Ik moet bij beluistering van het nieuwe album W van de Japanse experimentele heavy rockband Boris steeds weer aan het volgende citaat denken van de Duitse dichter, schrijver, filosoof, wetenschapper en staatsman Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832):
Himmelhoch jauchzend,
Zum Tode betrübt,
Glücklich allein ist
Die Seele die liebt.
Uitbundig juichend, tot de dood toe bedroefd; gelukkig is alleen de ziel die bemint.
Het zijn de grote contrasten in de sonische geluidstapijten die de bandleden van Boris op W uitrollen, die mij bij deze uitspraak van de schrijver van onder andere Die Leiden des jungen Werthers en Faust brengen. Het zijn de extreme prikkels waarmee de negen ‘songs’ de luisteraar tot in de ziel pogen te raken.
Een stukje geschiedenis. Boris werd opgericht in 1992 en bestaat in de huidige bezetting met Takeshi, Wata en Atsuo sinds 1996. De tags op de bandcamp site van Boris spreken van doom, psychedelische rock, drones en metal, maar in het echte leven gaat hun unieke muzikaliteit voorbij aan elke indeling in genre of stijl. Boris maakt ‘zware muziek’ in extreme kleuren. De activiteiten van de band kenmerken zich door een groot DIY-gehalte. Zo bracht gitarist Wata onlangs haar eigen kenmerkende fuzzpedaal Hizumitas uit via EarthQuaker Devices.
Over naar W. Het jaar 2020 zal de geschiedenis ingaan als het jaar van de pandemie. Covid-19 trok een verwoestend spoor door de wereld. Mensen moesten afscheid nemen van geliefden, verloren hun werk en inkomen en werden op zichzelf teruggeworpen. Fysieke ontmoetingen werden tot een minimum beperkt.
Om de negatieve energie die de wereld in haar greep kreeg te sublimeren, maakte de Japanse heavy rockband Boris naar eigen zeggen het, extreme, album NO. De band bracht het werk in eigen beheer uit, maar gaf het laatste nummer op het album de titel Interlude, een verwijzing naar de opvolger, die al in de maak was. Die is er nu. W is de eerste plaat van Boris voor Sacred Bones Records. En voor de duidelijkheid: NO + W = NOW.
W opent met dezelfde melodie als Interlude in een stuk met de titel I Want to Go to the Side Where You Can Touch… Cirkelende boventonen, vervormde loops en een immense berg noise smelten samen in een levend instrumentaal organisme van imposante schoonheid… dat van het ene moment op het andere zwaar remmend tot staan wordt gebracht. Even is er niets, een grote leegte. Dan komt Boris terug met Icelina, muziek die fluistert als een geest in een verlaten droomhuis, delicaat begeleid met een zachte, ambient gitaar.
Drowning by Numbers is de eerste single afkomstig van W en gaat vergezeld van een biologerende, in zwartwit geschoten video met daarin een vrouw met grote zwarte hoed, Yukiko Doi, die door een donkere ruimte danst. Het klankbeeld sluit daarbij aan met schaduwrijke, knarsende en schurende doom en metal. Een volgende video, Beyond Good and Evil, toont gitarist en vocalist Wata in een verlaten en afbrokkelende ruïne in een bos. Verval en schoonheid, licht en donker, kleur en antikleur staan in het decor en de met aanzwellende crescendo’s naar een verpletterende climax toewerkende soundtrack tegenover elkaar, vullen elkaar tegelijkertijd aan. De video eindigt met de verblindende dubbele flits van een paddenstoelwolk. Wata’s vocalen lopen als een verbindende factor door heel het album W – en zij is afkomstig uit Hiroshima.
En het avontuur gaat door. Want dat is wat Boris doet, de luisteraar meenemen in een vreemd of beter gezegd vervreemdend muzikaal avontuur, van beukende rock naar murmelende zang. Tot in het laatste nummer, het anderhalve minuut durende Jozan dat volgt op het klaaglijke You Will Know, de zwaarte van de chaos verdwijnt en stilte weerkeert.
Uitbundig juichend, tot de dood toe bedroefd; gelukkig is alleen de ziel die bemint.
Boris – W
Sacred Bones Records | Konkurrent
Openingsfoto: Boris’ Wata in Beyond Good and Evil © YUTARO