Muziek is vaak een tijdmachine die deuren opent, naar de toekomst maar vooral en op de eerste plaats naar het verleden. Die tijdreizen zijn vaak unieke, individueel bepaalde ervaringen.
Zo brengt het nieuwe album Good And Green Again van zanger, gitarist en volksmuziekvertolker Jake Xerxes Fussell uit Durham, North Carolina mij terug naar eind jaren zestig, meer bepaald naar de psychedelische folkband Pearls Before Swine, in 1965 opgericht door de Amerikaanse singer-songwriter en latere mensenrechtenadvocaat Thomas Dale Rapp (1947-2018). Pearls Before Swine bracht tussen 1967 en 1971 zes albums uit, waarvan met name de eerste twee, One Nation Underground en Balaklava (met een prachtige uitvoering van Leonard Cohen’s Suzanne), tot vandaag musici inspireren.
Met bovenstaande wil ik niet suggereren dat er een directe lijn loopt van Jake Xerxes Fussell naar Tom Rapp. Dat is niet zo. Het tegendeel is eerder waar. Met name de vertrekpunten van hun songs staan diametraal tegenover elkaar. Waar Tom Rapp in zijn liedjes vaak “een apocalyptische visie” uitdroeg, ontspruiten de songs van Jake Xerxes Fussell op Good And Green Again onmiskenbaar uit een bron die borrelt van leven, hoe raadselachtig en onvoorstelbaar, hoe triest de vertelde verhalen soms ook verlopen.
Wat Rapp en Fussell wel met elkaar gemeen hebben is een zacht stemgeluid, de weemoed in hun vocalen en het gebruik van een eclectische verscheidenheid aan instrumenten. En bij beiden is er de invloed van traditionele volksmuziek. Dat roept een kenmerkende sfeer op. Luister op Good And Green Again naar de melancholische albumopener Love Farewell, met prachtige zang van Bonnie ‘Prince’ Billy, een verhaal over de idiotie van oorlog gezet op de hartverscheurende afscheidsmars voor een geliefde die wordt achter gelaten, en naar de helder transparante trompet waarmee Anna Jacobson de hemel van lichtende strepen voorziet en die doortrekt naar de daarop volgende traditionals Carriebelle en Breast of Glass.
If I had a breast of glass
Wherein you might behold
Your name in secret I would write
In letters of bright gold
In bright gold
Er speelt, zo lijkt het, een zekere droefheid door de songs op Good And Green Again. De songs geven daar ook aanleiding toe. Zo is Rolling Mills Are Burning Down met zijn ruimtelijke snarenwerk een rouwbeklag in de nasleep van een ramp die een gemeenschap in de kern trof. En het negen minuten durende The Golden Willow Tree, het enige nadrukkelijk verhalende lied op het album, is een meeslepende verslaggeving over het tot zinken brengen van een vijandelijk schip in ruil voor rijkdom en glorie – inclusief het onvermijdelijke verraad van een kapitein. Er wordt gehuild op Good And Green Again. En geleefd.
Jake Xerxes Fussell stuurt zijn gitaar op zijn vierde album, met naast traditionals een aantal zelf gepende songs, soepel door een veelheid van sonische en compositorische landschappen. Het album met zijn stemmige arrangementen met pedal steel gitaar, blazers en strijkers is geproduceerd door James Elkington en opgenomen met een club talentvolle medemuzikanten. Daaronder zijn vaste bandleden Casey Toll op contrabas, Libby Rodenbough op viool en altviool en Nathan Golub op pedal steel gitaar. De nieuwkomers zijn Joe Westerlund op drums, Joseph Decosimo op viool, Anna Jacobson op koper en Bonnie ‘Prince Billy’, die dus hier en daar extra vocalen bijdraagt.
Zoals gezegd hangt er een waas van zachte melancholie over Good And Green Again. Dat kan als droefenis worden uitgelegd, maar is in werkelijkheid de adem waarmee Jake Xerxes Fussell de songs, ook die uit oude vervlogen tijden, nieuw menselijk leven heeft ingeblazen.
Jake Xerxes Fussell – Good and Green Again
Paradise of Bachelors | Konkurrent
Speeldata: 11 mei -TivoliVredenburg; 17 mei – Paradiso