Manuel Contreras Vázquez reist door tijd en geschiedenis over pad van zwarte mist en wervelstormen

Aswalaq, Zoos Humanos
Drawings by Laura Bisotti © Manuel Contreras

De Chileens-Spaanse componist Manuel Contreras Vázquez (1977) toont in zijn muziek een sterke verbondenheid met de geschiedenis van Latijns-Amerika en combineert dit met geluidsexploratie en experimentele notatie. Met complexe klanktexturen en een architectonische aanpak focust hij op thema’s als collectief geheugen, verzet en menselijke ervaringen.

De verzameling werken die samen zijn tweede monografische album ‘Tarió’ vormen — “Pad” in de taal van de Kawésqar, een van de eerste volkeren van Patagonië — leveren een waardevolle bijdrage aan de Latijns-Amerikaanse en mondiale cultuur. Aldus Cristian Morales Ossio, componist en professor aan de Pontificia Universidad Católica de Chile. Hij schreef een inleiding bij het album, ‘The Disjunction Addresses the Margins’, ter nagedachtenis aan professor Oscar Aguilera (1950 – 2024), “die het Kawésqar-volk beter kende dan wie dan ook in de westerse wereld.”

Cristian Morales Ossio ziet in de persoonlijke visie en werkwijze van de componist een tweezijdige benadering: op de eerste plaats betrokkenheid bij nog altijd voortslepende, historische kwesties in Latijns-Amerika, met daarbij vooral aandacht voor de pijnen van Contreras’ geboorteland Chili; anderzijds verkent hij obsessief klankkleuren en tijdelijkheid die luisteraars uitnodigen tot nadenken. Stilte is bij dat alles geen leegte. Integendeel, stilte manifesteert zich hier als een ruimte bewoond door de klanken en woorden die rond waren in het geheugen van de Latijns-Amerikaanse mensen voor wie Tarió is gemaakt.

Van intieme solostukken tot groepswerken met vocalen en instrumenten, Manuel Contreras Vázquez doorbreekt op Tarió traditionele muzikale grenzen door stilte, klankleer en sociale verhalen met elkaar te verbinden.

Zijn bijzondere interesse in architectuur, met name de ideeën van de Frans-Zwitserse architect Bernard Tschumi (1944) over beweging en ‘gebeurtenis’ geeft sturing aan zijn componeren. De partituur wordt hiermee een soort routekaart waarop geluid en beweging worden vastgelegd. Dit leidt tot beeldende texturen die te maken hebben met menselijke gevoelens en pijn.

Manuel Contreras Vázquez ziet zijn composities als een vorm van communicatie die verder gaat dan traditionele muziek in de aandacht voor sociale thema’s. Zo onderzoekt ‘Taiken’ (2021) voor cello (Michael Nicolas), geïnspireerd door de Japanse filosoof Nishida (1870–1945), zelfreflectie en subjectiviteit, met nauwkeurig geplaatst instrumentaal spel. ‘Lidio’ (2020), voor twee gitaren (Duo Lallement Marques), eert de Chileense singer-songwriter en activist Víctor Jara (1932–1973), die werd vermoord door de civiel-militaire dictatuur in Chili. Het stuk speelt met stemming en klankkleur. ‘Los Ojos del Pueblo Acusan al Estado Terrorista’ (2020), voor piano en cello (Plus-Minus Ensemble), geeft de sociale onrust en demonstraties in Chili in 2019 weer. Het werk gebruikt een verwachtingsvolle, gespannen maar ook ontregelende stilte als laag bovenop fragmentarisch geluid, en brengt zo een politieke en sociale boodschap over.

Patagoon

Laten we nu teruggaan naar het begin van het pad, naar ‘Aswalaq, Zoos Humanos’ (2018), voor vrouwelijk vocaal ensemble (Virgo Vox Ensemble). Dit stuk – het eerste en met een duur van meer dan een halfuur het langste deel van de reis – gaat over de trieste ervaringen van de Selk’nam en Kawésqar, bewoners van het zuiden van Patagonië.

‘Een land van zwarte mist en wervelstormen’ wordt de streek in het zuiden van Chili en Argentinië wel genoemd.

Vroeger woonde hier het Tehuelche-volk. Door hun grote gestalte zagen ontdekkingsreizigers hen aan voor reuzen. Soms zelfs voor duivels. Hun maskers hadden namelijk de vorm van een hondenkop. Daarmee leken ze in de ogen van Europese ontdekkingsreizigers op het beest Patagoon uit de laatmiddeleeuwse saga ‘Primaleon van Griekenland’. Zeelieden zagen in hun kampvuren aan de kust de vlammen van de hel. Darwin bestudeerde de Tehuelche tijdens zijn wereldreis met de H.M.S. Beagle (1831-1836). Hij beschouwde hen geenszins als monsters. Maar dat heeft niet mogen baten. Ze waren niet opgewassen tegen de vuurwapens, de ziektes, en de religie van de vele avonturiers en gelukszoekers, robbenjagers en walvisvaarders, die op hun land afkwamen. Sindsdien hebben mensen van uiteenlopende pluimage hun plaats ingenomen op deze ‘laatste kapen van ballingschap’; veehouders, boeren, zendelingen en ‘wereldzwervers’. Zelfs twee Noord-Amerikaanse bankovervallers streken hier neer. Robert Leroy Parker en Harry Longabaugh, bekend als Butch Cassidy and the Sundance Kid, zouden in Cholila een blokhut hebben gehad.

Een volk verwant aan de Tehuelche (en Haush) waren de Selk’nam. Hun taal hoorde bij de Chon-taalfamilie, net als die van de Tehuelce. De Selk’nam leefden op Vuurland, vooral in het binnenland. Ze waren jagers en nomaden, leefden in grote familieverbanden en jaagden op guanaco’s, vossen, ganzen en zeehonden. Hun onderkomens waren eenvoudige hutten van guanaco-huiden en stokken, passend bij hun nomadische levensstijl. Door de komst van Europeanen werden ze naar het zuiden van Vuurland verdreven. Daar daalde hun aantal van ongeveer 3000 naar ongeveer 800 rond 1915, mede door geweld, ziekten en verlies van leefgebied. In de 19e en 20e eeuw werden velen slachtoffer van moordpartijen.

Een ander inheems volk in Patagonië was de Kawésqar. Zij leefden langs de fjorden en eilanden van de zuidwestelijke Chileense kust. In tegenstelling tot de Tehuelche en Selk’nam waren zij zeenomaden die in kleine groepen in kano’s rondtrokken. Ze leefden van visserij, zeezoogdieren en schelpdieren. De Kawésqar vormden een geïsoleerde taalgroep. Net als andere inheemse volkeren werden ook zij slachtoffer van kolonisatie, ziekten en culturele verdringing. In de 19e eeuw werden Kawésqar, net als Selk’nam en Tehuelche, zelfs ontvoerd en in Europa in menselijke ‘dierentuinen’ tentoongesteld. Daar stierven ze na verloop van tijd als gevolg van psychisch lijden en ziekten typisch voor een continent waaraan ze biologisch niet waren aangepast. Hun stoffelijke resten werden pas in 2010 teruggebracht naar hun nazaten in Chili.

Volgens de volkstelling van 2002 identificeerden 2.622 mensen zich als Kawésqar, maar het aantal moedertaalsprekers is zeer klein. De weinige, overgebleven afstammelingen proberen nu hun erfgoed nieuw leven in te blazen en zo te behouden voor de toekomst.

Rouw en waanzin

‘Aswalaq, Zoos Humanos’ van Manuel Contreras Vázquez is een vorm van rouwbeklag over de genoemde koloniale wandaad een groep inheemse bewoners van Patagonië aangedaan. Het verbeeldt het idee van rouw door middel van een verkenning van de taalkundige klankrijkdom van de Selk’nam- en Kawésqar-volkeren. Het indringende project combineert tekstuele dramaturgie met intieme klankuitingen en uitgebreide vocale technieken, daarbij ondersteund door fonetisch onderzoek van de Chileense taalkundige Óscar Aguilera (1950–2024), die bekend stond om zijn werk met inheemse talen. De sonische component werd bij de première op 21 november 2022 in de Chileense havenstad Valparaíso aan de Pacifische kust gecombineerd met een visuele installatie van de kunstenaars Laura Bisotti (1985) en Simeon Llicer (1996).

‘Tarió’ eindigt met een fragment uit ‘La Furia del Ermitaño’, een klanktheaterstuk over waanzin (2020–2021) voor twee vrouwenstemmen en instrumentaal ensemble (Taller de Música Contemporánea). Het is het meest intense, maar ook het meest heftige deel van de reis. In ongeveer 40 minuten verkent het werk uiteenlopende vormen van presentatie, zoals installatie, theater, concert en performance. De bijna 13 minuten durende uitsnede legt vooral de nadruk op de sonische wereld van de componist, zonder de theatrale ervaring.

‘La Furia del Ermitaño’ vertelt het verhaal van een kluizenaar die sporadisch bezoekers ontving in zijn afgelegen hut in Centraal-Chili. Het stuk verkent de innerlijke wereld van de mens zelf en de (collectieve) waarneming van buitenaf, bijvoorbeeld door vrachtwagenchauffeurs, en creëert zo een complexe geluidswereld met diverse media, resulterend in een bijzondere, dramaturgische kleuring. Zo biedt het stuk een intieme blik op de wisselende gemoedstoestanden van de heremiet Luis Gonzáles, die dertig jaar lang op een verlaten plek in Centraal-Chili woonde: La Cuesta de las Chilcas, langs de iconische Pan-American Highway.

Manuel Contreras Vázquez neemt ons mee op ‘Tarió’, een reis door een ervarings- en klankenwereld die uitdaagt, schurend en stekelig is, soms woest en onherbergzaam — vergelijkbaar met de Patagonische vlakte — maar ook doordrenkt van de schoonheid en levenskracht van diezelfde natuur, en zijn bewoners.

Als geheel biedt ‘Tarió’ een diep, reflectief pad dat door het vaak donkere labyrint van tijd en geschiedenis voert. Daar manifesteert zich zowel een indringend muzikaal landschap als een urgente oproep tot bewustwording.

Bronnen:
Cristian Morales Ossio – The Disjunction Addresses the Margins
The Untold Story Of The Kawésqar – The Men Of Skin And Bone!
El Taller producciones – Human Zoo: The Story of Calafate