Blaine L. Reininger

DE    
  ALLES
REININGER

‘Als ik niet zo lui was, dan was ik nu concertviolist,’ constateert Blaine L. Reininger met enige zelfspot, enkele jaren na zijn vertrek uit het legendarische avant-garde-collectief Tuxedomoon. Over Mystery And Confusion in Brussel, naar verluidt een ideale omgeving voor de ware tv-addict.

door C. Cornell Evers OOR 7 september 1985

‘Die opgeblazen bravoure van het begin is verdwenen.’ Blaine L. Reininger grijnst breeduit als hij stelt in wezen een heel serieus figuur te zijn. ‘Zeker de laatste jaren, sinds ik gestopt ben met drinken. Daardoor kon ik die hele Hey man-komedie gelukkig laten vallen.’ Aan zijn enigszins Spaanse uiterlijk (hij is van moederskant van Spaanse afkomst) blijkt op verzoek van mevrouw Reininger een coup Mink DeVille toegevoegd te zijn. Lang haar, gouden oorring.

Enkele uren voor zijn optreden in zaal Ancienne Belgique in Brussel heeft een zekere onrust zich meester gemaakt van de voormalige Tuxedomoon-voorman. De ene filtersigaret na de andere verhuist vanuit zijn koker naar een stijlvol pijpje terwijl een afschuwelijk uitziend model zonnebril (inklapbaar) een continue pendeldienst onderhoudt tussen zijn neus en de tafel tussen ons. Nerveus? ‘Dat niet, eerder in een rush. Ik moet gewoon voor een optreden altijd wat tijd hebben om tot mezelf te komen, erachter te komen wie ik nu eigenlijk ben. Zodat ik me volledig kan geven daarna.’

Sinds kort, en voor het eerst sinds zijn vertrek uit Tuxedomoon treedt Blaine weer op met een band. Nou ja, band? Behalve hemzelf telt de formatie Lineair B bassist Alain Goutier in de gelederen en vinden we achter het slagwerk (!!) de Chinese Daniel Wang. En vooral het werken met deze laatste is voor Reininger een opwindende ervaring. ‘Tien jaar heb ik steeds maar gewerkt met ritme-machines, of beter gezegd: zonder drummer. Dit is echt volkomen nieuw voor mij.’

Enkele uren later in Ancienne Belgique zal blijken dat het toevoegen van een slagwerker aan het concept een meesterzet is. Furieus meppend lijken Wangs slagwerkinjecties de vaak melancholieke songs een emotionele meerwaarde te geven. Waardoor de maestro zelf de mogelijkheden heeft om zich meer nog dan voorheen te profileren als talentvol romantisch crooner. Maar ook als allround performer een bezetene, zoals de geïmproviseerde toegift toont: een podiumdier dat zich zonder meer kan meten met de avant-garde kopstukken en koningen van de underground die doorgaans in deze kolommen hun zegje mogen doen. Met één verschil: Blaine L. Reininger heeft gevoel voor humor, een ironische kijk op rock & roll, maar vooral ook op zijn eigen rol daarin. I’m just a lonesome cowboy, just a boy from Colorado. Tuxedomoon? ‘Tuxedomoon was de ticket om de Verenigde Staten uit te komen.’
Tijd om een en ander op een rij te zetten.

8 maal Blaine L. Reininger.

Cowboys. ‘Haha. Je doelt op de Colorado Suite die ik met Mikel Rouse opgenomen heb, de lonesome cowboy, wat een karikatuur van mijzelf is. Zelfspot dus. Colorado is de plaats waar ik geboren ben, een plek die ik echter zo snel mogelijk achter me wilde laten. Omdat ik mijn leven niet in kleine steden wilde verdoen. Wat ik voor ogen had was reizen, van stad naar stad trekken, naar Europa gaan. Twintig was ik toen ik naar San Francisco verhuisde, waar ik zo’n vier jaar heb gestudeerd: klassieke zowel als elektronische muziek, viool, piano, compositieleer en dirigeren. Ik speelde al vanaf mijn negende jaar viool en wilde serieus met muziek aan de slag, niet meer alleen in bars spelen waar ik de meest belachelijke onzin deed die je jezelf maar kunt voorstellen. Covers van populaire country-songs, dingen van Jim Croce, Allman Brothers, alles wat me wel aardig leek. En tussen al die bullshit door deed ik dan wel eens een song die ik zelf geschreven had. Hoewel dat niet gemakkelijk was om te doen. In Colorado was geen plaats voor iemand die zijn eigen muziek schreef. In feite was een band niets meer dan een levende jukebox.’

Tuxedomoon. ‘Het idee was er al heel lang. Waar ik in de bars van Colorado van droomde, kon ik in San Francisco eindelijk realiseren toen ik de personen tegenkwam die geschikt leken. Zeker in het begin was het voor ons moeilijk om aan de bak te komen. We waren niet punk genoeg. Heel veel mensen die zich in die tijd als punk manifesteerden waren zo rond de vijfentwintig en deden dat omdat zij in de veronderstelling waren dat het mode was. Wat ze deden was in feite erg orthodox. Nu was een betrokken worden bij het punkgebeuren ook niet wat we oorspronkelijk voor ogen hadden. Eerder hadden we een soort van new music-scene in gedachten. Maar om een of andere reden kwamen we uiteindelijk toch in de punkscene terecht en als ik eerlijk ben moet ik zeggen dat ik dat wel prima vond. Ik was tenslotte terug in een mij van de bars in Colorado vertrouwde wereld. Die met al zijn problemen voor mij toch als een soort drug werkte.’

Broken Fingers. ‘Amsterdam en kroketten. Ik had net mijn eerste solo-optreden gedaan en daar wat geld mee verdiend, voor het eerst sinds lange tijd. Toen ik na het optreden buiten kwam was ik enigszins aangeschoten – behoorlijk dronken eigenlijk – en zocht iets te eten. Toen ik iemand vroeg naar een automatiek of iets in die geest greep die persoon mijn schoudertas. Woedend was ik – alles wat ik had zat in die tas – en ging achter hem aan. In mijn drift lette ik niet op en werd door een auto overreden. Mijn tas had ik terug maar mijn hand lag totaal in puin. Dat is iets wat nooit meer echt goed gekomen is, hoewel het mijn vioolspel niet wezenlijk beïnvloed heeft. Alleen ben ik enigszins gelimiteerd als keyboardspeler, reden waarom ik vaak gebruik maak van automatische dingen.’

Theater. ‘Voor mij persoonlijk is het niet oké, gevaarlijk, als ik te veel het contact met het publiek kwijtraak. Ik heb er een hekel aan om een muur op te trekken tussen mijzelf en de mensen die komen om mij te zien. Theater is theater en als je Hamlet speelt kondig je jezelf ook niet aan met: Hey folks, my name is blablabla… Theater is gewoon iets anders dan rock & roll of cabaret. Het is een wereld waar ik nooit deel van heb uitgemaakt. Mijn wereld is de muziek. Daar voel ik me thuis. Tuxedomoon werd voor mij steeds meer een theatergezelschap dat wat met muziek deed in plaats van een muziekgroep met theaterelementen. Ik had er echter geen zin in om avond aan avond in een soort van Broadway-spektakel rond te huppelen. Of om in het totale donker te spelen. Het werd mij allemaal te intellectueel en ik ben opgestapt. Au revoir Tuxedomoon, can’t say we didn’t try.

Brussel. Night Air, de hele elpee gaat over Brussel. Een dagboek over de dingen die ik daar gezien heb, gevoeld. Een tijdlang voelde ik me een gevangene van die stad, zeker in de periode die volgde nadat ik de groep verlaten had. Doordat ik niet kon spelen moest ik zonder geld rondkomen. Mijn enige output in die tijd was de muziek. Er hangt dan ook een soort van moody sluier over die plaat. Brussel is ook niet de meest opgewekte stad, grijs, het regent er vaak. Aan de andere kant is Brussel overduidelijk de hoofdstad van Europa, tamelijk centraal gelegen. Voor mij is Brussel de stad waarin ik me kan veroorloven te leven, te wonen en muziek te maken. De appartementen zijn goedkoop en gemakkelijk te vinden. En, wat ook belangrijk is: ik ben televisie-verslaafd en Brussel heeft de meeste kanalen in Europa, 13 of 14.’

Mystery And Confusion. ‘In feite een anti-oorlogssong. Een lied over Europa en de mensen die hier leven. Naar mijn mening heeft de gemiddelde Europeaan veel meer stijl en is veel intelligenter dan de gemiddelde Amerikaan. Kijk wie ze gekozen hebben als president: een man die in staat is alles volledig te vernietigen. Absolute horror. Wat ik met Mystery And Confusion zeg is: Face it Ronald. Hier zijn mensen doodgeschoten Ronald. En zij konden niet de ketchup afwassen en een hamburger gaan eten. Zoals hij deed. Hij vocht een oorlog in Hollywood, heeft het niet meegemaakt dat zijn moeders hoofd door een explosie van de romp geblazen werd. Voor hem is oorlog nostalgie. Mystery And Confusion. Ik wil Europa niet vernietigd zien. De toekomst ligt hier.’

Avant-garde. ‘Een gedeelte van de zogenaamde hedendaagse muziek vind ik echt niet om naar te luisteren. John Cage heeft de logische volgorde der dingen zoals begonnen met Bach, volledig om zeep geholpen. Naar mijn mening moet er binnen muziek sprake zijn van bepaalde ritmes en harmonieën die natuurlijk aandoen. Moderne muziek wordt volslagen intellectueel. Er zijn hele boekwerken bij nodig om te begrijpen waarom de componist dit of dat gedaan heeft. Misschien ben ik een romanticus. Ik prefereer melodie, zekere tradities. Onduidelijke ritmes, de waardering daarvoor vereist een intellectuele benadering. Maar ook een filosofieboek lezen is niet hetzelfde als het bedrijven van de liefde.’

Politiek. ‘Deze wereld is een tamelijk beroerde plaats. Dat is een belangrijk gegeven en ik vind dat een artiest daar over moet praten. Ik heb een hekel aan kunst of muziek als middel om de werkelijkheid te ontvluchten. Dat lijkt me namelijk iets te veel op de situatie in de jaren dertig toen iedereen de grote depressie buiten de bioscopen en theaters probeerde te houden. Ik vind dat musici terug moeten naar het activisme van de jaren zestig waar toch heel veel goede dingen uit zijn voortgekomen. Helaas zijn te veel mensen vergeten hoe de situatie toen was. Denk alleen maar aan het feit dat je in elkaar geslagen kon worden, louter en alleen omdat je je afwijkend kleedde. Nu is er tenminste in de meeste westerse steden een zekere mate van vrijheid. Mensen dragen hanenkammen, zijn niet meer bang voor hun homoseksualiteit uit te komen, er is een bepaalde mate van vrijheid wat betreft drugs als een onderdeel van het leven. Musici kunnen bepaalde ideeën op gang brengen. Ik denk dat ik meer effect sorteer als ik voor 2000 man optreed dan wanneer ik met een spandoek door de stad marcheer.’