Steeds als ik door de polder rij, geniet ik van de aanblik van de vele windturbines. Naast duurzame energie leveren ze in samenwerking met de wind en tegen een achtergrond van luchten die al eeuwenlang een inspiratiebron voor Hollandse meesters vormen, een fascinerend spektakel op: een nooit aflatend ballet van wieken dat geen moment hetzelfde is. De Nederlandse, in de provincie Zeeland woonachtige componist Douwe Eisenga schreef voor de productie Wiek van de theatermaakster Boukje Schweigman een achtdelig werk voor saxofoons. In deze locatievoorstelling, die onder andere op het Oerol Festival te zien was, werkte zij haar fascinatie voor draaiende bewegingen uit. Drie danseressen delen met evenzoveel horizontaal draaiende propellerwieken een cirkelvormige ruimte. Omringd door het publiek is de speelplaats begrensd. Ontsnappen is niet mogelijk. De danseressen moeten met het gevaar leren leven. Douwe Eisenga is wars van een muzikale hokjesgeest. Zijn meerlagige composities bevatten elementen uit pop, twaalftoonstechniek en minimal music. In Wiek is zijn muziek een medespeler, met de cirkelende bladen en danseressen. Samen met de geweldige saxofonist Erik-Jan de With sleurt Eisenga de luisteraar een muzikale wereld binnen, waarin dromerige melancholie en accelererende sequensen elkaar vol spanning afwisselen. Onontkoombaar en bijzonder meeslepend.