Het begin is zacht. Zo zacht dat er even twijfel is over het ingestelde volume. Maar dan doemen de eerste klanken op uit de nevelen waarin ‘Plainscapes’ van de Baltische componist Pēteris Vasks (1946) gehuld gaat.
Het is de eerste compositie op het album ‘Rejoice’ van violiste Merel Vercammen en celliste Maya Fridman, hier terzijde gestaan door de, als ijle flarden over het landschap zwevende, stemmen van Cappella Amsterdam.
‘Plainscapes’, gecomponeerd in 2002 voor gemengd koor, viool en cello, is een meditatieve lofzang op de uitgestrekte Letse vlaktes en indrukwekkende natuur van het geboorteland van de componist. In drie opeenvolgende, tekstloze delen creëren het koor en de strijkers samen een sfeer van ruimte en verstilling, een woordeloze dialoog over natuur, licht en de kringloop van het leven.
Het daaropvolgende ‘Angel’ van de Oekraïens-Nederlandse componist Maxim Shalygin (1985) uit 2020 sluit hier naadloos bij aan. Dit ongeveer zeven minuten durende werk, geschreven tijdens de COVID-19-pandemie, reflecteert op de relatie tussen mens en natuur. Het roept met een speels en onregelmatig ritme een gevoel op van gewichtloosheid en vreugdevol zweven – als een engel in een stralende, met licht gevulde klankarchitectuur.
Vreugde is er ook in het titelstuk ‘Rejoice!’ van de Russische Sofia Gubaidulina (1931-2025), een sonate voor viool en cello. Ze gebruikt hierin harmonischen (boventonen) om vreugde weer te geven als een verheven staat van spiritueel bewustzijn.
“Rejoice” als term of woord wordt vaak gebezigd in religieuze en spirituele contexten, zoals in het christendom, maar ook in andere spirituele tradities als boeddhisme en hindoeïsme.
In christelijke bijbelteksten komt “rejoice” vaak voor als een uiting van vreugde in de relatie met God. Boeddhisme en hindoeïsme hebben het over innerlijke vreugde en dankbaarheid tijdens meditatie, gebed, en het praktiseren van morele of ethische principes.
Ondanks haar islamitische familieachtergrond – grootvader was mullah – en een atheïstische opvoeding in de Sovjet-Unie ontwikkelde Sofia Gubaidulina vanaf haar vroegste jeugd een diepe persoonlijke religiositeit en bekeerde zich tot het Russisch-orthodoxe geloof. Voor haar was muziek altijd een spirituele handeling: ze beschouwde componeren en musiceren als manieren om de verbinding met het goddelijke te herstellen, een centraal thema in haar omvangrijke oeuvre.
De religieuze en spirituele context van ‘Rejoice’, zoals beschreven, is duidelijk van toepassing op het gelijknamige werk van Sofia Gubaidulina. In haar toelichting beschrijft zij hoe het gebruik van de boventonen op de snaarinstrumenten niet alleen bijdraagt aan kleur en klank, maar ook aan essentie en zelfs aan een artistieke vorm van transfiguratie — een sleutelbegrip in religieuze en mystieke contexten.
De vijf delen van de sonate zijn gebaseerd op spirituele thema’s met verwijzingen naar uitspraken van de Oekraïense filosoof, dichter, docent en componist van liturgische muziek Hryhorii Skovoroda (1722-1794). Deze delen bevatten soms ook religieus geïnspireerde titels, zoals ‘Your joy no man taketh from you’ en ‘Rejoice, Rabbi’, die verwijzen naar evangelieteksten uit de joods-christelijke traditie.
Merel Vercammen op viool en Maya Fridman op cello verklanken de vijf delen als een doorgaande beweging van intens instrumentalisme, emotioneel inlevend en subtiel tegelijkertijd.
Het maakt van ‘Rejoice!’ een uitgesproken spiritueel werk, waarin verheffing en het reiken naar het bovenaardse centraal staan. Maar bovenal is het vreugde die hier de boventoon voert, in alledrie de composities. En niet een vreugde van “sla de trommel”, maar een vreugde die diep in de mens afdaalt en daar de ziel balsemt en voedt. Met muziek, van de hoogste klasse.
Merel Vercammen, Maya Fridman, Cappella Amsterdam – Rejoice
All Ears Records