vrijheid. Het verhaal gaat dat Shostakovich altijd een gepakte koffer had klaarstaan voor het geval de KGB voor zijn deur zou staan. De Brit Julian Barnes schreef er een fascinerend boek over, ‘Het Tumult Van De Tijd’, dat speelt in Leningrad in de jaren dertig.
Een jonge man staat met een gepakt koffertje bij de lift van een flatgebouw. Zijn naam is Dmitri Shostakovich. Hij wacht de hele nacht, nachtenlang, in de overtuiging dat hij opgepakt zal worden en afgevoerd naar het Grote Huis. Niemand, niet één beroemdheid die hij in de afgelopen tien jaar heeft ontmoet, kan hem nu helpen. En weinig mensen die naar het Grote Huis worden afgevoerd, komen ooit terug.
Zo begint de roman ‘Het Tumult Van De Tijd’ van Julian Barnes. De schrijver identificeerde zich voor zijn boek met Dmitri Shostakovich. Hij verplaatste zich in de gedachten en ingevingen die de componist gehad zou kunnen hebben om te kunnen overleven, als mens en als kunstenaar, en beschrijft vanuit diens zielenleven de botsing tussen Kunst en Macht, de compromissen die iemand ook met zichzelf moet sluiten om door te kunnen gaan. Het verhaal is weliswaar fictief maar gebaseerd op historische feiten.
Ook Alfred Schnittke kreeg te maken met restricties en intimidaties van de Sovjet-Russische overheid. Die hield zijn werk nauwlettend in de gaten. Uitvoeringen werden regelmatig gehinderd. Kunnen Shostakovich en Schnittke nog genoemd worden als componisten van het ‘stille’ verzet, de Oekraïner Valentin Silvestrov wond er nooit geen doekjes om waar hij stond. Hij is bekend om zijn politieke betrokkenheid en afkeer van de machthebbers in de voormalige Sovjet-Unie en het Rusland van nu. De Matangi strijkers zijn al lang vurige ambassadeurs van Silvestrovs muziek. De componist was in 2017 Artist in Residence van Matangi’s eigen (Un)heard Music Festival.
Muzikale broeders
Of het toeval is of opzet, ik weet het niet, maar het lijkt een teken in deze tijd van oorlog in Europa, waarbij Rusland met grof geweld buurland Oekraïne is binnengevallen, dat de Oekraïner Silvestrov op ‘Outcast’ wordt geflankeerd, als het ware ‘omhelsd’, door zijn Russische ‘broeders’ (zij wel) Schnittke en Shostakovich.
Outcast vangt aan met Schnittke’s ‘String Quartet No. 3’ uit 1983. De opening van het stuk bevat drie citaten: een ademtocht uit het ‘Stabat Mater’ van Orlando di Lasso, het hoofdthema uit Beethovens ‘Grosse Fuge’, en het thema dat Dmitri Shostakovich onder meer in zijn strijkkwartet ‘No. 8’ gebruikte. Het stuk is populair bij een jongere lichting strijkers, die ook wel eens een rocknummer spelen. Het waarom laat zich horen in de caleidoscoop van klanken en sferen waaruit ‘No 3’ is opgebouwd en waarin tijdpanelen van atmosferische rust en zachte melancholie zonder waarschuwing vooraf van het ene op het andere moment worden overspoeld met furieus voortrazende geluidsstormen.
Shostakovich als ‘Outcast’ is vertegenwoordigd met zijn intens indrukwekkende ‘String Quartet No. 8 In C Minor, Opus 110’. Shostakovich componeerde het werk in een paar dagen tijd, toen hij in 1960 in Dresden verbleef. Hij was daar om muziek te schrijven voor een gezamenlijk filmproject van Sovjet- en Oost-Duitse filmmakers over het bombardement van de geallieerden op Dresden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niets, maar dan ook werkelijk bijna niets meer, was er nog over van de stad die sinds eeuwen als een van de belangrijkste cultuurcentra van heel Europa gold. De aanblik van de enorme ravage die nog tot ver na de oorlog het beeld van Dresden zou bepalen, deed Dmitri Shostakovich zijn aangrijpende kwartet schrijven, ‘opgedragen aan de slachtoffers van fascisme en oorlog’. De vier strijkers van Matangi combineren hier met indrukwekkend samenspel een elektriserend perfectionisme met de spontaniteit van muziek die barstensvol vitaliteit is, maar waaruit ook pijn spreekt, depressieve pijn en letterlijke, lichamelijke pijn.
Zoals gezegd heeft Matangi een warme band met Valentin Silvestrov. Een opmerkelijke uitspraak van hem is: “Aan de muziek van Bach kun je toch ook niet horen dat hij nooit in New York is geweest?” Zijn ‘String Quartet No. 1’ uit 1974 vormt de ziel van ‘Outcast’ en is een wonderlijke muzikale meditatie, door de componist omschreven als “…een gedicht over het lot van muziek in de afgelopen 200 jaar…”. De muziek kruipt in een tijdspanne van twintig minuten, als in een surrealistische droom, over wat lijkt op de bodem van een aangetaste natuur, soms lichtelijk schurend en krassend over rotsachtige grond, dan weer vloeibaar en in lange slierten vol verlangen tastend naar wat er (nog) aan leven in ons leven is. ‘Outcast’ is een album met een ziel en die ziel is echt.
Matangi – Outcast
Schnittke – Silvestrov – Shostakovich
Bestel: hier