Het Schaap Deborah
door C. Cornell Evers OOR 13 juli 1991
Def, Dumb & Blonde.
We hebben het niet over Madonna,
niet over Wendy James.
We hebben het over
de Enige Echte.
Deborah Harry!
Ze was eventjes weg, maar nu is ze er weer: Debbie of Deborah Harry. What’s in a name? Twee jaar geleden lag er, na lange tijd, eindelijk weer een nieuwe langspeler van haar in de winkel: Def, Dumb & Blonde. Pop dus. En een single: I Want That Man. Verder was de vroegere punk pin-up te horen op de laatste compilatie die is uitgebracht door Giorno Poetry Systems – Like A Girl I Want You To Keep Coming – waarop ze zich met het oorspronkelijk Haïtiaanse Invocation To Papa Legba op het rituele pad begeeft, met muzikale partner voor het leven Chris Stein als voodoo-drummer. Een wereld van verschil, althans, zo lijkt het.
Deborah: ‘Ik ken John Giorno al geruime tijd en Chris kan ook goed met hem overweg. Ik weet niet hoe het precies gekomen is, maar door de jaren heen zijn we hem meer en meer gaan waarderen. Chris heeft nog een track gedaan op zijn plaat Smack My Crack. Nu ik erover nadenk is het volgens mij William Burroughs geweest die ons met John in contact heeft gebracht.’
En na al die jaren vroeg John Giorno ineens of je iets voor zijn nieuwe project wilde doen?
‘Ja. Hij zei dat hij een nieuwe plaat wilde maken en of wij misschien iets voor hem hadden.’
Een traditional van Haïti is niet iets waar ik bij jou het eerst aan zou denken.
‘Het is wel heel anders dan mensen van mij gewend zijn, ja. Ik denk dat het een aanwijzing is voor wat de toekomst Chris en mij zal brengen. Onze samenwerking zal veel experimenteler worden en avontuurlijker. In dat licht moet Def, Dumb & Blonde ook als een soort van handtekening onder onze popcarrière gezien worden. Etnische muziek fascineert ons enorm en dat heeft ons uiteindelijk op het spoor van die bewuste song gebracht. We vonden de muziek op een tape die Chris had van een of andere voodoo ceremonie. Wij vonden het prachtig. De melodie alleen al zou een song kunnen zijn, een popsong. In zijn oorspronkelijke vorm heeft het iets magisch, net zoals sommige Afrikaanse muziek.’
Is deze interesse nieuw of was die er altijd al?
‘Volgens mij heb ik dat altijd al gehad. Ik ben altijd een enorme fan geweest van de Tibetaanse gezangen.’
Ze doet er een paar voor. ‘Oooooeewooooh… ooohoooowoo…’ klinkt het, als een oud en moe schaap.
‘Dat kan je zo meeslepen, het is zo spiritueel, zo heel anders dan waar we mee opgegroeid zijn. Ik heb altijd naar heel verschillende dingen geluisterd. Dat is een van de redenen waarom we blij mogen zijn dat we nu leven: dat we al die muziek van overal ter wereld vandaan zo tot onze beschikking hebben.’
Jij bent niet de enige. Er is een groeiende interesse voor oude tradities en godsdiensten van elders in de wereld. Heeft onze eigen maatschappij geen spirituele waarden meer, dat we het elders moeten zoeken?
‘Wat iedereen zich realiseert, is dat we op een of andere manier een verleden met ons meedragen en dat het belangrijk is om te begrijpen wie wij zijn en hoe we in elkaar zitten. Ik denk dat hier een natuurlijke bron van informatie is die ons kan leren wat we gedaan hebben en waarom. Het is een soort leerproces voor de geest, alleen, heel primitief, en daarom is het noodzakelijk om de essentie van dat alles naar het nu te vertalen, zonder de bijgelovige aspecten en zonder de angsten en zonder de glitter die van oudsher bij religie schijnt te horen. Ik geloof in het idee van een geestelijke training, waardoor ik als persoon andere gezichtspunten zou kunnen krijgen, aan andere waarden belang kan gaan hechten.’
Maar terug naar waar we waren: Heeft westerse muziek, westerse cultuur mensen niet meer genoeg te bieden?
‘Hoe vaak wil jij naar dezelfde beat luisteren? Een vierkwarts maat is erg mechanisch. Dat heeft te maken met de industrialisatie. De vierkwarts is een voortvloeisel van de industrialisatie en het machine tijdperk… en beiden zijn voorbij.’
Als Def, Dumb & Blonde zoveel is als een handtekening onder jouw popcarrière, waarom die plaat dan in hemelsnaam nog opgenomen? Zo actief was je de laatste jaren niet, tenminste niet aan het platenfront.
‘Twee redenen. Om zakelijke en om egoïstische redenen. Ik had het gevoel dat ik die plaat al heel lang wilde maken. En ik wilde weer met Mike werken. Ik heb altijd voor ogen gehad om die plaat met Mike Chapman (producer – CCE) op te nemen. Chris en ik hebben jaren over die plaat gepraat. Het was iets dat er uit moest komen.’
En nu wil je experimenteren. Ga je dan meer projectmatig werken?
‘Ik ben zangeres. De meeste zangeressen die hun songs niet zelf schrijven, verzamelen materiaal en werken met heel veel verschillende producers. Iemand als ik, een tekstschrijfster die moet samenwerken met componisten of andere schrijvers, kan overal terecht. Alles is mogelijk.’
Op Def, Dumb & Blonde staat een song van de Braziliaanse avant-garde percussionist Nana Vasconcelos. Is hij iemand met wie je in de toekomst in zee zou kunnen gaan?
‘Natuurlijk. Nana is fantastisch. Ik hou van zijn muziek. Ik hou van mensen die hun ziel in hun muziek weten te leggen en die de vrijheid en de kracht hebben datgene te doen wat zij willen. Om die reden is het heel opwindend voor mij zo’n song op te nemen.’
Je hebt het nooit betreurd dat je zelf niet dat soort muziek maakte?
‘Ik weet het niet. Ik heb wel wat vreemde dingen met muziek gedaan, abstracte
‘Een van de dingen die uit de punk zijn
voortgekomen, is dat er nu meer vrouwelijke
muzikanten zijn dan ooit’
dingen met mijn stem. Maar het blijft moeilijk om als vocalist op een podium te staan en je stem puur als een instrument te gebruiken, zonder tekst, zonder woorden. Vanaf het moment dat je woorden toevoegt, wordt het iets anders. Ik ben ook geen musicus, ik ben zangeres, wat iets anders is.’
Geen zogenaamde ‘extended vocal techniques’ voor Deborah Harry?
‘Och, ik zou dat niet uit willen sluiten. In de juiste omgeving zou ik er enorm van kunnen genieten. Wie weet, doe ik het wel als onderdeel van mijn volgende experiment. Dat gezegd hebbend, moet ik wel opmerken dat mijn interesse natuurlijk ook uitgaat naar communicatie, naar het entertainen van mensen. Vanuit waar ik sta, een artiest, onderdeel van de bizz, die iets creatiefs wil doen, is dat misschien moeilijk te combineren.’
Hoe sta je tegenover de experimenten in de zogenaamde dance-music?
‘Veel ervan is vervelend, mechanisch, emotieloos. Dat is jammer, want dat hoeft niet. Als je elektronica een beetje slim gebruikt, dan kun je er emotie mee oproepen. Persoonlijk hou ik meer van de wat rauwere dingen, de magische ogenblikken die live spelende muzikanten kunnen oproepen. Dat zijn van die hele speciale momenten die je met technologie niet echt kunt krijgen. Aan de andere kant geeft technologie macht, een hoop vrijheid.’
Macht?
‘Macht, ja. Wat voor mogelijkheden heb je nu in de rock & roll? Rock & roll is niet meer dan vier of vijf personen die geluid maken, terwijl de grote orkesten maar liefst veertig of vijftig mannen en vrouwen tot hun beschikking hebben, een hoop mankracht. Technologie kan diezelfde kracht oproepen. Technologie geeft macht en vrijheid, geeft toegang tot meerdere dimensies.’
Geloof jij in de zo vaak genoemde overeenkomsten tussen punk en house?
‘Die zijn er niet, afgezien dan van het feit dat mensen met relatief weinig geld hun eigen platen kunnen maken. De filosofieën zijn echter totaal anders. Als er al een filosofie achter house is dan heeft die te maken, denk ik, met communicatie, met een soort verbondenheid die meestal maar een paar uur duurt en dan gaat ieder weer zijns of haars weegs. De punkbeweging was anders, een soort revolutie tegen de grote gitaarbands waarbij iedereen moest zitten en naar de muziek kijken.’
We leven nu in een tijd waarin veel van die destijds verfoeide grote groepen weer toeren en platen maken, met succes. Heeft punk eigenlijk wel iets opgeleverd?
‘Een van de dingen die uit de punk zijn voortgekomen, is waarschijnlijk het feit dat er nu meer vrouwelijke muzikanten zijn dan ooit. Er waren natuurlijk altijd vrouwen in de bizz, zangeressen, maar niet zoveel muzikanten, vrouwen die rock & roll spelen.’
Zijn er vrouwen uit het verleden die je enorm bewondert?
‘O ja, massa’s, zo veel.’
Iemand speciaal?
‘Moeilijk te zeggen. Ik hou van Tina Turner, ik hou van Janis Joplin, ik hou van de blueszangeressen, popzangeressen als Cilla Black… Ik heb zoveel van hen geleerd, van Joan Baez, van Buffy Sainte-Marie. Een van mijn all-time favorieten is Peggy Lee. Zij is fantastisch. Zoals ik al eerder zei: wij kunnen ons gelukkig prijzen dat er zoveel is waarnaar we kunnen luisteren.’
Hoe gaat het acteren momenteel?
‘Er is veel concurrentie. Maar gelukkig beginnen mensen in te zien dat ik me op diverse fronten kan manifesteren.’
Dat maakt het leven rijk voor jou, dat je op verschillende terreinen actief bent?
‘Ja. Het is een leerproces. Aanvankelijk dacht ik dat al die dingen radicaal van elkaar verschilden, tot ik ontdekte dat bijvoorbeeld mijn acteerervaring een invloed ten gunste had op mijn podiumpresentatie. Het een helpt het ander. Ik denk dat wat mij persoonlijk drijft om door te gaan en meer te willen, het idee is dat ik echt goed wil zijn in alles wat ik doe. Als ik iets doe en daar zelf het gevoel over heb dat ik er alles heb uitgehaald wat er in zat en dat het goed is, dan ben ik gelukkig.’ ●