door C. Cornell Evers OOR 15 december 1990
Peter Gabriel
Popmuziek en politiek hebben zelden of nooit iets met elkaar te maken, vertelde tv-presentatrice Maartje van Weegen onlangs in het programma NOS-Laat. Niet echt bij de les gebleven daar in Hilversum. Het is juist de popmuziek die de afgelopen jaren een krachtige stem heeft laten horen in de strijd tegen schendingen van de mensenrechten, milieuvervuiling en Aids. Als geen ander belichaamt de Britse Peter Gabriel het politiek bewustzijn van pop.
‘Ik werk nog steeds voor Amnesty International, zoveel als mogelijk is. Vanaf het moment dat zij zich met muziek hebben ingelaten en zijn gaan werken aan de popularisering van Amnesty, is het ledenbestand van drie miljoen naar eenentwintig miljoen gestegen. Ik vind dat fantastisch. Veel van de mensen met wie zij zich nu bezig kunnen houden, behoorden daarvoor tot een volslagen vergeten groep. Naarmate ik meer rondreis en mensen ontmoet die gemarteld zijn of families die mensen verloren hebben door executies of bij acties van moordcommando’s, worden de dingen heel anders voor mij. Het is niet langer iets waarover je in de kranten leest, het is een gevoel voor een realiteit die levens kost die duidelijk wordt.’
Een wereld in verandering. Gisteren nog was het onmogelijk om zonder schuldgevoel in een sappige Granny Smith te bijten. Vandaag wordt er op initiatief van Amnesty International zelfs popmuziek gehoord op plaatsen met een verleden waar de gemiddelde horrorfilm bij verbleekt tot een aflevering van Sesamstraat. Niet zo lang geleden trad Peter Gabriel samen met Sting, Sinéad O’Connor, Jackson Browne en anderen in het kader van een Human Rights manifestatie op in Chili. Plaats van handeling was het nationale stadion in Santiago dat zo’n belangrijke rol speelt, niet alleen in de film Missing maar ook in de dramatische werkelijkheid waarnaar regisseur Constantine Costa-Gravas indertijd zijn rolprent (met een briljante rol van Jack Lemmon) heeft gemaakt. Het is het beruchte stadion waar Pinochets geheime politie, na de militaire coup die een einde maakte aan bewind en leven van de democratisch gekozen communistische president Salvador Allende, iedereen opsloot die van linkse sympathieën verdacht werd. Velen werden daar gemarteld en vonden onder afschuwelijke omstandigheden de dood. Gabriel: ‘Het voelde wonderbaarlijk, omdat het op een of andere manier een uitdrijving was van sommige van de geesten die daar rondwaren, maar ook voor Stings They Dance Alone… Wij stonden daar op het podium, met de moeders… en allemaal droegen ze foto’s van zonen en echtgenoten die verdwenen waren… Veel van diegenen van wie aangenomen wordt dat ze dood zijn, hebben nooit een behoorlijke begrafenis gehad, nooit is hun lijk gezien door hen die van hen hielden. Plotseling voel je dan hoe gelukkig je bent dat je in vrijheid kunt leven.’
You can blow out a candle
But you can’t blow out a fire
Once the flame begins to scratch
The wind will blow it higher
Oh Biko, Biko, because Biko…
Voor Peter Gabriel staat het leven, in welke vorm ook, voorop. Tien jaar geleden schreef hij een song over de in een Zuid-Afrikaanse politie-cel overleden strijder tegen Apartheid Steve Biko. Deze richtte als student medicijnen de South African Students Organization op. Biko was tevens een van de leiders van de South African Black Consciousness Movement. Hij was al diverse keren opgepakt voordat hij uiteindelijk definitief in hechtenis werd genomen. Een maand na zijn arrestatie liep hij een hersenbeschadiging op als gevolg van een ‘handgemeen’ met zijn politie-ondervragers. Hij werd toen over een afstand van 600 mijl overgebracht van Port Elizabeth naar het gevangenisziekenhuis in Pretoria, naakt op de laadklep van een politiewagen. Biko stierf, dertig jaar oud, op 12 september 1977, liggend op een kleedje in een hoek van zijn cel.
Peter Gabriel hoorde het nieuws van Biko’s dood op de dag dat dit wereldkundig werd gemaakt. ‘Onder de jonge leiders was Biko voor mij een sleutelfiguur. Als hij in leven was gebleven, zou hij iemand zijn geworden tegen wie jonge mensen overal ter wereld op konden kijken. Hij was meer dan alleen maar een zwarte Zuid-Afrikaanse leider. Je hoeft maar een klein beetje te lezen van wat hij geschreven heeft (Steve Biko: I Write What I Like – CCE), om te weten dat hij in vele opzichten een heel redelijk en vooral ook gevoelig mens was.’
HYSTERIE
Live Aid was het (officieuze) begin van de nieuwe bewustwording binnen de popmuziek. Sindsdien hebben muzikanten overal ter wereld zich ingezet voor de onderdrukte en noodlijdende medemens. Luid klinkt hun stem tegen schendingen van de mensenrechten, milieuvervuiling en AIDS.
Gabriel: ‘Als een artiest de wereld om hem heen vergeet, is de kans groot dat zijn werk leeg wordt, zo door te prikken. Ik vind het goed dat mensen zich weer bewust zijn geworden van hun politieke invloed, dat ze erachter gekomen zijn dat ze door hun aantal politici kunnen dwingen stappen te ondernemen. Maar je moet uitkijken. Zelf heb ik ooit meegedaan aan enkele manifestaties tegen de atoombom. Als je echter ziet wat voor hysterie daar soms bij komt kijken… daar kan ik me echt zorgen om maken. Vlak voor de tweede wereldoorlog was er ook sprake van een heel sterke vredesbeweging en als ik op mijn gevoel afga, dan zegt dat me dat angst sterk genoeg is datgene op te roepen wat haar voedt.’
Hij is er zich van bewust dat ‘overdaad schaadt’ ook van toepassing is in het geval van de bewustmaking door popmuziek. Tekenend in dit geval is dat Jim Kerr van Simple Minds in verband met de feestelijkheden rond ANC-leider Mandela, enkele maanden terug in het Londense Wembley stadion, enorm op Gabriel heeft moeten inpraten om hem ervan te overtuigen dat hij bij die gelegenheid absoluut Biko moest komen doen. Peter: ‘Ik had echt het gevoel dat er langzamerhand zoveel benefiet-concerten waren, dat het gevaar niet denkbeeldig was dat ze hun effectiviteit zouden verliezen en dat mensen er uiteindelijk zeer cynisch op zouden reageren. Dit was een heel speciale gebeurtenis, zeker in emotioneel opzicht, en ik ben blij dat ik erbij was. De andere overweging was dat ik als muzikant altijd heel fanatiek naar perfectie heb gestreefd, naar een goede organisatie, waarbij iedereen zich heel gedisciplineerd van zijn taak kwijt. En dat is echt een klus bij al die benefietoptredens. Het is vaak ook onmogelijk om voor dit soort eenmalige dingen je eigen band bij elkaar te krijgen. Ieder lid heeft zijn eigen projecten. Dat betekent dus dat je met de muzikanten van iemand anders moet werken. Dat kan geweldig zijn en soms heb ik er ook echt lol in. Je krijgt echter nooit dezelfde controle over de muziek. In Chili werkte ik bijvoorbeeld met de band van Sting, briljante muzikanten, maar toch… Sinéad liet me op het laatste moment weten dat ze misschien wel Don’t Give Up met mij wilde doen. We probeerden het en toen bleek haar stem minder geschikt, zodat het nummer aangepast moest worden. We hebben niet eens echt gerepeteerd, een beetje onder de lunch, en dan ineens sta je op een podium, voor een stampvol stadion en met een enorm publiek dat thuis naar de tv kijkt. Alles wat maar verkeerd kon gaan, ging verkeerd. De maat klopte niet, de akkoorden klopten niet, niets… Het nummer klapte volledig in elkaar. Dat wordt echt een klassiek collector’s item, de ultieme uitglijer. Ik ben er tenminste zeker van dat het op bootleg uit zal komen, haha.’
COMMUNICATIE
Enkele jaren terug meldde het gezaghebbende Amerikaanse tijdschrift Rolling Stone: ‘Het vreemdste aan hem is, dat hij net een mens is.’ Er speelt een zekere naïviteit door zijn denkbeelden. Hij heeft een onvoorwaardelijk vertrouwen in het goede van de mens en brengt zijn boodschap op een wijze die dicht in de buurt komt van zieltjes winnen voor een religie. Het maakt hem niet minder sympathiek. Zijn woorden zijn een getuigenis van de dromer Gabriel, de man die gelooft (hoopt) dat de generatie, die uiteindelijk de eenentwintigste eeuw vorm zal geven, meer in geestelijk ‘materialisme’ geïnteresseerd zal zijn dan in producten van de zogenaamde consumptie-maatschappij. Hij is ervan overtuigd dat daarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de techniek, die ingrijpende veranderingen teweeg zal brengen.
Toen de industriële revolutie in het leven ingreep, werden vele mensen van het land naar de fabrieken gelokt. In de meeste gevallen was uitbuiting hun deel. Een reactie kon niet uitblijven. Marx en Engels ontwikkelden een nieuwe ideologie, die nog tot vandaag zijn invloed doet gelden, het zogenaamde ‘bankroet’ van het communisme ten spijt. De ontwikkelingen zoals die zich momenteel op het terrein van de informatica voordoen, zullen voor nog wezenlijker veranderingen zorgen. Zo zal bijvoorbeeld het begrip arbeid helemaal opnieuw moeten worden gedefinieerd en wordt de wereld door de steeds goedkoper wordende communicatiemiddelen steeds kleiner. Dit betekent een intensivering van de betrekkingen tussen de staten onderling, uitwisselingen op het gebied van kunst en samenwerking op zowel sociaal als wetenschappelijk terrein. Het begrip voor elkaar dat hierdoor kan ontstaan, zal van wezenlijke invloed zijn op de wijze waarop in de toekomst geschillen worden uitgevochten. De kans dat een conflict dusdanig escaleert dat er een oorlogssituatie ontstaat, wordt hierdoor hoogst waarschijnlijk sterk verminderd.
Het idee van een wereld waarin mensen elkaar moeten leren kennen, vormde jaren geleden voor Peter Gabriel de aanleiding om samen met een paar vrienden het idee uit te werken dat uiteindelijk resulteerde in het WOMAD-festival. De letters WOMAD staan voor World Of Music Arts And Dance. Het WOMAD-festival is inmiddels een jaarlijks weerkerend evenement geworden in veertien verschillende landen. Elk jaar treden tijdens WOMAD zowel gevestigde namen uit de popmuziek op als experimentele groepen en dans- en theatergezelschappen van overal ter wereld.
WOMAD moet niet als een politiek statement gezien worden, betoogt Gabriel. ‘WOMAD is op de eerste plaats een popfestival, waarbij gepoogd wordt allerlei cultuuruitingen in een popcontext te brengen. Daardoor ontstaat er een kanaal waarlangs mensen met elkaar kunnen communiceren.’
WOMAD heeft zich ook al vanaf de eerste aflevering in 1982 bezig gehouden met educatieve programma’s voor kinderen. Deze zijn inmiddels gemeengoed geworden op diverse scholen in Engeland en Ierland. Gabriel: ‘Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen om kinderen kennis te laten maken en te leren omgaan met andere culturen. Als ze daar plezier in hebben, ben je al een heel eind op weg naar een wereld zonder racisme.’
PLATFORM
Een initiatief dat eveneens uit WOMAD voortkwam is het in wereldmuziek gespecialiseerde label Real World. Het is het directe resultaat van de jarenlange samenwerking tussen Peter Gabriel en de organisatie van WOMAD. De platen die bij Real World uitkomen, worden voor een groot deel opgenomen in het graafschap Wiltshire, in het zuiden van Engeland. Daar bouwde Gabriel de studio van zijn dromen, die hij bekostigde met de royalty’s van zijn succesalbum So. ‘Het grootste voordeel van succes is de onafhankelijkheid die je daarmee verwerft’, luidt een van zijn overtuigingen. De doelstelling van Gabriel is om met Real World een breed muziekplatform te creëren. Daarbij ligt de nadruk op muziek van muzikanten die afkomstig zijn uit andere culturen.
Onder de artiesten die recentelijk voor Real World platen opnamen, zijn Mari Boine Persen uit Lapland, The Guo Brothers uit China en Geoffrey Oryema, een vluchteling uit Oeganda. Van deze laatste verscheen onlangs de door Brian Eno geproduceerde langspeler Exile, waarop ook Gabriel zelf is te horen. Peter: ‘Voor het grootste deel probeer ik me niet met de opnamen te bemoeien. We hebben hier nu enkele bijzonder getalenteerde mensen werken die de techniek en de productie doen en wat dat betreft is het voor mij zoveel mogelijk: handen thuis. Met Geoffrey kon ik het echter niet laten. Hij vroeg mij zelf en eigenlijk was ik er ook best wel in geïnteresseerd hoe hij en Brian het samen zouden doen. Zijn plaat roept een atmosfeer op die tamelijk vreemd is, met elementen die bijna jaren zestig folky zijn en die toch een erg Afrikaans gevoel hebben. Hij komt uit Oeganda, maar zijn invloeden zijn veel breder. Voor mij heeft hij de meest interessante stem sinds Youssou N’dour.’
AMNESTY INTERNATIONAL
Gabriels Biko was de directe aanleiding voor Miami Steve Van Zandt om zich met politiek en Afrika bezig te houden, met uiteindelijk het Sun City Project, een muzikale oorlogsverklaring aan het Apartheidsbewind in Pretoria, als gevolg. Biko was ook de reden waarom Gabriel voor de eerste keer het Londense kantoor van Amnesty International binnen ging. Hij had wat boeken en folders nodig voor research. Zijn eerste persoonlijke betrokkenheid uitte zich in het schrijven van brieven aan regeringsleiders onder wiens gezag door Amnesty ‘geadopteerde’ politieke gevangenen vielen. Toen in juni 1986 Amnesty haar 25ste verjaardag vierde, werd Gabriel een van de belangrijkste supporters. Hij zei een promotietournee naar Spanje, Portugal en Japan af om op uitnodiging van Bono van U2 mee te doen aan The Conspiracy Of Hope Tour door de Verenigde Staten. Artiesten die meededen waren U2, Sting en The Police, Lou Reed en Bryan Adams en onderweg kwamen daar nog eens Bob Dylan, Tom Petty, Jackson Browne, Joan Baez, Joni Mitchell, Little Steven en Miles Davis bij.
De toer was opgezet naar een idee van Jack Healey, een van de directeuren van Amnesty. ‘In heel veel opzichten vormde Peter de kern van The Conspiracy Of Hope Tour,’ zegt Healey die zich de eerste avond in San Francisco nog zeer goed herinnert: ‘Ik maakte me echt zorgen hoe het zou gaan. Vanaf het moment dat we Peter hoorden, wisten we dat het oké was. Ons lot lag in de handen van een meester en wij waren razend enthousiast.’
Gabriel was niet de hoofdact en moest op voor The Police en U2. Healey: ‘Zij brachten allemaal heel verschillende elementen in. Ik wil niet idioot klinken maar ik vond Stings muziek meer de intellectuele kant belichamen. U2 was het explosieve gedeelte van de toer en Peter vormde het hart, zogezegd. Waar Amnesty zich zorgen over maakte was hoe de link met de rechten van de mens gelegd moest worden. En dat was waar Peter een sleutelrol vervulde, omdat Biko het allemaal verbond.’
Gabriels bemoeienis met Amnesty staat niet op zichzelf. Sinds zijn vertrek uit Genesis en het begin van zijn solocarrière heeft hij zich bijna onophoudelijk ingezet voor minderbedeelden, zij die de pech hadden in ongelukkige omstandigheden verzeild te raken. In augustus 1977 trad hij op tijdens het International Youth Festival Of Hope For Mankind, dat was georganiseerd in Ockenden bij Hasslemere, Surrey. Hij raakte onder de indruk van organisatrice Joyce Pearce, die na de oorlog een organisatie in het leven had geroepen om vluchtelingen te helpen zich in de U.K. te vestigen. Ze continueerde haar arbeid later door reddingsoperaties op touw te zetten voor oorlogsvluchtelingen van overal ter wereld en vooral ook viel zij op door haar inspanningen voor de Vietnamese bootvluchtelingen. Gabriel beschrijft haar als ‘een Engelse Moeder Teresa’.
Hij hield in de jaren die volgden contact met Joyce Pearce en dat leidde in 1986 tot een trip naar Costa Rica, om de helpende hand te bieden bij de activiteiten daar van de zogeheten Universiteit voor Vrede. Deze universiteit was het geesteskind van Rodrigo Carazo, van 1978 tot 1982 president van Costa Rica, een land dat zijn leger in 1948 had ontmanteld. Het handvest van de universiteit was in 1980 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De universiteit heeft een post-academische functie en biedt een overmaat van vredesstudies, van meditatie tot internationale disputen over buitenlandse schulden en vluchtelingen.
Gabriel werd gevraagd om hulp te bieden bij het Music For Peace-programma, opgezet om geld bij elkaar te krijgen voor het Global Computer Network van de universiteit, een soort databank die gebruikt kan worden door vredesbewegingen over de hele wereld. Hij stemde toe en op 16 september, uitgeroepen tot de Internationale Dag van de Vrede, trad Peter Gabriel op bij het gebouw van de Verenigde Naties in New York, waar hij vier songs deed. In zijn band speelden onder anderen Steven van Zandt en Youssou N’dour. Twee grote festivals volgden in Japan op 20 en 21 december, The Hurricane Irene Concerts, een samenwerkingsverband tussen de Universiteit voor Vrede, het Japanse Rode Kruis en Japan Aid. De opbrengst bedroeg 200.000 dollar. Later kwamen daar nog eens 100.000 dollar bij uit de verkoop van een concertvideo die in december 1987 uitkwam.
Gabriel ging in mei 1987 terug naar Centraal Amerika, naar Nicaragua, waar hij anderhalf uur sprak met president Daniel Ortega. ‘Ortega is iemand die heel gemoedelijk grappend met je kan praten, om van het ene moment op het andere bijna in huilen uit te barsten als hij vertelt over de oorlog en het moorden. Hij heeft een diepe indruk op mij gemaakt. Ik denk dat hij een hoop persoonlijke charme en charisma heeft, en een zachtmoedig soort kracht.’
De zanger ontmoette ook Tomas Borge, die tijdens het Sandinistische bewind minister van binnenlandse zaken was. ‘Hij is een nationale held, een kleine Napoleon, tamelijk snaaks maar ook een beetje angstaanjagend. Hij heeft onder Somoza veertien jaar in de gevangenis gezeten, waarvan een jaar met een zak over zijn hoofd. Hij had dus zijn redenen om bitter te zijn en hij wás bitter. Het is jammer dat later ook de Sandinisten zijn beschuldigd van schending van de mensenrechten, mensen die onder zijn jurisdictie vallen.’
IRONISCH
Als voorloper op een nieuwe Gabriel-langspeler, waarschijnlijk volgend jaar zomer, kwam onlangs een compilatie-album op de markt, Shaking The Tree, met de ironisch bedoelde subtitel Sixteen Golden Greats. De titel Shaking The Tree is ontleend aan een song die Gabriel samen met de Senegalese zanger Youssou N’dour brengt op diens langspeler The Lion. ‘Shaking The Tree was altijd al een titel die mij wel aanstond; toen ik met Youssou aan die song werkte, hebben we enorm veel plezier gehad. Op een of andere manier had het iets van teruggaan naar een appelboom en er nog een keer aan schudden, om te zien of er nog wat fruit aan hangt. In het begin had Youssou het in zijn hoofd om met deze song iets over de vrouwenbeweging in Afrika te zeggen. De vrouwen-beweging heeft daar nog een enorme weg te gaan. Hij wilde een song, tekstueel, over de achterstelling van vrouwen in Afrika en de manier waarop zij door mannen worden behandeld. Op die manier kreeg het beeld van Shaking The Three voor mij ook zoiets als het establishment door elkaar schudden. En ik hou van het beeld van die stam vast houden en het fruit eruit schudden… En ook… die tekening uit de zeventiende eeuw, gebruikt in de alchemie, van een man die horizontaal ligt, met een boom in plaats van een fallus.’ ●